direct naar inhoud van 3.5 Gemeentelijk beleid
Plan: Spoorlanden en Zendijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991121-VB02

3.5 Gemeentelijk beleid

3.5.1 Structuurvisie Kampen 2030

De gemeente Kampen heeft voor de lange termijn haar visie gegeven voor de ruimtelijke ontwikkeling in de structuurvisie Kampen 2030, die is vastgesteld op 28 mei 2009. Basis voor deze visie is de notitie van Bouwstenen.

Kampen is volop in beweging. Op verschillende fronten en schaalniveaus wordt gewerkt aan een voortvarende ontwikkeling van deze historische stad en het karakteristieke omliggende landschap van de IJsseldelta. Deze ontwikkeling moet uiteraard een gezicht gaan krijgen door middel van grootschalige ontwikkelingen als project IJsseldelta Zuid en de Hanzelijn, maar net zo goed door middel van kleinschalige projecten binnen de stad, de omliggende dorpen en het landschap. Al enkele jaren is de gemeente in samenwerking met de bevolking bezig met het inventariseren, analyseren en formuleren van de potenties en ambities van de gemeente. "Wat voor een gemeente willen wij worden?". In vastgestelde visies als "Kampen lonkt naar 2030" en de "Netwerkstadvisie Zwolle Kampen 2030" wordt een duidelijk beeld geschetst van de wensen en ambities voor de toekomst. Kampen staat daarmee voor een aantal belangrijke keuzes.

afbeelding "i_NL.IMRO.0166.00991121-VB02_0004.jpg"

Afbeelding: Ontwikkelingsrichting Structuurvisie Kampen 2030

Een belangrijk thema van de structuurvisie is daarom het zoeken naar een evenwicht tussen deze behoefte aan nieuwe stedelijke functies en het behouden van bestaande landschappelijke kwaliteiten als het open polderlandschap en het stedelijk groen. Daarbij is gekozen voor een insteek, waarbij niet ongebreideld wordt uitgebreid of ingebreid, maar zorgvuldig wordt omgegaan met de bestaande kwaliteiten van zowel landschap en stad. Periodiek worden hiervoor de behoeftes bepaald. Op basis daarvan wordt stapsgewijs in kleine eenheden ontwikkeld, passend bij de maat en schaal van de gemeente Kampen. Geen grote ontwikkelingen in gang zetten die onomkeerbaar zijn, maar steeds een afgerond geheel maken. Hiervoor worden drie opeenvolgende stappen gedefinieerd.

Inzet is om de ontwikkelingsruimte in eerste instantie te zoeken binnen de bestaande dorpsomgeving en in de directe nabijheid, zodat in deze fase grootschalige uitbreidingen in het omliggende landschap niet noodzakelijk zijn. Het betreft met name herstructurering van bestaand gebied en het afbouwen van in gang gezette ontwikkelingen. Voor het plangebied gelden er herstructureringsmogelijkheden voor de kop van Spoorlanden.

3.5.2 Bedrijventerreinenvisie 2010 gemeente Kampen

De bedrijventerreinvisie heeft onder meer als doel gehad om vraag naar en aanbod van bedrijventerreinen in beeld te brengen.

Conclusies hieruit zijn dat er voldoende vraag is naar natte bedrijventerreinen om het besluit voor de uitbreiding van de Zuiderzeehaven in gang te zetten en dat er voldoende vraag is naar droog bedrijventerrein om de uitbreiding van Spoorlanden op te starten.

De uitbreiding van Spoorlanden betreft met name een vervangingsvraag als gevolg van de transformatie van de kop van Spoorlanden. Er is sprake van een totale herinrichting van dit gebied waarbij volgens de bedrijventerreinvisie circa 15 hectare netto bedrijventerrein aan de voorraad bedrijventerreinen wordt onttrokken om plaats te maken voor nieuwe, niet-economische functies. Bij dit netto oppervlak gaat het alleen om die private kavels en ruimten die ook daadwerkelijk onttrokken worden. Naast de transformatie van de kop wordt ook het overige deel van Spoorlanden aangepakt. De veroudering en verrommeling van het terrein maakt een revitalisering of facelift noodzakelijk.

Zoals in paragraaf 1.1 is aangegeven, wordt de transformatie en/of herstructurering van Spoorlanden niet meegenomen in het voorliggende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan heeft een overwegend consoliderend karakter.

