direct naar inhoud van 6.2 Zienswijzen
Plan: Brunneper Bongerd 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991119-VB01

6.2 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan is op 15 januari 2013 gepubliceerd in het huis-aan-huisblad De Brug en de Staatscourant en heeft vanaf 16 januari gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn zes zienswijzen binnengekomen:

Waterschap Groot Salland (13INK00472):

De zienswijze van 18 januari 2013 is op 21 januari binnengekomen. De zienswijze is daarmee ontvankelijk.

  • 1. Het Waterschap gaat akkoord met het plan. Wel heeft zij een tekstuele opmerking op de toelichting. In tegenstelling tot hetgeen vermeld, is er wel sprake van een hoofdwatergang in het plangebied. Verzocht wordt dit te wijzigen.


Reactie gemeente:

Ad 1

De toelichting wordt naar aanleiding van de zienswijze aangepast.

De zienswijze is gegrond. De toelichting wordt aangepast.

Bewoners Greenterweg 15 t/m 21 (13INK01226):

De zienswijze van 11 februari 2013 is op 14 februari binnengekomen. De zienswijze is daarmee ontvankelijk.

  • 1. Appellanten kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat met dit plan de voorbereidingen worden getroffen en er bewust of onbewust 'niet omkeerbare' stappen worden gezet om uitvoering te (kunnen) geven aan het eerder voor dit gebied ontwikkelde verkavelingsplan. In 2005 hebben appellanten eerder opmerkingen gemaakt over in dit ontwikkelde verkavelingsplan opgenomen gronden en de hierop aanwezige bebouwing die nu gehuurd worden door de bewoners. Appellanten vragen zich af of het voorliggende ontwerpbestemmingsplan aan deze afspraken tegemoet komt.

Reactie gemeente:

Ad 1

Het betreft hier een consoliderend plan, waarin het bestaande bestemmingsplan zo nauwkeurig mogelijk wordt overgenomen. Dit bestaande plan stamt uit 1962 en maakt al woningbouw in het gebied mogelijk.

In 2005 is een stedenbouwkundig ontwerp voor het gebied gepresenteerd op een informatiebijeenkomst in de buurt. Tot op heden is aan dit stedenbouwkundig plan nog geen gevolg gegeven, omdat onder andere nog onderzoek wordt gedaan naar de uitvoerbaarheid van het plan.

Omdat het bestemmingsplan enkel een actualisering is van het bestaande bestemmingsplan, is geen rekening gehouden met afspraken die de nieuwe woningbouwplannen betreffen; deze komen aan de orde wanneer het woningbouwproject daadwerkelijk opgestart wordt. De ingediende zienswijze met de gemaakte afspraken is aan de projectleider van de woningbouwontwikkeling in het gebied doorgegeven en zal in het kader van de verdere planvorming meegenomen worden.

De zienswijze is ongegrond. De opmerkingen zijn doorgegeven aan de projectleider van de toekomstige woningbouwontwikkeling.

Nederlandse Bijenhoudersvereniging afdeling Kampen en omstreken (13ink01574 en 13ink02304):

De pro forma zienswijze van 25 februari 2013 is op 25 februari binnengekomen. De zienswijze is daarmee ontvankelijk. Appellant is met een brief van 28 februari 2013 in de gelegenheid zijn zienswijze aan te vullen tot en met 11 maart 2013. Van deze mogelijkheid heeft appellant gebruik gemaakt met een brief van 9 maart, ontvangen op 11 maart. Op 5 april heeft een gesprek met de vertegenwoordiger van de Bijenhoudersvereniging plaatsgevonden, waar de zienswijzen nader zijn toegelicht en besproken. De zienswijzen zien, samengevat, op de volgende aspecten:

  • 1. Appellant stelt dat de termijn voor aanvulling tot 11 maart niet correct is.
  • 2. De gehanteerde naam Brunneperhaven is misleidend, waardoor appellant bijna geen zienswijze had ingediend;
  • 3. Appellant is niet geïnformeerd over de terinzagelegging. Ook waren zijn zij niet uitgenodigd voor de informatieavond in 2005 of over deze plannen uit 2005 ingelicht.
  • 4. De ambitie om de restant van de oude waterloop als ruimtelijk herkenbare structuur te behouden, vindt appellant niet terug in het plan;
  • 5. De gemeente heeft het gebied de afgelopen jaren volledig verwaarloosd en appellant in onzekerheid gelaten over de toekomstige ontwikkelingen.
  • 6. De ontwikkeling uit 1961 is uit de tijd en onuitvoerbaar. Bebouwing op deze locatie zoals in het plan uit 1961 vindt appellant ongewenst. In de toelichting wordt niet vermeld waarom er voor is gekozen dit oude bestemmingsplan over te nemen, in plaats van de bestaande groene situatie. Appellant heeft meer belang bij een ontwikkeling van een groene zone, herstel van de boomgaard en een actieve imkerij met een educatieve ontmoetingsplek. Appellant verwijst hierbij naar de Groenstructuurvisie 2012.
  • 7. Appellant verzoekt dan ook om het gebied te bestempelen als ecologisch landschappelijk groen, waarbij overigens de al gehanteerde bestemmingen Water en Groen hiervoor niet volstaan. Het gebied is nog één van de weinige mogelijkheden een mooi vrij toegankelijk groengebied in het versteende Brunnepe te realiseren. Tussentijdse illegale bomenkap heeft de kwaliteit van het gebied enorm aangetast;
  • 8. In de toelichting wordt de ontwikkelingsvisie uit 2005 besproken. Dit hoort volgens appellant niet thuis in een consoliderend plan. Het opnemen van deze visie mag niet tot gevolg hebben dat men zijn rechten verspeelt, wanneer een bestemmingsplan voor de beoogde ontwikkeling in procedure wordt gebracht.
  • 9. Met betrekking tot deze visie vraagt appellant zich af waarom de gemeente zelf niet met een visie is gekomen, waarin recht aan de imkerij wordt gedaan welke al zoveel jaar in het gebied aanwezig is. Hiernaast is appellant benieuwd naar de wijzigingen die in de visie zijn doorgevoerd naar aanleiding van de informatie-avond en welke onderzoeken zijn uitgevoerd.

