bestemmingsplan buitengebied partiele herziening Denekamperstraat 32a

6.2 Uitgangspunten

Zoals gezegd zijn voorafgaand aan het maken van het erfinrichtingsplan zijn uitgangspunten opgesteld waaraan het ontwerp moet voldoen. Hierbij is gekeken naar ten aanzien van het landschap, erf en bebouwing.

Landschap

• Brede singel als extra kwaliteitsimpuls langs Denekamperstraat aanplanten, om het landschap kleinschaliger te maken;
• Het erf meer aanplanten waardoor het beter past in het landschap;
• Deels zicht op en vanaf het erf houden;
• Randbeplanting aansluiten bij structuren in het landschap;
• Bij inritten zicht op de drukke Denekamperstraat houden.

Erf

• Het erf moet één ensemble vormen en als eenheid in het landschap staan;
• Op de slooplocatie een hoogstamfruitgaard aanplanten als extra groene impuls aan de ‘voor’ zijde van het erf;
• Het bestaande bosje aan de noordzijde snoeien en verdichten met streekeigen groen;
• Oude kastanjes vrijstellen van beplanting en opsnoeien tot solitaire ‘markante’ bomen op het erf;
• Toepassen van streekeigen landschappelijke beplanting is noodzakelijk;
• De nieuw te bouwen woning moet ook een groen karakter krijgen met bomen;
• Tussen de nieuw te bouwen woning en de stallen moet een werkgang blijven om bij het bewerken van het land op het naastgelegen perceel te komen;
• Op het erf moet ruimte zijn voor parkeren en tijdelijke opslag.

Bebouwing

• Passende architectuur in de omgeving ;
• Het woonhuis moet bovengeschikt zijn aan het bijgebouw ;
• Een gedraaide nokrichting van hoofd- en bijgebouw is wenselijk omdat dit aansluit bij de bestaande structuren op het erf;
• Bij verlenging van bestaande stallen moet qua bouwvorm en stijl aangesloten worden bij wat er aanwezig is. Het moet een eenheid vormen met de bestaande bebouwing.

Figuur 6.1: Uitgangspunten uitwerking inrichtingsplan (Bron: Ontwerpburo Herbert Oldehinkel)