direct naar inhoud van 4.7 Water
Plan: Kamperveen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991077-VB01

4.7 Water

Watertoets

Volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht ruimtelijke plannen te 'toetsen op water', de zogenaamde Watertoets. De Watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten.

Relevant Beleid

Het beleid van het Waterschap Groot Salland staat beschreven in het Waterbeheersplan 2010-2015, de beleidsnota Leven met Water in Stedelijk Gebied, Strategische Nota Rioleringsbeleid 2007, Visie Beheer en Onderhoud 2050 en het Beleidskader Recreatief Medegebruik. Daarnaast is de Keur van het Waterschap Groot Salland een belangrijk regelstellend instrument waarmee in ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden. Op gemeentelijk niveau is het in overleg met het waterschap opgestelde gemeentelijk Waterplan en het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) van belang.

Invloed op de waterhuishouding

Het plangebied bestaat uit drie verschillende deelgebieden. Het betreft bestaand stedelijk gebied van de kern Zuideinde, de kern De Zande en buurtschap Kamperveen. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beekdal, primair watergebied of een stedelijke watercorridor. Binnen het plangebied is geen sprake van (grond)wateroverlast. Het gedeelte van het plangebied gelegen bij De Zande maakt waterhuishoudkundig deel uit van één bemalingsgebied waarin een zomerpeil wordt gehanteerd van -0,25 NAP en een winterpeil van -0,45 NAP. Een gedeelte van het plangebied bij De Zande is buitendijks gelegen, de waterstanden zijn daar afhankelijk van de waterstanden in de IJssel. Het gedeelte van het plangebied gelegen bij Zuideinde maakt onderdeel uit van één bemalingsgebied waarin een zomerpeil wordt gehanteerd van -0,25 NAP en een winterpeil van -0,45 NAP. Het gedeelte van het plangebied gelegen bij Kamperveen maakt ook onderdeel uit van één bemalingsgebied waarin een zomerpeil wordt gehanteerd van -1,20 NAP en een winterpeil van -1,40 NAP.

Voor de aanleghoogte wordt een ontwateringsdiepte geadviseerd van minimaal 100 cm. Dit is de afstand tussen de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) en het maaiveld. Bij het bouwen zonder kruipruimte kan worden volstaan met een geringere ontwateringsdiepte. Grondwateroverlast als gevolg van afwijkende aanleghoogten is voor verantwoordelijkheid van de initiatiefnemers. Om een goed inzicht te krijgen in het grondwatersysteem wordt, in het geval er nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, geadviseerd om in overleg met het waterschap zo spoedig mogelijk te starten met een grondwateronderzoek. Dit kan op basis van bestaande peilbuizen binnen of in de omgeving van het plangebied of door het plaatsen van nieuwe peilbuizen.

Om wateroverlast en schade in woningen en bedrijven te voorkomen wordt geadviseerd om een drempelhoogte van 30 cm boven het straatpeil te hanteren. Ook voor lager, beneden het maaiveld, gelegen ruimtes (kelders, parkeergarages) moet aandacht worden besteed aan het voorkomen van wateroverlast.

Bij de aanleg van kelderconstructies dient aandacht te worden geschonken aan de toepassing van waterdichte materialen en constructies.

Binnen het plangebied (De Zande) ligt een beschermingszone van een waterkering die op de Legger van het Waterschap Groot Salland is opgenomen. De functie / stabiliteit van deze waterkering moet te allen tijde worden gegarandeerd. Binnen de Keur van het Waterschap Groot Salland worden eisen gesteld met betrekking tot werkzaamheden binnen de beschermingszone van de waterkering. Voor werkzaamheden binnen de beschermingszone moet een Watervergunning worden aangevraagd. Indien een Watervergunning noodzakelijk is, wordt deze (na eventueel nader overleg) aangevraagd bij het Waterschap Groot Salland. De waterkering is op de verbeelding opgenomen als 'Waterstaat - Waterkering'. De beschermingszone langs de waterkering heeft op de verbeelding een gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk'.

Binnen het plangebied ligt een beschermingszone van een hoofdwatergang of watergang van het Waterschap Groot Salland. De functie van deze watergang(en) moet te allen tijde worden gegarandeerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de beschermingszone van deze watergangen zoals in de Keur van het Waterschap Groot Salland beschreven. Met betrekking tot deze watergangen gelden de binnen de Keur van het Waterschap Groot Salland opgenomen gebods- en verbodsbepalingen. Voor werkzaamheden binnen de beschermingszone moet een Watervergunning worden aangevraagd. Ten behoeve van het beheer en onderhoud geldt langs de watergang (vanaf de insteek) een obstakelvrije zone van 5 m.

Voorkeursbeleid hemel- en afvalwater

Bij de afvoer van overtollig hemelwater is infiltratie in de bodem het uitgangspunt. Oppervlakkige afvoer naar de infiltratievoorziening en infiltratie via wadi's geniet daarbij de voorkeur. Als oppervlakkige infiltratie niet mogelijk is, is ondergrondse infiltratie door middel van bijvoorbeeld een infiltratieriool (IT-riool) of infiltratiekratten een optie. Als infiltratie niet mogelijk is, kan hemelwater via een bodempassage worden geloosd op oppervlaktewater. Schoon hemelwater (bijvoorbeeld vanaf dakoppervlakken) kan direct worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Speciale aandacht wordt besteed aan duurzaam bouwen en een duurzaam gebruik van de openbare ruimte om een goede kwaliteit van het afgekoppelde hemelwater te garanderen.

