direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: bestemmingsplan buitengebied partiele herziening Denekamperstraat 32a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.001BP0005PH07-0401

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Kadernota Buitengebied Losser

De gemeente Losser treft voorbereidingen voor een nieuw bestemmingsplan Buitengebied. Hiertoe is op 15 december 2009 de Kadernota Buitengebied Losser vastgesteld. De kadernota geeft, vanuit een analyse van het verleden en een beschrijving van het heden, een doorkijk naar de toekomst. De kadernota geeft een antwoord op de vraag welke kant het opgaat met de landbouwsector, de recreatiesector, het wonen, de natuur en de bedrijvigheid.

De Kadernota bevat, kort samengevat, het beleid voor het buitengebied. De hoofddoelstelling voor het buitengebied van de gemeente Losser is: 'Het streven naar (economische) vitaliteit en leefbaarheid, waarbij in geval van nieuwe functies en ontwikkelingen de kernkwaliteiten van het landelijke gebied ten minste worden behouden en waar mogelijk worden versterkt'.

Alle voor de beoordeling van het voorliggende plan relevante beleidsthema's zijn in de kadernota opgenomen, te weten:

  • Visie op de landbouw - intensieve veehouderij;
  • Visie op landschap;
  • Visie op wonen.

3.3.1.1 Visie op de landbouw - intensieve veehouderij

De gemeente Losser zet zich blijvend in voor een duurzaam en vitaal landelijk gebied. Dit betekent concreet dat de gemeente voorwaarden zal scheppen voor een duurzame, concurrerende landbouw. Maatregelen die leiden tot een optimalisatie van de productieomstandigheden, zoals het verbeteren van de verkaveling, de waterhuishouding en de ontsluiting, kunnen op een positieve benadering van de gemeente rekenen.

In de verwevingsgebieden is hervestiging (op sterlocaties) of uitbreiding van de bestaande intensieve veehouderij mogelijk, mits de ruimtelijke kwaliteit, de bestaande functies in het gebied en de geldende milieuwetgeving zich daar niet tegen verzetten.

Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de sloop van voormalige horecabebouwing met bijbehorende dienstwoning. De woning wordt verplaatst naar een locatie ten zuidwesten van het huidige perceel Denekamperstraat 32/32a. Hiermee verdwijnt een ruimtelijk knelpunt ten aanzien van de huidige agrarische bedrijfsvoering van de intensieve veehouderij op voorgenoemd perceel. Hiermee is het initiatief passend binnen de kadernota bestemmingsplan Buitengebied.

3.3.1.2 Visie op landschap

De belangrijkste doelstelling met betrekking tot de landschap is het behoud en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden. In de Nota Ruimte wordt dit gezien als een van de randvoorwaarden voor nieuwe ontwikkelingen. Aan de gemeente de vraag dit nader te concretiseren. Dit wordt op verschillende manieren gerealiseerd, waarbij afstemming wordt gezocht op het bestaande landschap. Elk landschapstype in het buitengebied van Losser heeft immers eigen kenmerken en de realisatie van nieuwe landschapselementen dient hierop te worden aangepast.

De te verplaatsen woning wordt op een landschappelijke manier ingepast op het nieuwe woonperceel. Bij de inrichting van het perceel wordt nadrukkelijk rekening gehouden met het landschapstype. Hiermee wordt de nieuwe ontwikkeling op een landschappelijk verantwoorden manier ingepast in het bestaande landschapstype. Kortheidshalve wordt verwezen naar Hoofdstuk 6 Planbeschrijving, waarin beschreven wordt hoe de nieuwe woning landschappelijk ingepast zal worden op het thans onbebouwde perceel.

3.3.1.3 Visie op wonen

Wonen (behalve bedrijfswoningen behorend bij het agrarische bedrijf) en niet-agrarische bedrijvigheid zijn nieuwe functies in het landelijk gebied die in opkomst zijn. Deze beide functies worden beschouwd als ondergeschikte functies. Nieuwvestiging van deze functies op nieuwe locaties is in principe dan ook niet mogelijk. Wel zijn er mogelijkheden tot vestiging op vrijkomende locaties (Rood voor Rood) of ter opvulling van open plekken in linten, waarbij als voorwaarde wordt gesteld dat de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse verbetert. Hierbij kan met name worden gedacht aan zogenaamde 'werklandschappen', gebieden en/of plekken waar economische impulsen kunnen bijdragen aan het (opnieuw) bereiken van een eigen identiteit.

Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de verplaatsing van een voormalige bedrijfswoning. Er is geen sprake van nieuwvestiging, omdat initiatiefnemer al bestaande planologische rechten voor een tweede woning op het perceel Denekamperstraat 32/32a heeft. Aangezien het vanuit ruimtelijk en milieutechnisch oogpunt de woning niet op de slooplocatie kan worden gebouwd, wordt de woning verplaatst naar een ruimtelijk gezien betere locatie. De woning zal op een landschappelijk verantwoorde manier ingepast worden. Door het verdwijnen van voormalige horecabebouwing op korte afstand van de Denekamperstraat ontstaat in zijn algemeenheid een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.