3.5.3 Detailhandel op bedrijventerreinen

In zijn algemeenheid wordt detailhandel veelal geweerd op bedrijventerreinen. Dit komt vooral voort uit de wens om de bestaande kernwinkelgebieden niet te laten leeglopen of te beconcurreren. Ten aanzien van volumineuze detailhandel en productiegebonden detailhandel wordt veelal een uitzondering gemaakt, omdat deze vormen van detailhandel zich bij uitstek lenen voor vestiging op een bedrijventerrein. Zij passen ook uitstekend binnen het relevante provinciale beleid.

In de gemeente Kampen is sprake van een situatie waarin detailhandel op diverse bedrijventerreinen en in diverse varianten voorkomt. De bestaande gemeentelijke regulering van detailhandel is momenteel niet meer voldoende, wat veroorzaakt wordt door de veranderende markt, verouderde bestemmingsplannen, eigentijdse bestuurlijke wensen. Hierdoor is in Kampen een onduidelijke situatie ontstaan. Om weer een helder standpunt én een heldere sturing te kunnen bewerkstelligen omtrent het vraagstuk "detailhandel", is de nota "Detailhandel op bedrijventerreinen" opgesteld voor de gemeente Kampen.


Van belang is, dat onderscheid wordt gemaakt in diverse vormen van detailhandel. Naast het algemene begrip "detailhandel", dat eenvoudig alle vormen van detailhandel dekt, worden ook de volgende vormen onderscheiden:

  • "detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit", dat wil zeggen detailhandel die naast en ondergeschikt aan de hoofdfunctie plaatsvindt en rechtstreeks daarmee verband houdt;
  • "productiegebonden detailhandel", dat wil zeggen detailhandel in goederen welke ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
  • "perifere detailhandelsvestigingen", vormen van detailhandel die niet goed in het centrumgebied kunnen worden ingepast en daarom vaak te vinden zijn op bedrijventerreinen en langs grote wegen. Voorbeelden zijn detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in volumineuze goederen zoals auto's, boten, caravans, woninginrichting, keukens, sanitair. Criterium hierbij is de branchering;
  • "grootschalige geconcentreerde detailhandelsvestigingen", geconcentreerde vestigingen van grootschalige winkels met een oppervlakte van ten minste 1.500 m2. Het criterium hierbij is de oppervlakte.

Voor het bedrijventerrein Zendijk zijn in de nota de volgende vormen van detailhandel acceptabel en wenselijk geacht:

  • Detailhandel in auto's, boten, caravans, motoren, automaterialen (valt onder de perifere detailhandelsvestigingen). Zendijk komt hiervoor in aanmerking vanwege de bereikbaarheid, de zichtlocatie en het reeds consumentgerichte karakter van het gebied.
  • Bouwmarkten (valt onder de perifere detailhandelsvestigingen). Voor bouwmarkten geldt dat een evenwichtige spreiding wenselijk is, omdat bouwmarkten vooral doelgericht worden bezocht.
  • Detailhandel in bouwmaterialen en in brand- en explosiegevaarlijke stoffen (valt onder de perifere detailhandelsvestigingen). Hiervoor geldt niet het uitgangspunt van clustering, ook is geen sprake van omvangsbeperkingen. Deze bedrijven kunnen zich, al dan niet via afwijking, blijven vestigen op de bedrijventerreinen.
  • Detailhandel in overige volumineuze goederen (hieronder niet begrepen wonen en tuincentra). Dit betreft detailhandel die niet wordt begrepen onder het klassieke perifere detailhandelsbeleid, maar wel in de praktijk vaak perifeer voorkomt. Bijvoorbeeld tuinhuisjes, tuinspeelgoed, zwembaden, vijvers, haarden en kachels, automaterialen, steenhandel et cetera. Zendijk komt in aanmerking vanwege de bereikbaarheid, de zichtlocatie en het consumentgerichte karakter van het gebied.
  • Productiegebonden detailhandel. Zendijk komt hiervoor in aanmerking. Voorgesteld is om clustering van productiegebonden detailhandel na te streven. Immers, clustering levert een aantal voordelen op, zowel voor de betrokken bedrijven als voor de consumenten. Het voorstel is om hiervoor een aparte zone aan te duiden waarbinnen de vestiging van productiegebonden detailhandel mogelijk wordt gemaakt. Nieuwvestiging van procuctiegebonden detailhandel buiten de zone wordt uitgesloten. Gelet op het huidige (detailhandels)karakter van de Zendijk zone en de zichtbaarheid van en bereikbaarheid op de Zwolseweg, komt de zone Zendijk hiervoor in aanmerking. In het gebied gevormd door Veldoven, Kleiland en Tasveld is (van oudsher) detailhandel aanwezig. Door het toelaten van productiegebonden detailhandel binnen dit gebied, wordt dit karakter deels behouden. Voor wat betreft de toe te stane oppervlakte voor productiegebonden detailhandel wordt in de nota voorgesteld om de toegestane winkelvloeroppervlakte te beperken tot 100 m2.

