direct naar inhoud van 5.1 Voorbereiding
Plan: Marknesse, Zuid - fase 3
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00499-VS01

5.1 Voorbereiding

5.1.1 Maatschappelijke betrokkenheid

In de toelichting van een bestemmingsplan moet ook zijn neergelegd een beschrijving van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken.

Het voorontwerp van het bestemmingsplan is 5 juli 2012 voor inspraak ter inzage gelegd, voor een periode van 6 weken. Voorts is op 17 juli 2012 in 'het Hart van Marknesse' te Marknesse een informatiebijeenkomst georganiseerd. De ontvangen inspraakreacties zijn hieronder weergegeven en voorzien van een gemeentelijke reactie.

Het plan is daarnaast voor vooroverleg aangeboden. De uitkomsten daarvan zijn vervat in paragraaf 5.1.2.

Tijdens de terinzagelegging zijn er 5 inspraakreacties ingediend.

1. Inspraakreactie, mevrouw Vogelzang-Buijmans, Zwanebloem 4 te Marknesse
Op 17 juli 2012 heeft mevrouw Vogelzang - Buijsmans, Zwanebloem 4 te Marknesse een inspraakreactie ingediend. Deze reactie bevat verschillende onderwerpen:


a. Wanneer wordt de Feike Bruinsmalaan als doorstroomweg gerealiseerd en welke verkeersmaatregelen gaat men hier dan toepassen?
Gemeentelijke reactie:
In het kader van het bestemmingsplan wordt niet specifiek aangegeven welke verkeersmaatregelen genomen worden. Zodra de weg wordt aangelegd zal gekeken worden welke verkeersmaatregelen getroffen worden. Hiervoor zal een afzonderlijk besluit worden genomen.

b. In het plan is een groenstrook opgenomen, het zou prachtig zijn als deze groenstrook meer ruimte krijgt, in de vorm van gras, struiken, bomen, een uitlaatgebied voor honden en speelmogelijkheden voor de kinderen.

Gemeentelijke reactie:
Wij zijn van mening dat er voldoende groen in het plangebied is opgenomen.


c. Naast de geplande woningen dienen er ook appartementen gerealiseerd te worden.

Gemeentelijke reactie:
Het bestemmingsplan Marknesse Zuid fase 3 is als het ware een spiegleplan van het gebied Marknesse Zuid fase 2. Gezien het karakyer van deze uitbreiding is aangesloten bij soortgelijke woningen. In de praktijk is niet gebleken van een specifieke behoefte aan dit woningsegment.


2. Mevrouw/ de heer van Erkel, Oostervoor 14 te Marknesse

Op 17 juli 2012 heeft mevrouw/de heer Erkel een inspraakreactie ingediend met het verzoek appartementen in het plan te realiseren.

Gemeentelijke reactie:
Zie 1 c.


3. Mevrouw/ de heer Hofs, Baarloseweg 15 te Marknesse
Op 17 juli 2012 heeft mevrouw/de heer Hofs een inspraakreactie ingediend met het verzoek gelijkvloers huurwoningen voor ouderen te realiseren in het plan.

Gemeentelijke reactie:
Zie reactie 1c voor waar het gaat om het type woningen. Voor wat betreft de vraag naar huurwoningen geldt het volgende. Het plangebied wordt niet door de gemeente zelf ontwikkeld maar door een projectontwikkelaar (Megahome). De projectontwikkelaar is vrij te bepalen of de huizen verkocht of verhuurd worden, waarschijnlijk zal de projectontwikkelaar de huizen alleen aanbieden voor de verkoop en niet voor de verhuur.


4. Mevrouw Nijdam-Burger, Leemringweg 4 te Marknesse

Op 17 juli 2012 heeft mevrouw Nijdam-Burger een inspraakreactie ingediend met het verzoek om gelijkvloerse (huur)woningen, zonder tuin, voor ouderen te realiseren in het plan. Ook wordt aangegeven dat het wellicht mogelijk is als inbreiding in het 'oude dorp'.

Gemeentelijke reactie:
Zie reactie onder 3.