3.3.2 Landschapsontwikkelingsplan

In mei 2007 is de landschapsontwikkelingsvisie opgesteld voor het gebied Noordoost-Twente/Twenterand. Deze visie geeft het streefbeeld van het Landschapsontwikkelingsplan, hetgeen één van de uitvoeringsprojecten is van de reconstructie. Het gebied beslaat de gemeenten Dinkelland, Losser, Oldenzaal, Tubbergen en Twenterand. De visie omvat een beeld van de toekomstige ontwikkelingen in de verschillende, aanwezige landschapstypen.

In oktober 2008 is de gemeentelijke uitwerking van het LOP vastgesteld. Hierin staan onder meer de specifieke kenmerken en mogelijkheden van de aanwezige landschappen benoemd. De gemeentelijke uitwerking van het LOP geldt onder meer als landschappelijk afwegingskader voor nieuwe ontwikkelingen (basis voor bestemmingsplan Buitengebied) en biedt een stimulans aan de vormgeving van een landschap waarin ruimte is voor economische ontwikkeling. De voor Losser geldende spelregels moeten nog worden vastgesteld. Ook vindt in het kader van dit plan nog een inventarisatie van de landschapselementen plaats.

3.3.3 Welstandsnota (2004)

De nieuw te bouwen woning is gelegen in het heide- en broekontginningslandschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.0168.001BP0005PH07-0401_0012.png"

Figuur 3.6: Uitsnede Welstandsnota (Bron: Welstandsnota)

Voor dit gebied geldt volgens de welstandsnota van de gemeente Losser het volgende beleid:

“Dit jonge ontginningslandschap heeft een minder coherente en oorspronkelijke bebouwing dan de andere delen van het buitengebied. In dit gebied is binnen bepaalde grenzen dan ook meer mogelijk qua vormgeving van de gebouwen. Belangrijk is dat de bebouwingskarakteristieken wel worden gerespecteerd. Nieuwe woningen (villa's) dienen door erfinrichting, plaatsing en hoofdvorm van de gebouwen te worden ingepast in het landschap. Andere stijlen en vormgeving zijn binnen deze voorwaarden goed mogelijk.”

Voor de nieuw te bouwen woning zijn de volgende van het welstandsbeleid afgeleide criteria van belang:

Situering

  • 1. De situering van hoofd- en bijgebouwen dient te passen bij de in de gebiedsbeschrijving beschreven karakteristieken. Kenmerkend daarbij is de hoofdrichting loodrecht op de weg, met de voorzijde naar de weg. De bijgebouwen staan dan haaks op of parallel aan het hoofdgebouw.
  • 2. Bijgebouwen zijn ten opzichte van het hoofdgebouw zodanig gesitueerd dat zij ondergeschikt zijn en met elkaar een samenhangend geheel vormen.

Vormgeving

  • 1. Bij nieuwbouw dient het dak een heldere hoofdvorm te hebben met een duidelijke nokrichting. Complexe samengestelde daken passen niet in dit gebied.
  • 2. Een aanbouw mag niet dominant zijn ten opzichte van het hoofdgebouw. De nokrichting van een aanbouw dient parallel te lopen aan de nokrichting van het hoofdgebouw.
  • 3. De plaats- en de afmetingen van raam en deuropeningen in de gevels dienen op elkaar afgestemd te worden.

Detaillering

  • 1. Detaillering, kleuren en materialen dienen te passen bij de in de gebiedsbeschrijving beschreven karakteristieken.
  • 2. Riet is als dakbedekking in dit gebied niet toegestaan.

Indien aan de bovenstaande criteria wordt voldaan, is het goed mogelijk een passend ontwerp voor de woning te maken. De nadruk dient daarbij te liggen op een landschappelijke inrichting van het erf die wordt aangepast aan de karakteristiek van de omgeving. Kortheidshalve wordt in Hoofdstuk 6 Planbeschrijving aan de hand van het ruimtelijk kwaliteitsplan beschreven dat de woning op een landschappelijke manier wordt ingepast.

Conclusie toetsing aan gemeentelijk beleid

Indien de ruimtelijke ontwikkeling in het voorliggende plan wordt getoetst aan het gemeentelijk beleid, blijkt dat voldaan wordt aan het vigerende gemeentelijke beleid met betrekking tot het buitengebied. Met onderhavig initiatief wordt voldaan aan de hoofddoelstelling voor het buitengebied zoals verwoord in de Kadernota Buitengebied Losser: 'Het streven naar (economische) vitaliteit en leefbaarheid, waarbij in geval van nieuwe functies en ontwikkelingen de kernkwaliteiten van het landelijke gebied ten minste worden behouden en waar mogelijk worden versterkt'. Geconstateerd wordt dat door de sloop van voormalige horecabebouwing inclusief bedrijfswoning op korte afstand van de Denekamperstraat de ruimtelijke kwaliteit aanzienlijk verbeterd. Doordat op deze plek niets wordt teruggebouwd verdwijnt voor het agrarisch bedrijf een ruimtelijk knelpunt. Door de woning te verplaatsen en deze op een landschappelijk verantwoorde manier in te passen, wordt de kernkwaliteit van het landschap ter plaatse zoveel mogelijk behouden.