Voor Zendijk is relevant dat in de nota is aangegeven dat nieuwvestiging en uitbreiding voor de branche wonen inclusief badkamers, keukens, sanitair en tegels in het plangebied is uitgesloten.

Verder wordt aanbevolen om detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van groothandel uit te sluiten.

Tenslotte is het van belang dat onder de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening de mogelijkheden tot branchering in bestemmingsplannen zijn verruimd. In artikel 3.1.2, lid 2 Bro is met dit doel opgenomen: "Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening kan een bestemmingsplan eisen bevatten met betrekking tot branches van detailhandel".

Bovenstaande voorstellen passen zonder meer in dit wettelijk kader. De conclusies uit het opgestelde onderzoeksrapport, zoals hierboven omschreven, worden door de gemeente Kampen onderschreven. Zij zijn daarom verwerkt in het voorliggende plan.

In de nota wordt naast detailhandel ook ingegaan op enkele andere functies. In de nota wordt voorgesteld in het gebied waar ook genoemde vormen van detailhandel mogelijk moeten zijn, ook vormen van creatieve bedrijvigheid, kantoren en internethandel toe te laten.

Het is niet gewenst om de "wat zwaardere" bedrijfscategorieën overal op het terrein toe te staan. Daarnaast bevordert en benadrukt concentratie van deze soort van bedrijvigheid de positieve ruimtelijke uitstraling het meest.

Het beleid van de detailhandelsnota heeft een vertaling gekregen in het bestemmingsplan. Om nog enige sturing te kunnen bieden, mede in het belang van de bescherming van de mogelijkheden van de omliggende bedrijven, worden de functies middels een afwijkingsregeling mogelijk gemaakt. Bijvoorbeeld extra parkeervoorzieningen kunnen in dat kader geregeld worden.

3.5.4 Gebiedsvisie de gezichten van IJsselmuiden

De gemeente Kampen heeft voor het dorp IJsselmuiden de gebiedsvisie "De gezichten van IJsselmuiden" opgesteld. In de gebiedsvisie zijn uitgangspunten weergegeven voor de versterking van de ruimtelijke kwaliteit en eigenheid van de dorpsrand.

Het gebied is onderscheiden in ruimtelijke eenheden. Het plangebied ligt tussen de ruimtelijke eenheden "Aan de dijk" en "Groene kom".

Aan de dijk: In het gebied is de inzet om de bescheiden relatie van IJsselmuiden met de rivier te continueren, maar deze wel meer betekenis en uitstraling te geven. De routes over de dijk worden versterkt, de landschapsbeleving vergroot. Daarnaast wordt IJsselmuiden met een aantal nieuwe routes en plekken naar de rivier gebracht. Op enkele plekken zijn er mogelijkheden om opnieuw aan de dijk te bouwen, met prachtig uitzicht over de open uiterwaarden. IJsselmuiden krijgt zo een gezicht aan het rivierlandschap.

Groene kom: In dit gebied is de inzet om de kom een meer herkenbaar, eigen karakter te geven, waarmee het zich duidelijk gaat onderscheiden van het veenweidegebied van Mastenbroek. Het natte karakter wordt daarvoor nieuw leven in geblazen. De inzet is de ontwikkeling van een vrij open, structuurrijke kom, met daar overheen een transparante bomenstructuur die nieuwe samenhang in het gebied brengt. De doorsnijdende infrastructuur wordt daardoor minder dominant en beter ingepast. Daarnaast geven de boomweides en twijgwaarden de mogelijkheid om het nieuwe bedrijvenprogramma, de tramhalte en remise een stevig tegenwicht te geven. De Zeneke (een oude veenrivierloop) wordt door de kom, achterlangs het lint van Oosterholt doorgetrokken en verbonden met de Trekvaart. Deze waterloop voert schoon kwelwater van de IJssel af, en biedt zo - naast de recreatieve mogelijkheden - veel kansen voor de ontwikkeling van bijzondere water- en natuurwaarden. In de dorpsrand ontstaat zo een rijk, afwisselend gebied, met veel mogelijkheden voor natuurontwikkeling, bosbouw, beweiding en vormen van recreatie

IJsselmuiden heeft zich oorspronkelijk ontwikkeld langs structuurdragers. Deze structuurdragers zijn landschappelijke lijnen, zoals wegen, dijken, zandruggen, lanen en linten. Onder de toenemende verkeers- en bebouwingsdruk hebben de structuurdragers de laatste decennia aan betekenis en kwaliteit ingeboet. Het doel is om de oude lijnen weer het dorp te laten dragen en daarmee een nieuwe sterke, samenhang tussen dorp en landschap te ontwikkelen.

