direct naar inhoud van 4.2 Geluid
Plan: bestemmingsplan buitengebied partiele herziening Denekamperstraat 32a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.001BP0005PH07-0401

4.2 Geluid

4.2.1 Wettelijk kader

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen ten aanzien van de geluidsbelasting van geluidsgevoelige functies. De functie ‘wonen’ is aan te merken als een geluidsgevoelige functie.

Op basis van artikel 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek te worden ingesteld. Het akoestisch onderzoek bepaalt de geluidsbelasting aan de gevel van de geluidsgevoelige bestemming die vanwege de weg of spoorweg wordt ondervonden.

Wegverkeerslawaai

Het onderzoek is alleen noodzakelijk als de geluidsgevoelige bestemming binnen de wettelijke geluidszone van de weg gelegen is. In artikel 74.1 van de Wgh is aangegeven dat een weg een zone heeft die zich uitstrekt vanaf de as van de weg tot de volgende breedte aan weerszijden van de weg:

 
a.   in stedelijk gebied:  
  1°.   voor een weg, bestaande uit drie of meer rijstroken: 350 meter;  
  2°.   voor een weg, bestaande uit een of twee rijstroken genoemde geval: 200 meter;  
b.   in buitenstedelijk gebied:  
  1°.   voor een weg, bestaande uit vijf of meer rijstroken: 600 meter;  
  2°.   voor een weg, bestaande uit drie of vier rijstroken: 400 meter;  
  3°.   voor een weg, bestaande uit een of twee rijstroken: 250 meter.  

2.   Het eerste lid geldt niet met betrekking tot:  
  a.   wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied;  
  b.   wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt.  

4.2.2 Akoestisch onderzoek

Buijvoets bouw- en geluidsadvisering uit Oldenzaal heeft de akoestische aspecten nader beoordeeld. Uit het advies, opgenomen in Bijlage 2 blijkt het volgende.

4.2.2.1 Berekening geluidsbelasting

Berekend is de invallende geluidbelasting LDEN bij de geplande woning, dat is de gemiddelde geluidbelasting van de dag, avond en nachtperiode.


Toetsing van de geluidbelasting aan de grenswaarden gebeurd volgens de Wgh per weg. Alvorens de geluidbelasting te toetsen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB mag de berekende waarde op grond van art. 110g van de Wet geluidhinder worden verminderd met 2 dB (i.v.m. het stiller worden van motorvoertuigen) voor wegen met een wettelijke maximum snelheid van 70 km/uur en hoger.


De geluidbelasting is berekend conform het gestelde in het “Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006” ex art 110d van de wet geluidhinder. De geluidbelasting is berekend op een waarneemhoogte van 1.5 en 4.5 m boven het maaiveld. De geluidbelasting is berekend bij een projectering van de woning op 50 m uit de wegas van de Denekamperstraat.

4.2.2.2 Resultaten & toetsing

In de onderstaande tabel is de geluidbelasting LDEN opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0168.001BP0005PH07-0401_0013.png"

Figuur 4.1: overzicht berekende geluidbelasting LDEN op de voorgevel (Bron: Akoestisch onderzoek Buijvoets Bouw- en Geluidsadvisering)

Onder de genoemde uitgangspunten wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB door wegverkeerslawaai op de Denekamperstraat met maximaal 10 dB overschreden. De maximale ontheffingswaarde van 58 dB voor een vervangende woning in “buitenstedelijk gebied” wordt niet overschreden.

Hogere waarden worden alleen verleend bij ruimtelijke ontwikkelingen die voldoen aan zogenaamde ontheffingscriteria.

  • De Wet geeft een aantal hoofdcriteria (overwegingen) voor het mogen toepassen van de hogere waarde, er moet onderzoek gedaan zijn waaruit blijkt dat de hogere waarde noodzakelijk is om het plan mogelijk te maken;
  • Uit het onderzoek moet blijken dat maatregelen (bronmaatregelen,overdrachtsmaatregelen en/of maatregelen bij de ontvanger) om te voldoen aan voorkeursgrenswaarde niet doeltreffend zijn (bezwarenstedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard).

4.2.2.3 Conclusie

De maatregelen die voor de woningen getroffen dienen te worden om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen, ontmoeten overwegende bezwaren van stedebouwkundige, landschappelijke of financiële aard. De voorwaarden waaronder een "hogere waarde" kan worden verleend, zijn gegeven in het "Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen", laatstelijk gewijzigd op 21 april 1989, als volgt :


art. 83 lid 1 Wgh kan alleen worden toegepast als maatregelen om de geluidbelasting tot 48 dBA te beperken onvoldoende doeltreffend zijn dan wel "overwegende bezwaren" ontmoeten van stedebouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard; en verder alleen in de volgende gevallen, waarin nog niet geprojecteerde woningen in buitenstedelijk gebied buiten de bebouwde kom, die:

  • 1. verspreid gesitueerd worden, of
  • 2. ter plaatse dringend noodzakelijk zijn om reden van grond/ of bedrijfsgebondenheid, of
  • 3. door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing opvullen, of
  • 4. ter plaatse gesitueerd worden als vervanging van bestaande bebouwing.


De ontheffingsgrond in de onderhavige situatie is :

- vervanging van bestaande bebouwing.


In alle gevallen waarin ontheffing wordt verleend, worden eisen gesteld aan het binnenniveau en de indeling van de woning. Aan de voorwaarde dat moet worden gestreefd dat er tenminste één geluidluwe gevel aanwezig is wordt voldaan. De binnenwaarde, waaraan bij het realiseren van de nieuwe woning zal moeten worden voldaan, bedraagt 33 dB.


Na dat het definitieve ontwerp gereed is kunnen de noodzakelijke geluidwerende maatregelen aan de gevels worden vastgesteld.