Reactie gemeente:

Algemeen

Eén van de belangrijkste redenen om het bestemmingsplan te actualiseren, is dat per 1 juli 2013 anders het geldende bestemmingsplan vervalt. Dit zou in strijd zijn met de plicht uit de Wet ruimtelijke ordening, waarin is geëist dat een gemeente voor heel het grondgebied een bestemmingsplan moet hebben. Hiernaast zou het vervallen van het bestemmingsplan tot gevolg hebben dat de Bouwverordening gaat gelden voor dit gebied. Dit betekent dat er nauwelijks regels voor het gebied gelden. Zo ontbreekt er dan een gebruiksverbod, waardoor alle soorten van gebruik toegestaan zijn. De regels die dan wel van toepassing zijn, zijn erg ruim. Zo zou het mogelijk zijn om in het hele gebied bouwwerken tot 15 meter hoogte te bouwen. Kortom, een vanuit een goede ruimtelijke ordening en ook voor de omwonenden ongewenste situatie die aanleiding geeft tot actualisatie van het bestemmingsplan.

Appellant stelt dat bij actualisatie van het plan dan niet gekozen moet worden voor de planologisch bestaande situatie (woningbouw), maar voor de feitelijke situatie (groen). Sinds 1961 is al duidelijk dat binnen dit gebied woningbouw mogelijk is. Dat er ook daadwerkelijk woningbouwontwikkeling gaat plaatsvinden blijkt uit het feit dat een groot deel van de gronden in eigendom zijn bij een projectontwikkelaar. Deze ontwikkelaar heeft samen met de gemeente in 2005 een visie gepresenteerd voor de beoogde woningbouw in het gebied. Hiernaast is in de Structuurvisie uit 2009 nogmaals benadrukt dat het hier om een ontwikkellocatie gaat. Omdat de woningbouwplannen nog niet zover zijn dat zij in een bestemmingsplan kunnen worden opgenomen, is er voor gekozen de huidige planologische situatie zo realistisch mogelijk over te nemen bij de actualisatie.

Hier komt bij dat zoals al gemeld, een groot deel van de gronden in eigendom zijn bij een projectontwikkelaar die concrete plannen heeft om in dit gebied woningbouw te ontwikkelen. Door zoals door appellant voorgesteld het gebied als groengebied te bestemmen, zouden bestaande bouwrechten van deze ontwikkelaar weg bestemd worden, wat in strijd zou zijn met het rechtszekerheidsbeginsel. Hiernaast zou dit plan niet economisch uitvoerbaar zijn, gelet op de planschadegevolgen die dit zou hebben.

Ad 1

De aanvullende termijn van 14 dagen is gerekend vanaf de dag van ontvangst van de pro forma zienswijze, waardoor de uiterste termijn 11 maart is.

Ad 2

De naamgeving Brunneperhaven is ontstaan doordat dit gebied op de kadastrale minuut van 1832 is aangeduid als de “Brunneper Haven”. Omdat de naam Brunneper Bongerd bij het publiek meer associatie met het gebied oproept, is de naamgeving van het plan veranderd naar Brunneper Bongerd 2013. Overigens is in de advertentietekst ook vermeld door welke wegen het gebied begrensd is, namelijk de Greenterweg, Noordweg en de Beltweg. Uit de advertentietekst is dan ook voldoende op te maken voor welk gebied het bestemmingsplan wordt opgesteld.

Ad 3

Er is voldaan aan de wettelijke informatieplicht, waarbij het plan op internet (website gemeente Kampen en www.ruimtelijkeplannen.nl), in het Huis aan huisblad De Brug en in de Staatscourant is bekendgemaakt. Omdat het een consoliderend bestemmingsplan betreft waarbij de bestaande bestemmingen zijn overgenomen, is er voor gekozen geen informatieavond te organiseren. Natuurlijk worden de omwonenden geïnformeerd en betrokken wanneer de nieuwe ontwikkelingen in het gebied concreet worden.

Ad 4:

In het bestemmingsplan is De Riette met de bijbehorende oevers bestemd als Groen en Water. Overigens is ten opzichte van het ontwerp de bestemming Water nog iets verder doorgetrokken. Hiermee is De Riette beschermd tegen ongewenste ingrepen.

Ad 6:

Zie voor beantwoording onder Algemeen

Ad 5 en 7

In 2005 is een stedenbouwkundig ontwerp voor het gebied gepresenteerd op een informatiebijeenkomst in de buurt. Tot op heden is aan dit stedenbouwkundig plan nog geen gevolg gegeven, omdat onder andere nog onderzoek wordt gedaan naar de uitvoerbaarheid van het plan. Om goed de historie van het plangebied te kunnen weergeven en onder andere de relatie van de aanwijzing van het plangebied in de Structuurvisie 2030 te verklaren, is in de toelichting ingegaan op deze planvorming en de stedenbouwkundige schets die gepresenteerd is. Hiernaast zijn diverse omwonenden aanwezig geweest op de informatieavond, dus is het niet meer dan logisch dat in de toelichting de stand van zaken van deze planvorming wordt toegelicht.