Bij nieuwe ontwikkelingen in het plangebied kunnen de aanwezige waarden en structuren versterking geven aan de ruimtelijke kwaliteit van het gebied.

3.5.5 Gebiedsvisie IJsselmuiden Dorp

Voor IJsselmuiden Dorp is ook een gebiedsvisie opgesteld. Dit is een uitwerking van de Structuurvisie Kampen 2030. In de gebiedsvisie zijn de waarden en kwaliteiten van IJsselmuiden Dorp benoemd. De bestaande bedrijventerreinen Spoorlanden en Zendijk maken ook onderdeel uit van de gebiedsvisie.

Op niveau van het hele dorp zijn de zogenaamde structuurdragers aangewezen/benoemd als kwaliteiten. Daarbij gaat het voor IJsselmuiden om:

  • de historische linten op de zandruggen (daarbij gaat het uitdrukkelijk niet alleen om de bebouwingsstructuur, maar ook om het complete plaatje van route, de aan die route ontstane bebouwing, de beplantingsstructuur en de aardkundige waarden van de zandruggen (aanwezige hoogteverschillen, steilranden en dergelijke);
  • de zogenaamde drietand van wegen (Trekvaart, Burgemeester van Engelenweg en Baan) als oude verbindingen tussen de zandgronden en de stad Kampen met begeleidende bebouwings-, beplantings- en waterstructuur (Trekvaart);
  • de oude IJsselarm (drager van de zogenaamde groene vingers vanuit het buitengebied tot diep in de kern van het dorp).

Per onderscheiden deelgebied zijn vervolgens kwaliteiten benoemd. Het plangebied ligt in het deelgebied "Bedrijventerrein Spoorlanden/Zendijk".

De kwaliteiten van dit deelgebied zijn:

  • Goede bereikbaarheid en, voor de kop van Spoorlanden, de ligging nabij het centrum van Kampen, op de zon, aan de IJssel, met fraai uitzicht over de rivier op het historische stadsfront van Kampen.
  • De nabijheid van het omringende (Nationaal) Landschap IJsseldelta.
  • Waardevolle bebouwing (complex Siebrand Spoorstraat 12, garage van Connexxion Spoorstraat 3 en een karakteristieke loods met houten spanten op het voormalige veilingterrein aan de Spoorstraat).
  • Enkele monumentale bomen.
  • Karakteristieke bomenrij langs de Zwolseweg.
  • Restant van veenriviertje de Zeneke.

Op basis van deze gebiedsvisie is een nadere inventarisatie naar de cultuurhistorische waarden/kwaliteiten in het dorp IJsselmuiden noodzakelijk, waarbij deze waarden en kwaliteiten zullen worden vastgelegd in een cultuurhistorische waardenkaart. Bij nieuwe ontwikkelingen in het plangebied zal moeten worden getoetst aan deze waardenkaart.

3.5.6 Welstandsnota

De gemeente heeft een Welstandsnota vervaardigd. Deze Welstandsnota gaat over de kwaliteit van de bebouwing in de gemeente Kampen. Oude en nieuwe gebouwen in al hun verscheidenheid vormen met elkaar het aanzien en daarmee de welstand van de gemeente. De gemeente Kampen wil dan ook zorgvuldig omgaan met de bebouwing in de gemeente. Daarnaast wil zij ook haar burgers inspireren en stimuleren zorgvuldig om te gaan met verbouwingen aan hun gebouwde eigendommen. Deze Welstandsnota is daartoe opgesteld.

De Welstandsnota is bedoeld om te inspireren en waar mogelijk een nieuwe kijk te bieden op de dagelijkse leefomgeving. Door de Welstandsnota wordt de burger en de aanvrager van een bouwaanvraag inzicht geboden en verheldering gegeven over de beoordeling van (zijn of haar) bouwplannen.

De Welstandsnota regelt het welstandsbeleid voor de gemeente door middel van gebiedsgerichte criteria. De gemeente heeft per deelgebied vastgelegd welke criteria toegepast dienen te worden. In de Welstandsnota is het plangebied opgenomen als: buitengebied, deelgebied ”Bedrijventerrein IJsselmuiden”.