5. Mevrouw / de heer Hilderink, Warande 9 te Marknesse
Op 17 juli 2012 heeft mevrouw/de heer Hilderink een inspraakreactie ingediend betreffende een nieuwe brug over de Zwolse Vaart. Mevrouw / de heer Hilderink vraagt zich af wat voor brug er te zijner tijd komt, is dat alleen voor voetgangers en fietsers of ook voor snelverkeer?

Gemeentelijke reactie:
De nieuwe brug is bedoeld voor alle verkeer. De reden hiervoor is dat de sluisbrug met het huidige profiel slechts een geringe hoeveelheid extra verkeer kan verwerken.

5.1.2 Overleg

Het voorontwerpbestemmingsplan is op 5 juli 2012 op de gebruikelijke wijze voor vooroverleg aangeboden, onder meer aan de provincie Flevoland en het Waterschap Zuiderzeeland. De ontvangen vooroverlegreacties zijn hieronder weergegeven en voorzien van een gemeentelijke reactie.

1. Provincie Flevoland
a. Natuurbeschermingswet 1998
In paragraaf 2.9.1 van de toelichting op het plan wordt opgesteld, dat de toekomstige woonwijk niet in de nabijheid van een Natura 2000-gebied ligt en dat daarom geen extra onderzoek nodig is. Elke nieuwe woonwijk heeft een verhoging van de uitstoot van stikstofoxiden (en mogelijk ammoniak) tot gevolg, ook al is dit in casu waarschijnlijk minimaal. De nieuwe woonwijk ligt echter op nog geen 7 kilometer van het Natuur 2000-gebied de Wieden en op iets minder dan 8 kilometer afstand van het Natura 2000-gebied de Weerribben. Beide Natura 2000-gebieden bevatten stikstofgevoelige habitattypen. Er zal minimaal een voortoets moeten worden opgesteld die inzichtelijk maakt welke effecten het realiseren van de woonwijk heeft op deze Natura 2000-gebieden. Deze voortoets moet ter beoordeling worden voorgelegd aan het bevoegde gezag over deze twee gebieden (Provincie Overijssel).

Gemeentelijke reactie:
Wij zijn van mening dat het plan geen negatieve effecten zal hebben op de Natura 2000-gebieden, de Weerribben en de Wieden. Als motivering daarvoor geldt het navolgende. In het plangebied komt, voorzover mogelijke effecten op Natura 2000-gebieden voor de Weerribben en de Wieden relevant zijn, alleen een functie 'wonen' voor. In het plangebied kunnen maximaal 142 woningen worden gebouwd. Deze bouw zal gefaseerd plaatsvinden. Om het aantal verkeersbewegingen ten gevolge van de nieuwe woonwijk per etmaal te bepalen wordt uitgegaan van de norm van 2,0 auto's per woning. Dit is voor de berekening van verkeersbewegingen voor gebieden met matige openbaar vervoersverbindingen, de standaardnorm. Per auto dient te worden uitgegaan van 5 verkeersbewegingen per etmaal. Het aantal verkeersbewegingen inherent aan de realisering van dit gebied wordt dan: (142 woningen x 2,0 voertuigen) x 5 verkeerbewegingen = 1420 verkeersbewegingen per etmaal. Verreweg het grootste deel van deze verkeersbewegingen vindt plaats via Emmeloord en niet via Vollenhove (oftewel niet richting de Natura 2000-gebieden). Dit gegeven in combinatie met de afstand van bijna 7 kilometer van het Natura 2000-gebied de Wieden en bijna 8 kilometer van het Natura 2000-gebied de Weerribben rechtvaardigt de conclusie dat het bestemmingsplan geen significant negatieve effecten zal hebben op de Natura 2000-gebieden de Wieden en de Weerribben.

b. EHS
De Zwolse Vaart maakt onderdeel uit van de EHS en is een belangrijke ecologische verbindingszone. Anders dan bij de bescherming van Natura 2000-gebieden, die wettelijk geregeld zijn in Natuurbeschermingswet 1998, wordt de bescherming van EHS geregeld via het planologische spoor. Concreet maken het water van de Zwolse Vaart en een aangrenzende strook van ca. 7 meter van de oever onderdeel uit van de EHS. Blijkens de plankaart heeft dit gedeelte de bestemming WA (Water), G (Groen) en bij de toekomstige brug, V (Verkeer) gekregen. Ter bescherming van de EHS verzoek ik u beschermende regels in het bestemmingsplan op te nemen, zodat bijvoorbeeld het realiseren van steigers of verlichting ter plaats worden voorkomen.