Waarschijnlijk nog dit jaar zal het college van Burgemeester en Wethouders een besluit nemen over de projectopdracht voor de woningbouw op deze locatie. Hierna zal verdere visievorming op het gebied opgestart worden, waarbij ook de betrokkenheid van de ontwikkelaar als mede-grondeigenaar noodzakelijk is. Omwonenden zullen over de uitkomsten worden geïnformeerd.

De zienswijze is gedeeltelijk gegrond. De bestemming Water wordt bij de Riette iets meer doorgetrokken en de naamgeving van het plan wordt aangepast.

Bewoners omgeving Greenterweg, M. de G. (13INK01638, 13ink02173, 13ink02326 en 13ink02332):

De pro forma zienswijze van 25 februari 2013 is op 25 februari binnengekomen. De zienswijze is daarmee ontvankelijk. Appellanten zijn met een brief van 28 februari 2013 in de gelegenheid gesteld hun zienswijze aan te vullen tot en met 11 maart 2013. Van deze mogelijkheid hebben appellanten gebruik gemaakt met brieven van 6 maart, ontvangen 7 maart (van J. K. en H. K.), 11 maart, ontvangen 11 maart (M. de G. namens bewoners) en per fax van 11 maart (SUR namens M. de G. en J. L.). Op 5 april heeft een gesprek met de vertegenwoordiger van omwonenden (M. de G.) plaatsgevonden, waar de zienswijzen nader zijn toegelicht en besproken. De zienswijzen zien, samengevat, op de volgende aspecten:

13ink02173:

  • 1. Appellanten kunnen zich niet vinden in het feit dat bebouwing mogelijk wordt gemaakt voor hun woningen, omdat dit het vrije uitzicht, woongenot en privacy ontneemt. Toen appellanten de woning in 1987 kochten, was er geen sprake van woningbouw maar van de realisatie van een park met speelvoorzieningen. Appellanten kunnen zich wel vinden in het verkavelingsvoorstel uit 2005.

13ink02332:

  • 2. Appellant stelt dat de termijn voor aanvulling tot 11 maart niet correct en erg kort is.
  • 3. De gehanteerde naam Brunneperhaven is misleidend, waardoor appellanten bijna geen zienswijze hadden ingediend;
  • 4. Na de informatiebijeenkomst van 2005 is niets meer vernomen over de bouwplannen. Appellanten willen over nieuwe ontwikkelingen op de hoogte worden gehouden;
  • 5. Het betreft een consoliderend bestemmingsplan. Appellant kan zich niet in de term consoliderend vinden. Het plan uit 1961 is achterhaald en wijkt af van de huidige inzichten, waaronder de aanwezigheid van de historische groenstructuur in het plangebied. Het betreft hier een uniek stukje natuur. De consolidatie is enkel een formaliteit, welke de weg vrij moet maken voor de werkelijk beoogde nieuwbouw. Appellanten hebben liever dat er een volledig nieuw bestemmingsplan komt voor de beoogde situatie in het plangebied, waarbij eventuele woningbouw ingepast wordt met respect voor de oude structuur en de omliggende historische bebouwing;
  • 6. Er is meer historische bebouwing in de nabijheid van het plangebied aanwezig dan het pand Beltweg 20. Er is voor een aantal panden zelfs subsidie verleend.
  • 7. De gevolgen voor Flora & Fauna dienen onderzocht te worden voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld.
  • 8. In de toelichting wordt ingegaan op de stedenbouwkundige visie uit 2005. Appellanten stellen dat dit onderdeel uit de toelichting moet worden geschrapt, omdat het noemen van de visie alleen maar verwarring zaait. In deze visie wordt de huidige groenstructuur volledig vernietigd. De eerder aanwezige fruit- en nootbomen zijn al door de ontwikkelaar in het gebied zonder vergunning gekapt.
  • 9. Hiernaast is bij realisatie van het nieuwe bouwplan bodemsanering vereist. Appellanten willen inzicht in de risico's.
  • 10. Er is bij realisatie van bebouwing risico op grondwateroverlast. Hiervoor wordt in de watertoets al gewaarschuwd. Nu al bestaat er overlast bij langdurige of hevige regenval. Er zullen bij nieuwbouw dan ook extra voorzieningen moeten worden aangelegd.
  • 11. Appellanten spreken hun zorg uit over de wijzigingsbevoegdheid van de bestemming Groen naar Verkeer en/of Verkeer – Verblijfsgebied. Het is met deze bevoegdheid mogelijk is om het groen in het gebied nog meer aan te tasten.

