direct naar inhoud van 5.3 Waterhuishouding
Plan: De Munt A
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00468-VS01

5.3 Waterhuishouding

In het bestemmingsplan "Bedrijvenpark De Munt II, fase 1" wordt het volgende vermeld.

Op het Bedrijvenpark De Munt II zal evenals op De Munt I een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel worden aangelegd waarop het plangebied zal worden aangesloten. Bij een verbeterd gescheiden stelsel wordt de relatief vervuilde eerste golf hemelwater afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Hemelwater dat op "schone" grote dakoppervlaktes valt en de overstorten van het regenwaterriool zullen zoveel mogelijk direct naar het oppervlaktewater in het plangebied worden afgevoerd. Langs de Kuinderweg, de Marknesserweg en de nieuwe oostelijke randweg bevinden zich bermsloten. Nabij de entree van het bedrijvenpark bij de Kuinderweg en aan de oostzijde langs de afsluitende bosstrook bevinden zich waterpartijen ten behoeve van de waterberging. De totale capaciteit van het oppervlaktewater in het plangebied is zo groot, dat een tijdelijke buffering kan plaatsvinden bij hevige neerslag waarbij de afvoer op de Kuindervaart op de gemiddelde landelijke afvoer (1,5 l/s/ha) gehandhaafd kan blijven. Slechts bij uitzonderlijke piekafvoeren wordt de afvoernorm op de Kuindervaart overschreden.

In het bestemmingsplan "Bedrijvenpark De Munt II, zuidzijde Marknesserweg (ecopark)" wordt samengevat het volgende vermeld.

Het bedrijvenpark aan de zuidoostzijde van het plangebied staat bekend als Ecopark. Dit park richt zich op een ecologisch verantwoorde inrichting en organisatie. In dat kader krijgt duurzaam waterbeheer de nodige aandacht. Uitgangspunt is het realiseren van een duurzaam watercirculatiesysteem, ondermeer om grijs huishoudelijk afvalwater te kunnen hergebruiken als "huishoudwater".

In de toelichting op het bestemmingsplan "Bedrijvenpark De Munt II, fase 2" kan het volgende gelezen worden.

Voor wat betreft het watersysteem en het peil sluit fase 2 aan bij fase 1. De bestaande en te handhaven watergang ten westen van de Kuinderweg, voor zover in fase 2 opgenomen, behoren echter bij het watersysteem en het peil van De Munt I. Op het Bedrijvenpark De Munt II zal, evenals op De Munt I, een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel worden aangelegd waarop het plangebied zal worden aangesloten. Bij een verbeterd gescheiden stelsel wordt de relatief vervuilde eerste golf hemelwater afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Hemelwater dat op "schone" grote dakoppervlaktes valt en de overstorten van het regenwaterriool zullen zoveel mogelijk direct naar het oppervlaktewater in het plangebied worden afgevoerd. Langs de Kuinderweg en de nieuwe oostelijke randweg bevinden zich bermsloten. Nabij de entree van het bedrijvenpark bij de Kuinderweg en aan de oostzijde langs de afsluitende bosstrook bevinden zich waterpartijen ten behoeve van de waterberging. De totale capaciteit van het oppervlaktewater in het plangebied is zo groot dat een tijdelijke buffering kan plaatsvinden bij hevige neerslag waarbij de afvoer op de Kuindertocht op de gemiddelde landelijke afvoer (1,5 l/s/hectare) gehandhaafd kan blijven. Slechts bij uitzonderlijke piekafvoeren wordt de afvoernorm op de Kuindertocht overschreden.

Met de opmerkingen die door het Waterschap reeds bij fase 1 van De Munt II zijn gemaakt is uiteraard ook in fase 2 rekening gehouden, maar daarnaast is de gemeente in het kader van het vooroverleg ex artikel 10 Bro '85 nog in overleg gegaan met het waterschap en de resultaten daarvan zijn in eerste instantie opgenomen in hun wateradvies van 12 januari 2006 en in tweede instantie in de aanscherping ervan per 13 februari 2006. Naar aanleiding van het eerste advies en de studie van de Grontmij is het plan enigszins aangepast en opnieuw besproken. Dit heeft er toe geleid dat nu in het ontwerpplan met de volgende aspecten rekening is gehouden.

  • De aangepaste waterstructuur vormt nu een ring rond fase 2 en doodlopende einden zijn zoveel mogelijk vermeden zodat ook de duikers niet meer haaks op de stromingsrichting staan. De duikerlengte is nergens meer dan 50 meter.
  • De watergangen zijn nu zodanig gedimensioneerd dat de waterbreedte bij (minimum) streefpeil minimaal 5 meter bedraagt. De bestemde breedte is minimaal 12,60 meter. Aan de oostzijde wordt het watersysteem ruimer vormgegeven om flauwere taluds mogelijk te maken. De aspecten ecologie en belevingswaarde zijn geconcentreerd aan de oostzijde van het plangebied, parallel aan de Kuindertocht.
  • De totale oppervlakte open water is nu voldoende om te voorkomen dat bij een neerslag met een herhalingskans van 1/100 water op het maaiveld komt.
  • Om te voorkomen dat in de zomer het waterpeil te ver zal uitzakken (er is sprake van een wegzijgingssituatie) wordt zoveel mogelijk schoon water van verharde oppervlakken rechtstreeks aangesloten op het oppervlaktewater.
  • In het plan is rekening gehouden met het feit dat het waterschap een werkstrook nodig heeft van minimaal 5 meter met uitzondering van de oostzijde van de watergang die gelegen is tussen de Kuinderweg ten noorden van de aansluiting van de Dukaat en het terrein van Koopman.

Alle voorgaande aspecten zijn uiteraard ook nu nog van toepassing. Wel zijn inmiddels enkele kleine aanpassingen en wijzigingen doorgevoerd.

  • Naast het verbeterd gescheiden stelsel is er ook een apart schoon regenwaterstelsel om het dakwater en water van de wegen af te voeren.
  • Dat de duikerlengte nergens meer dan 50 meter is, is niet geheel correct meer.
  • Een werkstrook van 5 meter is ook langs Koopman aanwezig.

Op de reeds bestaande onderdelen van het bedrijfsterrein blijven de huidige omstandigheden gehandhaafd.

Benadrukt wordt dat in "De Munt II" en "Ecopark" de toename van het verhard oppervlak is gecompenseerd door de aanleg van water.