Het beleid voor dit gebied is:

  • Bij nieuwbouw en vervanging is vernieuwing mogelijk.
  • Langs de IJssel wordt bebouwing met architectonische kwaliteit verwacht met speciale aandacht voor het silhouet vanaf de overkant van de rivier. Dit geldt ook voor de zichtbare bebouwing vanuit het landschap.
  • Bij verbouwingen en uitbreidingen dienen de bebouwingskarakteristieken, zoals die in de gebiedsbeschrijving zijn omschreven te worden gerespecteerd

Voor een uitgebreide beschrijving van de welstandscriteria wordt verwezen naar de Welstandsnota.

3.5.7 Extern veiligheidsbeleid 2007

De gemeente Kampen wil haar burgers een veilige leefomgeving bieden. Om die verantwoordelijkheid in te vullen, heeft de gemeente Kampen samen met Haskoning Nederland B.V. Milieu het externe veiligheidsbeleid geformuleerd. Doel van het externe veiligheidsbeleid is om duidelijk te maken welke externe veiligheidsrisico's in de gemeente Kampen aanwezig zijn en hoe met deze en toekomstige risico's dient te worden omgegaan.

Risicobronnen bestaan uit risicovolle inrichtingen en transportassen en buisleidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Uit een inventarisatie blijkt dat zich in Kampen relatief weinig risicobronnen bevinden. De gemeente Kampen kent 8 Bevi-inrichtingen en 8 inrichtingen die vallen onder de drempelwaardenlijst in het kader van het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (propaantanks, opslag van gevaarlijke stoffen en houtopslag).

Het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de gemeente vindt plaats over weg, spoor, water en buisleiding. De gemeente heeft in 2001 een routering voor het wegvervoer van gevaarlijke stoffen vastgesteld. Ook ontheffingroutes zijn bepaald.

Op basis van de uitgevoerde inventarisaties is geconstateerd dat binnen de gemeente Kampen geen grote knelpunten aanwezig zijn voor wat betreft de bescherming van individuele burgers (plaatsgebonden risico). Wel is een aantal situaties aanwezig met een verhoogd risico voor groepen (groepsrisico). Daarnaast vormt de ligging van de bestaande transportassen en buisleidingen wel een aandachtspunt voor ruimtelijke ontwikkelingen.

Bij bestaande situaties is het niet altijd mogelijk om de uitgangspunten en ambities toe te passen. Voor bestaande situaties geldt dat deze worden geaccepteerd indien ze voldoen aan de wettelijke grens- en richtwaarden. Indien niet aan wettelijke grenswaarden wordt voldaan, dient naar een (snelle) oplossing van de situatie gezocht te worden. Bron- en effectmaatregelen lopen daarbij vooruit op saneringsinstrumenten.

Bij een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico in bestaande situaties, dienen de hulpdiensten bijzondere aandacht te besteden aan de voorbereiding op een eventuele calamiteit (eventueel wordt de regionale brandweer om advies gevraagd).

In het geval van nieuwe situaties worden in woongebieden geen risicobronnen geïntroduceerd. Kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten mogen niet binnen de 10-6 contour van een risicobron liggen. Daarnaast is een toename van het groepsrisico door risicobronnen niet toegestaan. Een toename van het groepsrisico door een structurele toename van het aantal personen in het invloedsgebied is wel toegestaan, mits:

  • er invulling wordt gegeven aan de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico, zoals opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • de risicobron actief wordt benaderd teneinde de risico's zo mogelijk te minimaliseren;
  • de oriënterende waarde voor het groepsrisico in nieuwe situaties als richtwaarde wordt beschouwd.

Voor een specifieke beschrijving voor het plangebied wordt verwezen naar paragraaf 4.4.

3.5.8 Groenstructuurvisie Kampen

Groenstructuurvisie Kampen (oktober 2012) is een beleidsdocument waarin de ambities en doelen op het gebied van groen zijn vastgelegd. Hierbij gaat het om zowel de functionele als de visueel-ruimtelijke aspecten van het groen. De visie vormt een kapstok waaraan andere groene plannen en projecten worden opgehangen. Daarnaast kunnen plannen en projecten van andere vakdisciplines hieraan worden getoetst. Zo levert de visie input voor bescherming, inpassing en aanleg van nieuw openbaar groen in ruimtelijke (her)ontwikkelingsprojecten. Daarnaast formuleert de groenstructuurvisie doelstellingen en randvoorwaarden voor het beheer en onderhoud en geeft hiermee houvast voor de dagelijkse uitvoering.

Het gebied Spoorlanden en Zendijk is opgenomen in de groenstructuurvisie. Op de afbeelding "Uitsnede kaart Groenstructuurvisie" is voor deze buurtschappen de groenstructuurvisie in beeld gebracht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0166.00991121-VB02_0005.jpg"

Afbeelding: Uitsnede kaart groenstructuurvisie