13ink02326

  • 12. Het plan is in strijd met een goede ruimtelijke ordening, omdat er geen behoefte aan de woningbouw bestaat die in het plan mogelijk wordt gemaakt. Er is geen woonbehoefteonderzoek uitgevoerd. Er is ruim voldoende soortgelijk aanbod in Kampen aanwezig. In het plan worden 35 woningen bestemd, terwijl de projectontwikkelaar 'slechts' 21 woningen wil bouwen. Hierdoor is het plan economisch niet uitvoerbaar en ook niet uitvoerbaar binnen de planperiode van tien jaar.
  • 13. Er worden verschillende woningaantallen in de toelichting genoemd.
  • 14. Het betreft een consoliderend bestemmingsplan. Appellant kan zich niet in de term consoliderend vinden. Het plan uit 1961 is achterhaald en wijkt af van de huidige inzichten, waaronder de aanwezigheid van de historische groenstructuur in het plangebied. Het betreft hier een uniek stukje natuur. De consolidatie is enkel een formaliteit, welke de weg vrij moet maken voor de werkelijk beoogde nieuwbouw. Appellanten hebben liever dat er een volledig nieuw bestemmingsplan te komen voor de beoogde situatie in het plangebied, waarbij eventuele woningbouw ingepast wordt met respect voor de oude structuur en de omliggende historische bebouwing;
  • 15. Er is meer historische bebouwing in de nabijheid van het plangebied aanwezig dan het pand Beltweg 20. Er is voor een aantal panden zelfs subsidie verleend
  • 16. De gevolgen voor Flora & Fauna dienen onderzocht te worden voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld.
  • 17. Appellant heeft zijn woning gekocht mede vanwege de rust en ruimte aan de achterzijde. Deze ruimte was o.a. nodig voor het stallen van hun auto's en aanhangers. Het versmallen van de Rietteweg is ongewenst, o.a. vanwege het optimaal kunnen gebruiken van de inpandige garage. In het voorliggende plan verdwijnt het grootste deel van het groen aan de Rietteweg. Verzocht wordt om meer groen in het plangebied te behouden.
  • 18. Appellant stelt dat hij eigenaar is van een gedeelte van het plangebied, omdat hij de gronden al meer dan tien jaar in bezit heeft.
  • 19. Er bij realisatie van bebouwing risico op grondwateroverlast. Hiervoor wordt in de watertoets al gewaarschuwd. Nu al bestaat er overlast bij langdurige of hevige regenval. Er zullen bij nieuwbouw dan ook extra voorzieningen moeten worden aangelegd.
  • 20. Appellant spreekt zijn zorg uit over de wijzigingsbevoegdheid van de bestemming Groen naar Verkeer en/of Verkeer – Verblijfsgebied. Het is met deze bevoegdheid mogelijk is om het groen in het gebied nog meer aan te tasten.
  • 21. Appellant vreest overlast door scooters of hangjongeren, wanneer het gebied van meerdere zijden te bereiken is;
  • 22. De voorgestelde bouwhoogte past niet in het gebied. De bouwhoogte zou maximaal 8 meter moeten zijn. De goothoogte zou moeten aansluiten bij de bestaande omgeving, namelijk 4 meter.
  • 23. Er zijn bouwwerken tot 3,5 meter in de bestemming Water mogelijk en de aanleg van kunstwerken. Dit is ongewenst.
  • 24. Er zijn bouwwerken, geen gebouw zijnde tot 2,5 meter hoog mogelijk in de bestemming Wonen. Dit is ongewenst.
  • 25. In de bestemming Groen en Verkeer – Verblijfsgebied zijn bouwwerken, geen gebouw zijnde tot 4,5 meter hoog mogelijk. Dit is ongewenst.

Reactie Gemeente:

Algemeen:

Eén van de belangrijkste redenen om het bestemmingsplan te actualiseren, is dat per 1 juli 2013 anders het geldende bestemmingsplan vervalt. Dit zou in strijd zijn met de plicht uit de Wet ruimtelijke ordening, waarin is geëist dat een gemeente voor heel het grondgebied een bestemmingsplan moet hebben. Hiernaast zou het vervallen van het bestemmingsplan tot gevolg hebben dat de Bouwverordening gaat gelden voor dit gebied. Dit betekent dat er nauwelijks regels voor het gebied gelden. Zo ontbreekt er dan een gebruiksverbod, waardoor alle soorten van gebruik toegestaan zijn. De regels die dan wel gelden zijn erg ruim. Zo zou het mogelijk zijn om bouwwerken tot 15 meter hoogte te bouwen. Kortom, een vanuit een goede ruimtelijke ordening en ook voor de omwonenden ongewenste situatie die aanleiding geeft tot actualisatie van het bestemmingsplan.

Appellant stelt dat bij actualisatie van het plan dan niet gekozen moet worden voor de planologisch bestaande situatie (woningbouw), maar voor de feitelijke situatie (groen). Sinds 1961 is al duidelijk dat binnen dit gebied woningbouw mogelijk is. Dat er ook daadwerkelijk woningbouwontwikkeling gaat plaatsvinden blijkt uit het feit dat een groot deel van de gronden in eigendom zijn bij een projectontwikkelaar. Deze ontwikkelaar heeft samen met de gemeente in 2005 een visie gepresenteerd voor de beoogde woningbouw in het gebied. Hiernaast is in de Structuurvisie uit 2009 nogmaals benadrukt dat het hier om een ontwikkellocatie gaat. Omdat de woningbouwplannen nog niet zover zijn dat zij in een bestemmingsplan kunnen worden opgenomen, is er voor gekozen de huidige planologische situatie zo realistisch mogelijk over te nemen bij de actualisatie.

Ad 1

Al vanaf 1961 is woningbouw op deze locatie op grond van het bestemmingsplan mogelijk. Dit bestemmingsplan was ook geldend in 1987 toen appellanten de woning kochten, zodat zij op de hoogte konden zijn van de woningbouwmogelijkheden in het gebied.

Ad 2

De aanvullende termijn van 14 dagen is gerekend vanaf de dag van ontvangst van de pro forma zienswijze, waardoor de uiterste termijn 11 maart is. Deze termijn is aanvulling op de wettelijke zienswijzetermijn van zes weken, zodat appelanten in totaal 8 weken de tijd hebben gehad om een zienswijze in te dienen.

Ad 3

De naamgeving Brunneperhaven is ontstaan doordat dit gebied op de kadastrale minuut van 1832 is aangeduid als de “Brunneper Haven”. Omdat de naam Brunneper Bongerd bij het publiek meer associatie met het gebied oproept, is de naamgeving van het plan veranderd naar Brunneper Bongerd 2013. Overigens is in de advertentietekst ook vermeld door welke wegen het gebied begrensd is, namelijk de Greenterweg, Noordweg en de Beltweg. Uit de advertentietekst is dan ook voldoende op te maken voor welk gebied het bestemmingsplan wordt opgesteld.

