direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen
Plan: Parallelweg 2 IJsselmuiden
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991111-OW01

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van woningen, waarbij:
  • 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' uitsluitend vrijstaande woningen zijn toegestaan;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneengebouwd'uitsluitend twee-aaneengebouwde woningen
    zijn toegestaan;
  • 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd'uitsluitend aaneengebouwde woningen zijn toegestaan;

met daarbij behorende bouwwerken, tuinen, erven, parkeervoorzieningen, water en waterstaatkundige voorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Hoofdbebouwing

Binnen deze bestemming mogen hoofdgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd waarbij, voor zover van toepassing, de bebouwingstypologieën ter plaatse van de daarvoor bestemde bouwaanduidingen in acht worden genomen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goot- en/of bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • c. de dakhelling mag niet minder dan 25° en niet meer dan 60° bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b mag de maximaal toelaatbare goothoogte worden overschreden door hellende dakvlakken, topgevels, wolfseinden en dakkapellen.

8.2.2 Erfbebouwingsregeling

Binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 50 m² bedragen, met in achtneming van de volgende regels:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen bouwperceel;
    • 2. in afwijking van het hiervoor bepaalde mag de gezamenlijke oppervlakte meer bedragen dan 50%, mits de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 20 m²;
    • 3. bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte wordt de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken voor zover gelegen binnen het bouwvlak tussen het verlengde van de zijgevels van het hoofdgebouw niet meegerekend;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste 0,30 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan respectievelijk
    2,5 m en 5 m bedragen;
  • d. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan1 mag niet minder dan 1 m bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d mogen ter plaatse van de aanduiding ‘bijgebouwen’ bijbehorende bouwwerken worden gebouwd;
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouw zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. indien zij voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedragen.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.2.1 onder c ten behoeve van het toestaan van afwijkende dakvormen, mits het afwijken niet leidt tot een onevenredige aantasting van de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
  • b. lid 8.2.2 onder a, met dien verstande dat:
    • 1. bij woningen met een bouwperceel tot en met 320 m² een maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 80 m² is toegestaan;
    • 2. bij woningen met een bouwperceel groter dan 320 m² een maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 25% van de oppervlakte van het bouwperceel is toegestaan tot een maximum van 150 m²;
  • c. lid 8.2.2 onder b, met dien verstande dat ten behoeve van een opbouw de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag worden vergroot tot de bouwhoogte van het hoofdgebouw, verminderd met 1,5 m;
  • d. een omgevingsvergunning op grond van de leden a tot en met e wordt slechts verleend, wanneer geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. de fysieke en externe veiligheid;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
8.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik:

  • a. van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor zelfstandige bewoning;
  • b. van de onbebouwde gronden als stallingsplaats en standplaats van kampeermiddelen;
  • c. van de gronden en bouwwerken voor bedrijfsactiviteiten.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 8.4 voor het gebruik van woningen met bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis, wanneer aan de volgende regels wordt voldaan:

  • a. ten hoogste 25% van de aanwezige vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 40 m², mag worden aangewend ten behoeve beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis als genoemd in de lijst beroep en bedrijf aan huis zoals opgenomen in bijlage 1, dan wel beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in deze lijst genoemde activiteiten;
  • b. behoudens productiegebonden detailhandel, is detailhandel niet toegestaan;
  • c. behoudens bed & breakfast, is horeca niet toegestaan;
  • d. het gebruik brengt geen onevenredige parkeerdruk of verkeersoverlast met zich mee;
  • e. het gebruik is zowel naar aard als voor wat betreft de visuele aspecten met het woonkarakter in overeenstemming;
  • f. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd.