direct naar inhoud van 2.1 De ruimtelijke en functionele structuur
Plan: bestemmingsplan buitengebied partiele herziening Denekamperstraat 32a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.001BP0005PH07-0401

2.1 De ruimtelijke en functionele structuur

2.1.1 De gemeente Losser

Losser is een landelijke gemeente in het uiterste oosten van de provincie Overijssel, tegen de Duitse grens aan, en bestaat uit de kerkdorpen Beuningen, De Lutte, Losser - de grootste plaats - Overdinkel en Glane. Van de kerkdorpen zijn Overdinkel en Glane relatief jong. Ze zijn ontstaan aan het begin van de twintigste eeuw, toen veel Friezen en Drenten naar het oosten van het land trokken om daar te gaan werken in de toen nog opkomende textielindustrie. Losser, de Lutte en Beuningen zijn ouder, zij stammen uit de Middeleeuwen en zijn ontstaan in de tijd van de zogenaamde markegenootschappen. Marken kenmerkten zich onder andere door gemeenschappelijk grondbezit.

Losser maakt deel uit van het Twentse landschap, dat bekend staat om zijn natuurschoon. Er liggen in de gemeente dan ook veel bosrijke natuur- en recreatiegebieden. Veruit het grootste deel van het grondoppervlak van het buitengebied van de gemeente Losser wordt gebruikt voor landbouw en veeteelt. De gemeente Losser wordt dus niet voor niets een landelijke gemeente genoemd.

Meer dan enige andere gemeente, wordt Losser gekenmerkt door een aantal opvallende ruimtelijke, vaak structuurbepalende elementen. Veel van deze elementen worden verbonden door het riviertje de Dinkel dat meanderend, in het zuiden, vanuit Duitsland, de gemeente binnenstroomt en in het noordwesten, ter hoogte van Denekamp, de gemeente weer verlaat.

Vanaf het hoger gelegen stuwwallandschap ten noordoosten van Oldenzaal stromen vele beken richting de Dinkel ten noorden van Losser.

Hiernaast zijn de auto(snel-) en spoorwegen opvallende ruimtelijke elementen. Ten eerste valt de A1 op, die vanuit Oldenzaal richting Rheine/Osnabrück Duitsland in loopt. Verder lopen door de gemeente de N342 in een rechte lijn vanuit Oldenzaal richting Denekamp, de N735 vanuit Oldenzaal, die ter hoogte van De Lutte aansluit op de A1, en dan lopen er nog een aantal N-wegen vanuit en door Losser. Vanuit Oldenzaal in het westen loopt richting Duitsland een spoorlijn.

2.1.2 Ruimtelijke ontstaansgeschiedenis

De grote hoogteverschillen en de afwisselende bodemsamenstelling, beide als gevolg van het ontstaan en de aanwezigheid van de stuwwal, hebben een belangrijke invloed gehad op de waterhuishouding en hebben een zeer belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van het landschap in de gemeente Losser.

In de gemeente zijn grofweg twee deelgebieden te onderscheiden: de stuwwal en het beekdal. De hoger gelegen stuwwallen zijn te vinden in het noordwestelijke deel van de gemeente, rond Oldenzaal. Het lager gelegen beekdal ligt met name ten westen van de Dinkel. In het overgangsgebied liggen ruggen en dalen. De dalen zijn deels beekdalen en deels droogdalen.

Het hierboven omschreven hoofdpatroon van de gemeente Losser is de basis geweest voor het ontginningspatroon van het landschap. Hoewel de gemeente al sinds ongeveer 9000 voor Christus bewoond is geweest, is het huidige nederzettingenpatroon in de middeleeuwen ontstaan. Men vestigde zich op de hogere dekzandruggen langs de Dinkel en aan de randen van de stuwwallen. Hier ontstonden clusters van boerderijen, buurtschappen genoemd. Bij deze buurtschappen ontstonden zogenaamde essen. Een es bestaat van oudsher uit een complex van bouwlanden die door eeuwenlange aanvoer van mest en plaggen is gaan glooien en bollen. Door de toename van de bevolking werden steeds meer woeste gronden ontgonnen en in gebruik genomen voor veeteelt en akkerbouw. Hierdoor ontstonden naast de essen heide- velden. Grote essencomplexen bevinden zich ten zuiden van Beuningen, ten noordwesten van De Lutte en tussen Losser en Oldenzaal.