Ad 4 en 8

In 2005 is een stedenbouwkundig ontwerp voor het gebied gepresenteerd op een informatiebijeenkomst in de buurt. Tot op heden is aan dit stedenbouwkundig plan nog geen gevolg gegeven, omdat onder andere nog onderzoek wordt gedaan naar de uitvoerbaarheid van het plan. Om goed de historie van het plangebied te kunnen weergeven en onder andere de relatie van de aanwijzing van het plangebied in de Structuurvisie 2030 te verklaren, is in de toelichting ingegaan op deze planvorming en de stedenbouwkundige schets die gepresenteerd is. Hiernaast zijn diverse omwonenden aanwezig geweest op de informatieavond, dus is het niet meer dan logisch dat in de toelichting de stand van zaken van deze planvorming wordt toegelicht.

Waarschijnlijk nog dit jaar zal het college van Burgemeester en Wethouders een besluit nemen over de projectopdracht voor de woningbouw op deze locatie. Hierna zal verdere visievorming op het gebied opgestart worden, waarbij ook de betrokkenheid van de ontwikkelaar als mede-grondeigenaar noodzakelijk is. Omwonenden zullen over de uitkomsten worden geïnformeerd.

Ad 5

Zie voor beantwoording onder Algemeen

Ad 6

Inderdaad ligt er in de directe omgeving meer historische bebouwing. De panden Greenterweg 9 tot en met 13 stammen vermoedelijk uit de 19de eeuw maar zijn van het plangebied afgewend. Hun aan de Rietteweg gelegen schuren dateren uit de vorige eeuw. De toelichting zal hier op aangepast worden.

Ad 7

Naar aanleiding van deze zienswijze is een quickscan natuurtoets uitgevoerd door Ecogroen Advies. Deze is als bijlage aan de toelichting toegevoegd. Uit dit rapport blijkt de volgende conclusie:

Een vervolgtraject in het kader van de Natuurbeschermingswet en EHS-beleid is niet noodzakelijk. Er zijn geen beperkingen met betrekking tot zwaarder beschermde flora en fauna met uitzondering van broedvogels - Huismus in het bijzonder- en mogelijk vissen.

In het kader van de Huismus is bij daadwerkelijke planontwikkeling het nemen van vervolgstappen noodzakelijk:

  • herinrichting van het terrein moet buiten het broedseizoen van de huismus plaatsvinden;
  • elders binnen het plangebied of binnen het territorium van de Huismus moet alternatief foerageergebied worden aangelegd, door bijvoorbeeld delen van het plangebied in te zaaien met onkruidruigten.
  • het plangebied moet in de toekomstige situatie geschikt worden gemaakt als foerageergebied, door bijvoorbeeld het gebruik van klinkerbestrating en in ruime mate de aanleg van groene elementen.

Voor de overige broedvogels geldt, dat bij daadwerkelijke planontwikkeling moet plaatsvinden buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels.

In de noordelijke watergang zijn twee exemplaren van de strikt beschermde vissoort Bittervoorn (Ff-wet tabel 3 en Rode Lijst kwetsbaar) aangetroffen. De watergang waarin Bittervoorn is aangetroffen blijft behouden. Zodoende zijn geen negatieve effecten op deze (en eventuele andere beschermde vissoorten) te verwachten, mits ook geen werkzaamheden aan de watergang worden uitgevoerd.  

Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State komt de vraag of voor de uitvoering van een project een ontheffing of vrijstelling nodig is op grond van de Flora- en faunawet, en zo ja, of deze ontheffing of vrijstelling kan worden verleend, aan de orde in een eventueel te voeren procedure op grond van de Flora- en faunawet. Dit is anders indien op voorhand twijfel bestaat of een zodanige vrijstelling of ontheffing kan worden verleend. Gelet op de conclusies uit de quickscan blijkt dat de Flora- en Faunawet niet aan het vaststellen van het bestemmingsplan in de weg staat.

Ad 9

Momenteel wordt subsiidie aangevraagd bij de provincie Overijssel op basis van een opgesteld saneringsplan. Wanneer de subsidie is ontvangen, wordt nader bodemonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is bepalend voor de daadwerkelijke sanering. Wanneer de sanering uitgevoerd wordt, moet hierbij aan alle veiligheidsaspecten worden voldaan. Pas wanneer sanering heeft plaatsgevonden, kunnen bouwwerkzaamheden in het gebied uitgevoerd worden. Via nadere berichtgeving worden de omwonenden op de hoogte gebracht en gehouden.

Ad 10

Het gaat hier om een consoliderend plan waarin de bestaande planologische situatie wordt bestemd. Bij daadwerkelijke bouwwerkzaamheden wordt rekening gehouden met de waterhuishouding ter plaatse. Waar nodig worden voorzieningen getroffen.

Ad 11

Het betreft hier een flexibiliteitsbepaling die ook in het bestemmingsplan Woonwijken Kampen is opgenomen, waarin de omliggende bebouwing planologisch is geregeld. De bepaling is bedoeld om ondergeschikte wegaanpassingen of de aanleg van parkeerplaatsen mogelijk te maken. Het is niet gezegd dat in het plangebied ook daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van deze bevoegdheid. Doordat het hier een wijzigingsprocedure betreft, zijn omwonenden voldoende beschermd in hun rechten, ook omdat wel voldaan moet worden aan de wijzigingscriteria. Overigens heeft de Raad van State zich al eerder positief uitgelaten over de aanvaardbaarheid van deze wijzigingsbevoegdheid.

Ad 12

Hoewel de woningmarkt stagneert en waarschijnlijk zal leiden tot het temporiseren van de korte termijn plannen, tonen recente en gezaghebbende rapporten van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de SER aan dat op de lange termijn de regio Kampen blijft groeien in bevolking en aantal huishoudens. Uit beide rapporten blijkt dat Kampen, Zwolle, Noordoostpolder, Flevoland en Noordwest Veluwe geen krimpgebieden gaan worden. Kampen bevindt zich derhalve in een gebied met potentie. Dat betekent dat het voor de continuïteit van de woningmarkt in Kampen van belang is vast te blijven houden aan de lange termijn ambities zoals verwoord in de Structuurvisie Kampen 2030 en de Woonvisie Kampen 2010-2020.

In het onlangs door de raad vastgestelde Woonplan 2012-2016 is nogmaals gekeken of de ambities uit de Woonvisie aangepast moeten worden. In dit Woonplan is op basis van de uitkomsten van de prognosemodellen Primos 2011 en Pearl 2011 geconcludeerd dat Kampen kan vasthouden aan de lange termijn ambities zoals opgenomen in de Structuurvisie Kampen 2030 en de Woonvisie Kampen 2010-2020. Hoewel de stagnerende woningmarkt in Kampen wel zal leiden tot temporisering van plannen, geeft dit geen noodzaak tot het schrappen van plancapaciteit. Specifiek is besloten om in drie grote gebieden (Onderdijks, Stationskwartier en Hanzewijk) de plannen naar beneden bij te stellen. Overige plannen zoals Brunneperhaven blijven ongewijzigd in de planning staan. Brunneperhaven is dus zeker onderdeel van het woningbouwprogramma van de gemeente Kampen en dus zeker uitvoerbaar binnen de planperiode.

Ad 13

In het bestaande bestemmingsplan zijn geen precieze woningaantallen neergelegd, waardoor het maximaal aantal mogelijke woningen kan wisselen, afhankelijk van de genomen uitgangspunten. Gelet op de beperkte diepte van de bouwstroken (8 meter) is het realistisch om uit te gaan van een beukmaat van 6 meter. Dit zou gelet op de oppervlaktes van de bouwstroken neerkomen op circa 30 tot 35 woningen wanneer enkel rijenwoningen gebouwd zouden worden. De paragraaf 1.4 zal op dit onderdeel aangepast worden.

Ad 14

Zie voor beantwoording onder Algemeen

Ad 15

Zie voor beantwoording ad 6

Ad 16

Zie voor beantwoording ad 7

Ad 17

Al vanaf 1961 is woningbouw op deze locatie op grond van het bestemmingsplan mogelijk. Dit bestemmingsplan was ook geldend toen appellanten de woning kochten, zodat zij op de hoogte konden zijn van de woningbouwmogelijkheden in het gebied. In het bestemmingsplan is de huidige planologische situatie zo nauwkeurig mogelijk op realistische wijze overgenomen, waarbij achter de woning van appellanten inderdaad woningbouw mogelijk is. Overigens heeft de bestaande verharding aan de Rietteweg in het bestemmingsplan de bestemming Verkeer – Verblijfsgebied, zodat geen sprake is van een versmalling.

Ad 18

Onduidelijk is waarop appellant deze stelling baseert, aangezien de gronden kadastraal eigendom zijn van de gemeente Kampen. Als appellant doelt op een situatie van verjaring, dan wordt deze stelling pertinent bestreden.

Ad 19

Zie beantwoording ad 10

Ad 20

Zie beantwoording ad 11

Ad 21

Bij eventuele nieuwbouwontwikkeling is sociale veiligheid een aandachtspunt bij het inrichten van de openbare ruimte. Hierbij worden genoemde aspecten meegenomen.

Ad 22

De goot- en bouwhoogte zijn gebaseerd op de bestaande planologische mogelijkheden. Op grond van artikel 2 van de 'Bebouwingsvoorschriften Greente B' mogen binnen de bouwvlakken woningen worden gerealiseerd met een begane grond, één verdieping en een zolderverdieping. Vertaald in hoogtes is dit goothoogte 6 en bouwhoogte 10 meter.

Ad 23

Binnen de bestemming Water is het ook gewenst dat waterbouwkundige kunstwerken gerealiseerd kunnen worden. Hierbij is ook de hoogte van 3,5 meter wenselijk. Deze bestemming is in samenspraak met het Waterschap opgesteld. Deze bepaling is overigens gelijkluidend aan de bepalingen van het bestemmingsplan Woonwijken Kampen waar het omliggende gebied in is geregeld.

Ad 24

Deze regeling ziet vooral op het bouwen van erfafscheidingen, pergola's en dergelijke. Deze bepaling is overigens gelijkluidend aan de bepalingen van het bestemmingsplan Woonwijken Kampen waar het omliggende gebied in is geregeld.

Ad 25

Deze bestemming is met de afdeling Openbare Ruimte en de wegbeheerder opgesteld. Bij bouwwerken moet gedacht worden aan speeltoestellen en dergelijk. Gebouwen zijn overigens niet toegestaan. Deze bepaling is overigens gelijkluidend aan de bepalingen van het bestemmingsplan Woonwijken Kampen waar het omliggende gebied in is geregeld.

De zienswijze is gedeeltelijk gegrond. Paragraaf 1.4, 2.2.2 en 3.5 van de toelichting wordt aangepast en de naamgeving van het plan wordt veranderd.

De heer R.A. T. (13INK01579):

De zienswijze van 21 februari 2013 is op 26 februari binnengekomen. De zienswijze is daarmee ontvankelijk.

  • 1. Het riviertje de Riette is in het plangebied gelegen. Appellant verzoekt om van de zuidelijke rivieroever een natuurvriendelijke oever te maken. Hiernaast wordt gevraagd om de waterloop niet in te korten bij de Greenterweg. Ook is het verzoek om de waterloop doeltreffend te verbinden met de andere resten van de Riette.

Reactie gemeente:

Ad 1

Het betreft hier een consoliderend plan, waarin het bestaande bestemmingsplan zo nauwkeurig mogelijk wordt overgenomen. Het aanleggen van een natuurvriendelijke oever is in dit plan planologisch mogelijk. Het daadwerkelijk natuurvriendelijk maken van de oever brengt kosten met zich mee en heeft gevolgen voor de aangrenzende woningbouw aan de Greenterweg. Dit verzoek zal dan ook meegenomen worden in het kader van de woningbouwontwikkelingen die in het gebied spelen. In dit kader wordt ook het verzoek om een doeltreffende verbinding van dit deel van de Riette met de overige delen te realiseren beoordeeld.

Inderdaad is de lengte van de Riette iets groter dan dat in het bestemmingsplan met de bestemming 'Water' is aangegeven. De verbeelding wordt aangepast aan de werkelijke situatie.

De zienswijze is gedeeltelijk gegrond. De verbeelding wordt aangepast, waarbij een gedeelte 'Groen' wordt aangepast naar 'Water'.

Stichting Behoud Erfgoed Brunnepe (13INK01576 en 13ink02302):

De pro forma zienswijze van 24 februari 2013 is op 25 februari binnengekomen. De zienswijze is daarmee ontvankelijk. Appellant is met een brief van 28 februari 2013 in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze aan te vullen tot en met 11 maart 2013. Van deze mogelijkheid heeft appellant gebruik gemaakt met een brief van 10 maart, ontvangen 11 maart. Op 5 april heeft een gesprek met de vertegenwoordiger van de stichting plaatsgevonden, waar de zienswijzen nader zijn toegelicht en besproken. De zienswijzen zien, samengevat, op de volgende aspecten:

  • 1. Appellant stelt dat de termijn voor aanvulling tot 11 maart niet correct is;
  • 2. De gehanteerde naam Brunneperhaven is misleidend, waardoor omwonenden (bijna) geen zienswijze had ingediend;
  • 3. Belanghebbenden zijn niet geïnformeerd over de terinzagelegging terwijl wel is toegezegd in 2005 dat belanghebbenden geïnformeerd zouden worden over verdere ontwikkelingen;
  • 4. De ambitie om de restant van de oude waterloop als ruimtelijk herkenbare structuur te behouden, vindt appellant niet terug in het plan;
  • 5. Er is meer historische bebouwing in de nabijheid van het plangebied aanwezig dan het pand Beltweg 20. Er is voor een aantal panden zelfs subsidie verleend;
  • 6. De ontwikkeling uit 1961 is uit de tijd en onuitvoerbaar. Bebouwing op deze locatie zoals in het plan uit 1961 vindt appellant ongewenst. In de toelichting wordt niet vermeld waarom er voor is gekozen dit oude bestemmingsplan over te nemen, in plaats van de bestaande groene situatie. Appellant heeft meer belang bij een ontwikkeling van een groene zone, herstel van de boomgaard en een actieve imkerij met een educatieve ontmoetingsplek, zoals de omwonenden en de bijenhoudersvereniging voorstellen. Appellant verwijst hierbij naar de Groenstructuurvisie 2012. Hiernaast is het plan niet getoetst aan het erfgoedbeleid in wording.
  • 7. In de toelichting wordt de ontwikkelingsvisie uit 2005 besproken. Dit hoort volgens appellant niet thuis in een consoliderend plan. Het opnemen van deze visie mag niet tot gevolg hebben dat men zijn rechten verspeelt, wanneer een bestemmingsplan voor de beoogde ontwikkeling in procedure wordt gebracht.
  • 8. Met betrekking tot deze visie vraagt appellant zich af waarom de gemeente zelf niet met een visie is gekomen, waarin recht aan de imkerij wordt gedaan welke al zoveel jaar in het gebied aanwezig is. Hiernaast is appellant benieuwd naar de wijzigingen die in de visie zijn doorgevoerd naar aanleiding van de informatie-avond en welke onderzoeken zijn uitgevoerd.

Reactie gemeente:

Algemeen

Eén van de belangrijkste redenen om het bestemmingsplan te actualiseren, is dat per 1 juli 2013 anders het geldende bestemmingsplan vervalt. Dit zou in strijd zijn met de plicht uit de Wet ruimtelijke ordening, waarin is geëist dat een gemeente voor heel het grondgebied een bestemmingsplan moet hebben. Hiernaast zou het vervallen van het bestemmingsplan tot gevolg hebben dat de Bouwverordening gaat gelden voor dit gebied. Dit betekent dat er nauwelijks regels voor het gebied gelden. Zo ontbreekt er dan een gebruiksverbod, waardoor alle soorten van gebruik toegestaan zijn. De regels die dan wel van toepassing zijn, zijn erg ruim. Zo zou het mogelijk zijn om in het hele gebied bouwwerken tot 15 meter hoogte te bouwen. Kortom, een vanuit een goede ruimtelijke ordening en ook voor de omwonenden ongewenste situatie die aanleiding geeft tot actualisatie van het bestemmingsplan.

