direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal beleid
Plan: Overdinkel 2004, partiële herziening kulturhus
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.01BP0004PH01-0401

2.3 Provinciaal beleid

2.3.1 Omgevingsvisie

Sinds de omgevingsvisie voor de provincie Overijssel op 1 juli 2009 is vastgesteld, is het Streekplan Overijssel 2000+ komen te vervallen. Het ruimtelijke beleid van de provincie wordt nu geregeld binnen de Omgevingsvisie. Deze visie behandelt de provinciale belangen en het provinciale beleid voor de fysieke leefomgeving. In de Omgevingsvisie vormen duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit de rode draad.

Duurzaamheid

Voor wat betreft het thema duurzaamheid heeft de provincie een lijst met prioriteiten opgesteld. Het gaat hier om aspecten die dermate cruciaal zijn voor de duurzame ontwikkeling van de provincie Overijssel dat zij in de uitvoering van de Omgevingsvisie het grootste gewicht krijgen. Het gaat dan om onder meer het Energiepact Overijssel, die moet zorgen voor een transitie naar duurzame energiehuishouding en vermindering van de CO2-uitstoot.

Ruimtelijke kwaliteit

De provincie hanteert de volgende definitie: ruimtelijke kwaliteit is datgene dat ruimte geschikt maakt en houdt, voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is.

De verschillende typen gebieden met hun karakteristieke kenmerken, moeten met de Omgevingsvisie versterkt en vernieuwd worden. In de Omgevingsvisie is het "spectrum aan verschillende gebiedskenmerken" gegroepeerd in vier 'lagen'. Zo is er de natuurlijke laag, de laag van het agrarisch cultuurlandschap, een stedelijk laag en een 'lust- en leisure'-laag.

De ambitie is een kwaliteitsontwikkeling in gang te zetten, waarbij elk project, elke ontwikkeling bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving. Als basis voor de inhoudelijke sturing worden de aanwezige gebiedskenmerken genomen. Deze kenmerken moeten niet alleen maar beschermd worden, maar juist ook verbonden worden met nieuwe ontwikkelingen.

Ontwikkelingsperspectieven:

Woonwijk: ruimte voor herstructurering, inbreiding en transformatie naar diverse woon- werk- en gemengde stadsmilieus.

Gebiedskenmerken:

Natuurlijke laag: dekzandvlakte en ruggen, sturen op het beter zichtbaar maken van hoogteverschillen en het watersysteem is niet goed mogelijk vanwege de ligging binnen de bebouwde kom.

Stedelijke laag: woonwijken 1955 - nu: ontwikkelingen dienen zich te voegen in de aard maat en het karakter van het geheel.

Het gebied waarin de ontwikkeling plaatsvindt is voornamelijk te kenmerken als woonwijk. Aangezien het beleid van de provincie gericht is op herstructurering van naoorlogse wijken is de onderhavige ontwikkeling in overeenstemming met de Omgevingsvisie van de provincie Overijssel.