direct naar inhoud van 4.2 Ecologie
Plan: Sportpark Brilmansdennen
Status: ontwerp
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.01BP0005PB01-0301

4.2 Ecologie

De Flora- en faunawet voorziet in de bescherming van een aantal planten- en diersoorten. Centraal hierbij staat de zorgplicht. Dit houdt in dat iedereen 'voldoende zorg' in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. Zoals de soortenbescherming is geregeld in de Flora- en Faunawet, zo is de gebiedsbescherming geregeld in de Natuurbeschermingswet. De Natuurbeschermingswet (1998) regelt de bescherming van gebieden die in het kader van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn beschermd moeten worden.

Bomenkap
Begin 2011 zijn in het plangebied enkele houtopstanden gerooid. Deze opstanden zijn door de heer Leemreise van Natuurbank Overijssel vooraf beoordeeld als een deel van een jong, gemengd bosje en hakhout met overstaanders. Alle te vellen bomen bestaan uit een vrij jonge opstand waarin geen holen of andere potentiële verblijfplaatsen van bijvoorbeeld vleermuizen aangetroffen. De lijnvormige elementen liggen in een kleinschalig landschap waardoor deze niet als zeer belangrijke of essentiële verbinding voor vleermuizen beschouwd hoeven te worden.

De heer Leemreise heeft de volgende voorzorgsmaatregelen geadviseerd:

  • Enkele nestkastjes aan de te vellen bomen zo spoedig mogelijk weghalen;
  • Boom (zomereik) met kraaiennest voor 1 april vellen;
  • Twee broedvogelinspecties laten uitvoeren (half maart - eind maart ). Tijdens deze inspecties worden alle zichtbare nestenlocaties 'onklaar gemaakt';
  • Dag voor geplande kap alle bomen nogmaals controleren opdat zeker is dat er geen bezette nesten omgezaagd worden.

De geadviseerde maatregelen zijn opgevolgd, waardoor is voldaan aan de Flora- en faunawet.

Quickscan Flora en fauna
In maart 2011 is door Natuurbank Overijssel een Quickscan natuurwaardenonderzoek uitgevoerd (projectnummer 18, versie 1.0), zie bijlage 1). Om te kunnen bepalen of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening is onder andere onderzocht of de ontwikkeling mogelijk is binnen de wettelijke kaders van de Flora- en faunawet. Tevens is onderzocht of de voorgenomen ingreep negatieve gevolgen heeft voor eventuele beschermde natuurgebieden.

Voorafgaand aan het veldonderzoek is op basis van bureauonderzoek een analyse gemaakt van de potentiële biotopen en mogelijk aanwezige beschermde soorten. Op basis van deze analyse is besloten dat een éénmalig terreinbezoek in maart voldoende bruikbare informatie kan opleveren om de natuurwaarden in het plangebied vast te stellen. Daartoe is het plangebied eenmaal bezocht op 15 maart 2011 om vast te stellen welke biotopen en beschermde planten & dieren aanwezig zijn of zeer waarschijnlijk aanwezig zijn.

Het plangebied is volledig onderzocht. Er zijn geen beschermde planten- en diersoorten aangetroffen in het plangebied. Er hoeft geen vervolgonderzoek uitgevoerd te worden en er hoeft geen ontheffing of verklaring van geen bedenking aangevraagd te worden. Het plangebied ligt dicht bij het Natura2000-gebied ‘Dinkelland’, maar realisatie van voorgenomen initiatief heeft geen direct- of indirect negatief effect op de instandhoudingsdoelen voor het Natura2000-gebied.

Naast het plangebied ligt de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het doel van de EHS is het creëren van robuuste verbindingen tussen leefgebieden. Het te realiseren heeft geen negatieve invloed op de verplaatsingsmogelijkheden van soorten. De verdere bescherming van de EHS is hoofdzakelijk geregeld in ruimtelijk bindende plannen, zoals het Reconstructieplan.