De verschillen tussen essen, woeste gronden en beekdalen zijn sinds 1850 meer en meer vervaagd. Hoewel in het huidige landschap de verschillen tussen landschapstypen minder duidelijk herkenbaar zijn, kan toch nog een driedeling worden gemaakt:

  • essen- en kampenlandschap. Het belangrijkste kenmerk van dit landschap zijn de essen. Een ander belangrijk kenmerk zijn het Dinkeldal en de beken. Binnen het essen- en kampenlandschap is het matenlandschap ontstaan, dat nu nog herkenbaar is in het zuidelijke deel van de gemeente (bijvoorbeeld de Groene Staart langs de Dinkel). Het essen- en kampenlandschap is nog het best te herkennen ten westen en ten noordoosten van De Lutte;
  • stuwwallandschap. Dit landschap is te vinden ten oosten van Oldenzaal. Ook in dit landschap zijn kampen en essen ontstaan. Verder zijn belangrijke kenmerken van het stuwwallandschap het bos en de landgoederen;
  • heide- en broeklandschap. Er is nog maar weinig heidegrond in de gemeente te vinden. De resterende heideterreinen zijn klein en worden omgeven door bos. In het Beuninger Achterveld ligt nog wel een heideterrein van enige omvang. Het heide- en broekontginningslandschap is het meest verbreide landschapstype.

afbeelding "i_NL.IMRO.0168.001BP0005PH07-0401_0003.png"

Figuur 2.1: Landschappelijke karakteristiek gemeente Losser (Bron: Visienota Buitengebied)

2.1.3 Het plangebied

Het erf ligt aan de Denekamperstraat, op de overgang van het oude hoevenlandschap (aan de oostzijde) en het heideontginingslandschap (ten westen van de weg). Dit is het gebied van de stuwwal van Oldenzaal; de verschillen in landschapstypen zijn heel goed zichtbaar: aan de oostkant glooiend en plaatselijk kleinschalig, aan de westkant laag, vlak en soms vochtig. Door ruilverkavelingen is met name het verschil tussen besloten (kampen/hoevenlandschap) en open (ontginningslandschap) afgenomen. Opgaande beplanting bevindt zich voornamelijk langs de weg. Opvallend zijn de grote kastanjes naast het voormalige café.

afbeelding "i_NL.IMRO.0168.001BP0005PH07-0401_0004.png"

Figuur 2.2: Nader ingezoomd op de ligging van het plangebied in een heide- en broekontginningslandschap (Bron: Welstandsnota gemeente Losser)

2.1.3.1 Beschrijving erf

Op het agrarische erf aan de Denekamperstraat 32a te Beuningen is naast agrarische bebouwing ook een voormalig horecapand met bijbehorende bedrijfswoning aanwezig. De horeca-inrichting is niet meer in gebruik. Deze bebouwing bevindt zich zeer kort op de drukke Denekamperstraat, aan de noordwestkant van het perceel. Onderstaand figuur geeft een overzicht van de aanwezige bebouwing en het straatbeeld ter hoogte van het perceel Denekamperstraat 32a.

afbeelding "i_NL.IMRO.0168.001BP0005PH07-0401_0005.png"

Figuur 2.3: Huidige situatie met bovenaanzicht perceel en de voormalige horecabebouwing nabij de Denekamperstraat (Bron Bingmaps en Google Maps)

Het agrarisch bedrijf van de familie van der Aa is thans nog wel volledig in bedrijf. Het betreft hier een intensieve veehouderij waar op basis van de milieuvergunning 28 vleesstierkalveren tot 6 maanden en 56 vleesstieren van 6 tot 24 maanden aanwezig zijn. De bedrijfswoning bevindt zich aan de noordzijde van het perceel. Aan de oostzijde van het perceel bevinden zich kuilvoerplaten. De rest van de bebouwing op het perceel is agrarische bebouwing. Zoals eerder aangegeven wordt de horecabebouwing inclusief bedrijfswoning gesloopt. De te slopen woning wordt verplaatst naar een nieuwe locatie ten zuidwesten van het huidige agrarische perceel.

2.1.3.2 Beschrijving nieuwbouwlocatie

De nieuwbouwlocatie bevindt zich ten zuiden van het perceel Denekamperstraat 32a. Het perceel is thans onbebouwd en in gebruik als grasland. Op onderstaand figuur is het straatbeeld te zien ter hoogte van de nieuwbouwlocatie gezien van Denekamperstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0168.001BP0005PH07-0401_0006.png"

Figuur 2.4: Straatbeeld nieuwbouwlocatie vanaf de Denekamperstraat (Bron Google Maps / Google Streetview)