Gemeentelijke reactie:
Het bestemmingsplan Marknesse Zuid fase 3 borduurt voort op het bestemmingsplan Marknesse. Net als bij het bestemmingsplan Marknesse is in het bestemmingsplan Marknesse Zuid fase 3 aangegeven dat onder de bestemming 'Water' tevens het behoud, herstel en de ontwikkeling van de ecologische waarden valt. Ter aanvulling zal deze zinsnede ook bij de bestemmingen 'Groen' en' Verkeer' opgenomen worden.

c. Flora- en faunawet
Met foeragerende vleermuizen wordt in het plan afdoende rekening gehouden. Ook voor de rugstreeppad wordt nieuw leefgebied gecreëerd, omdat door het realiseren van de woonwijk potentieel leefgebied voor deze soort verloren gaat. In verband met de aanleg van een nieuwe toegangsweg direct naast het geplande compensatiegebied, adviseer ik u na te gaan of het voorgestelde compensatiegebied in voldoende mate in contact staat met de omgeving.

Gemeentelijke reactie:
Het compensatiegebied grenst aan de zuidzijde aan het bestaande landbouwgebied. Landbouwgebied vormt geschikt leefgebied voor de rugstreeppad.

2. Waterschap Zuiderzeeland
Het waterschap Zuiderzeeland geeft een positief wateradvies. Wel geeft het waterschap een tekstuele aanvulling. De tabel op pagina 20 van de toelichting van het voorontwerpbestemmingsplan is niet correct weergegeven.

Gemeentelijke reactie:
De gemeente neemt kennis van de positieve reactie van het waterschap. Daarnaast zal de hierboven aangegeven tabel aangepast worden.

5.1.3 Ontwerp

Na afronding van de inspraak- en overlegprocedure is het ontwerp van het bestemmingsplan opgesteld.

Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met dien verstande dat door een ieder zienswijzen omtrent het ontwerp bij de gemeenteraad naar voren kunnen worden gebracht. Het bestemmingsplan 'Marknesse-Zuid fase 3' heeft van 18 april 2013 tot en met 29 mei 2013 ter visie gelegen. Tijdens deze termijn is 1 zienswijze ingediend. De zienswijze is tijdig ingediend en dient derhalve in behandeling te worden genomen. Hieronder treft u een samenvatting aan van de zienswijze en de gemeentelijke reactie daarop.

1. Zienswijze 1, J. Roemers (hierna indiener), Krabbescheer 2 te Marknesse

Op 22 mei 2013 heeft indiener een zienswijze ingediend tegen het bestemmingsplan Marknesse zuid – fase 3. De woning van indiener is op 15 meter van de Feike Bruinsmalaan gelegen. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van van een brug over de Zwolsevaart mogelijk. Deze brug wordt onderdeel van de rondweg om Marknesse. Over dit punt maakt indiener zich ernstige zorgen. Hij geeft aan dat dit betekent dat alle verkeer richting Kraggenburg, Ens en de N50 en vice versa gebruik gaat maken van deze weg. Dit gaat volgens indiener leiden tot ernstige verkeersoverlast.

  • f. De gemeente heeft indiener per mail aangegeven niet eerder te starten met de bouw van de brug tot het moment dat er voldoende bouwgrond is verkocht. Indiener wil graag dat deze toezegging wordt vastgelegd in het bestemmingsplan. Concreet zou vastgelegd kunnen worden via een koppeling dat een omgevingsvergunning voor de bouw van de brug niet eerder wordt verleend, dan dat bijvoorbeeld 80% van de kavels zijn verkocht. Ook zou via een koppeling vastgesteld kunnen worden, dat bij de bouw van de brug de aansluiting richting Kleiweg ook gerealiseerd wordt. Hiermee is de rechtszekerheid voor alle bewoners langs de Feike Bruinsmalaan verzekerd. Indiener geeft aan dat bovengeschetste denkrichting al is aangegeven door de toenmalige wethouder H.J.G. Becker tijdens een informatiebijeenkomst op 28 november 1996.