Appellant stelt dat bij actualisatie van het plan dan niet gekozen moet worden voor de planologisch bestaande situatie (woningbouw), maar voor de feitelijke situatie (groen). Sinds 1961 is al duidelijk dat binnen dit gebied woningbouw mogelijk is. Dat er ook daadwerkelijk woningbouwontwikkeling gaat plaatsvinden blijkt uit het feit dat een groot deel van de gronden in eigendom zijn bij een projectontwikkelaar. Deze ontwikkelaar heeft samen met de gemeente in 2005 een visie gepresenteerd voor de beoogde woningbouw in het gebied. Hiernaast is in de Structuurvisie uit 2009 nogmaals benadrukt dat het hier om een ontwikkellocatie gaat. Omdat de woningbouwplannen nog niet zover zijn dat zij in een bestemmingsplan kunnen worden opgenomen, is er voor gekozen de huidige planologische situatie zo realistisch mogelijk over te nemen bij de actualisatie.

Hier komt bij dat zoals al gemeld, een groot deel van de gronden in eigendom zijn bij een projectontwikkelaar die concrete plannen heeft om in dit gebied woningbouw te ontwikkelen. Door zoals door appellant voorgesteld het gebied als groengebied te bestemmen, zouden bestaande bouwrechten van deze ontwikkelaar weg bestemd worden, wat in strijd zou zijn met het rechtszekerheidsbeginsel. Hiernaast zou dit plan niet economisch uitvoerbaar zijn, gelet op de planschadegevolgen die dit zou hebben.

Ad 1

De aanvullende termijn van 14 dagen is gerekend vanaf de dag van ontvangst van de pro forma zienswijze, waardoor de uiterste termijn 11 maart is.

Ad 2

De naamgeving Brunneperhaven is ontstaan doordat dit gebied op de kadastrale minuut van 1832 is aangeduid als de “Brunneper Haven”. Omdat de naam Brunneper Bongerd bij het publiek meer associatie met het gebied oproept, is de naamgeving van het plan veranderd naar Brunneper Bongerd 2013. Overigens is in de advertentietekst ook vermeld door welke wegen het gebied begrensd is, namelijk de Greenterweg, Noordweg en de Beltweg. Uit de advertentietekst is dan ook voldoende op te maken voor welk gebied het bestemmingsplan wordt opgesteld.

Ad 3

Er is voldaan aan de wettelijke informatieplicht, waarbij het plan op internet (website gemeente Kampen en www.ruimtelijkeplannen.nl), in het Huis aan huisblad De Brug en in de Staatscourant is bekendgemaakt. Omdat het een consoliderend bestemmingsplan betreft waarbij de bestaande bestemmingen zijn overgenomen, is er voor gekozen geen informatieavond te organiseren. Het bestemmingsplan ziet ook niet op de nieuwe woningbouwontwikkeling maar op het vastleggen van de bestaande mogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan. Natuurlijk worden de omwonenden geïnformeerd en betrokken wanneer de nieuwe ontwikkelingen in het gebied concreet worden.

Ad 4

In het bestemmingsplan is De Riette met de bijbehorende oevers bestemd als Groen en Water. Overigens is ten opzichte van het ontwerp de bestemming Water nog iets verder doorgetrokken. Hiermee is De Riette beschermd tegen ongewenste ingrepen.

Ad 5

Inderdaad ligt er in de directe omgeving meer historische bebouwing. De panden Greenterweg 9 tot en met 13 stammen vermoedelijk uit de 19de eeuw maar zijn van het plangebied afgewend. Hun aan de Rietteweg gelegen schuren dateren uit de vorige eeuw. De toelichting zal hier op aangepast worden.

Ad 6

Zie voor beantwoording onder Algemeen. De erfgoednota is momenteel in ontwikkeling en heeft in die zin nog geen status. In deze nota worden geen gebiedsspecifieke beleidsuitgangspunten geformuleerd, maar worden op hoofdlijnen kaders vastgelegd. In deze nota wordt onder andere vastgelegd dat Kampen in het kader van de Ruimtelijke Ordening moet voldoen aan de wettelijke verplichtingen op het gebied van Cultuurhistorie. Ook dit bestemmingsplan voldoet aan deze wettelijke verplichtingen.

Ad 7

In 2005 is een stedenbouwkundig ontwerp voor het gebied gepresenteerd op een informatiebijeenkomst in de buurt. Tot op heden is aan dit stedenbouwkundig plan nog geen gevolg gegeven, omdat onder andere nog onderzoek wordt gedaan naar de uitvoerbaarheid van het plan. Om goed de historie van het plangebied te kunnen weergeven en onder andere de relatie van de aanwijzing van het plangebied in de Structuurvisie 2030 te verklaren, is in de toelichting ingegaan op deze planvorming en de stedenbouwkundige schets die gepresenteerd is. Hiernaast zijn diverse omwonenden aanwezig geweest op de informatieavond, dus is het niet meer dan logisch dat in de toelichting de stand van zaken van deze planvorming wordt toegelicht.

Waarschijnlijk nog dit jaar zal het college van Burgemeester en Wethouders een besluit nemen over de projectopdracht voor de woningbouw op deze locatie. Hierna zal verdere visievorming op het gebied opgestart worden, waarbij ook de betrokkenheid van de ontwikkelaar als mede-grondeigenaar noodzakelijk is. Omwonenden zullen over de uitkomsten worden geïnformeerd.

De zienswijze is gedeeltelijk gegrond. Paragraaf 2.2.2. van de toelichting wordt aangepast en de naamgeving van het plan wordt veranderd. De verbeelding wordt aangepast, waarbij een gedeelte 'Groen' wordt aangepast naar 'Water'.