  • g. In het bestemmingsplan dat nu ter inzage ligt wordt uitgegaan van een maximum snelheid van 30 kilometer per uur. In de praktijk is dit echter niet het geval voor de Feike Bruinsmalaan. Deze weg nodigt uit tot hoge snelheden en dit is wat dan ook regelmatig gebeurt. In de situatie dat deze weg gebruikt gaat worden als rondweg zal de overlast hierdoor ernstig toenemen en de verkeersveiligheid in het gedrang komen. Reeds in de huidige situatie zal de gemeente er verstandig aan doen snelheidsbeperkende maatregelen te nemen voor deze weg.

  • h. De wettelijke grens van 48 dB zal in de praktijk dagelijks overschreden worden als de Feike Bruinsmalaan gebruikt gaat worden als rondweg. Indiener wil de raad er op wijzen dat hij verplicht is om in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook te letten op verkeershinder, die weliswaar past binnen de grenzen van de Wet geluidshinder, maar in de praktijk wel veel hinder met zich meebrengt voor direct omwonenden.

  • i. Het verbaast indiener dat op de plankaart geen brug is aangegeven. In de regels wordt de brug wel mogelijk gemaakt, maar deze valt deels buiten het plangebied.

  • j. In de zienswijze beroept indiener zich op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) voor wat betreft het rapport Royal Haskoning variantstudie tweede brug Zwolsevaart en de exploitatieovereenkomst met de ontwikkelaar over de aanleg van de brug.

  • k. Als laatste geeft indiener aan dat wanneer de raad besluit om het bestemmingsplan ongewijzigd vast te stellen, de waarde van zijn woning daalt en dat indiener genoodzaakt is om deze planschade bij de gemeente in rekening te brengen.

Gemeentelijke reactie:

Ad a. Wij zien het nut niet in van het in de regels opnemen van een voorwaarde waarbij de brug niet eerder gerealiseerd wordt, dan wanneer er 80% van de woningen verkocht is. De gemeente gaat pas een brug aanleggen wanneer dit noodzakelijk is. Bovendien is zo'n regeling ruimtelijk niet relevant. Wij vragen ons ook af wat de ruimtelijke relevantie is van het opnemen van een bepaling over de aansluiting op de Kleiweg. Nog daargelaten dat de Kleiweg niet binnen het plangebied valt.

Op dit punt de zienswijze ongegrond verklaren.

Ad b. De Feike Bruinsmalaan betreft een weg binnen de bebouwde kom (in dit geval 30 km/uur). Hiervan is ook gegaan bij het opstellen van het bestemmingsplan. Het is niet ruimtelijk relevant dat de weg uitnodigt om hard te rijden. Omdat de verkeersveiligheid voor de gemeente los daar van wel een belangrijk punt is, worden door de gemeente metingen gedaan. Mocht uit de metingen blijken dat er te hard gereden wordt, dan worden er waar nodig verkeersmaatregelen genomen.

Op dit punt de zienswijze ongegrond verklaren.

Ad c. De Feike Bruinsmalaan blijft een weg binnen de bebouwde kom. Hierdoor wordt de grens zoals die is gesteld in de Wet geluidhinder niet overschreden.

Op dit punt de zienswijze ongegrond verklaren.

Ad d. Het klopt dat de brug niet op de verbeelding is aangegeven, dit ook niet nodig. Op de verbeelding wordt de bestemming weergegeven en in de regels wordt nader ingegaan wat er op grond van de bestemming mogelijk is. Mocht de brug aangelegd worden dan valt deze in twee bestemmingsplannen, namelijk het bestemmingsplan Marknesse Zuid fase 3 en het bestemmingsplan Marknesse. Planologisch gezien is dat niet ongebruikelijk en ook geen probleem.

Op dit punt de zienswijze ongegrond verklaren.

Ad e. De gevraagde stukken zijn reeds aan indiener toegezonden.

In het kader van de zienswijze wordt dit ter kennisgeving aangenomen.

Ad f. Het staat indiener altijd vrij een verzoek tot planschade in te dienen bij de gemeente, wanneer hij meent door de planologische wijziging schade te ondervinden.

Dit punt wordt ter kennisgeving aangenomen.

Naar aanleiding van de zienswijze zal paragraaf 2.12 van de toelichting wel aangepast worden.