In het plangebied zijn verschillende rioleringssystemen aanwezig. In de kern Zuideinde is een drukrioleringssysteem, een gemengd systeem en een gescheiden rioolstelsel aanwezig. Het afvalwater van de kern Zuideinde wordt via een gemaal getransporteerd richting Oldebroek en de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Elburg. In de kern De Zande ligt een drukrioleringssysteem, een gemengd systeem en een gescheiden systeem. Het afvalwater van De Zande wordt via een gemaal afgevoerd in de richting van Zwolle waar het uiteindelijk geïnjecteerd wordt in de persleiding van Zwolle naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Zwolle. In het deelgebied Kamperveen ligt een drukrioleringssysteem en een gescheiden stelsel. Het regenwater van het gescheiden systeem wordt afgevoerd naar het lokale watersysteem, het afvalwater van het gescheiden systeem wordt geïnjecteerd in het drukrioleringssysteem wat uiteindelijk loost in het vuilwaterstelsel van Onderdijks. Via het gemaal Onderdijks wordt het afvalwater afgevoerd naar het hoofdgemaal Kampen dat uiteindelijk loost in de rioolwaterzuiveringsinstallatie Kampen.

Grondwaterbescherming

Het plangebied valt gedeeltelijk binnen een intrekgebied voor oppervlaktewaterwinning (bij De Zande). In dit gebied is het beleid gericht op het verminderen van de risico's op verontreiniging van het grondwater. In artikel 2.13.3 van de provinciale Omgevingsverordening staat dat bestemmingsplannen alleen mogen voorzien in een aanduiding voor grondwaterbeschermingsgebieden en intrekgebieden waarbij alleen functies worden toegestaan die harmoniëren met de functie voor drinkwatervoorziening. Volgens de artikelen 2.13.4 tot en met 2.13.8 kunnen bepaalde functies toch worden toegestaan als er wordt voldaan aan het stand-still principe of het stap-vooruitprincipe. Aan welk principe moet worden voldaan, is afhankelijk van de soort functie. Indien er voldaan moet worden aan het stand-still dan wel het stap-vooruitprincipe, dan moet dit volgens artikel 2.13.9 worden verantwoord op basis van toepassing van de methodiek gebiedsgerichte grondwaterbescherming. Het gaat bij het voorliggende bestemmingsplan om een consoliderend plan waarin geen nieuwe ontwikkelingen zijn opgenomen. Een toetsing op basis van de methodiek gebiedsgerichte grondwaterbescherming is hierdoor niet nodig.

Watertoetsproces

De initiatiefnemer heeft het Waterschap Groot Salland geïnformeerd over het nieuwe bestemmingsplan voor het bestaande stedelijk gebied. Omdat het gaat om een bestemmingsplan voor bestaand stedelijk gebied, heeft het plan een geringe invloed op de waterhuishouding en de afvalwaterketen. De procedure in het kader van de watertoets is goed doorlopen. Waterschap Groot Salland geeft een positief wateradvies.

Overstromingsrisicoparagraaf

Quickscan

Het plangebied is gelegen in dijkring 11, IJsseldelta. Aan de noord- en oostzijde van dijkring 11 ligt de IJssel en aan de westzijde het Vossemeer. Voor de keringen van dijkring 11 geldt een vastgestelde veiligheidsnorm van 1/2.000 per jaar. Omdat het plangebied gelegen is in dijkring 11 is een overstromingsrisicoparagraaf verplicht.

Risico-inventarisatie

Voor de keringen van dijkring 11 geldt een vastgestelde veiligheidsnorm van 1/2.000 per jaar. Dat betekent dat de keringen bestand moeten zijn op zowel maatgevend hoogwater door opstuwing door storm op het IJsselmeer dat 1/2.000 per jaar kan optreden, als maatgevend hoogwater op de IJssel dat 1/2.000 per jaar kan optreden. In het overgangsgebied tussen 'meergedomineerd' en 'riviergedomineerd' zijn de combinaties van hoogwater door opstuwing van het IJsselmeer en hoogwater door hoge rivierafvoer van belang. De keringen van dijkring 11 hebben weinig overhoogte en oversterkte ten opzichte van dit veiligheidsniveau.

Op basis van de provinciale risicokaart wordt de maximale waterdiepte tijdens een overstroming geschat op 0,8 tot 2,0 meter voor de laagste gedeeltes bij De Zande (zie de volgende afbeelding). De maximale waterdiepte in Zuideinde wordt voor de laagste gedeeltes geschat op 0,8 tot 2,0 meter. In het deelgebied Kamperveen wordt de maximale waterdiepte geschat op 2,0 tot 5,0 meter voor de laagste gedeeltes.

afbeelding "i_NL.IMRO.0166.00991077-VB01_0020.jpg"

Afbeelding: Maximale waterdiepte na dijkdoorbraak, dijkring 11

Bron: Provincie Overijssel

Voor dijkring 11 zijn 3 verschillende doorbraakscenario's doorgerekend. De maximale waterstand in het plangebied wordt bereikt bij een dijkdoorbraak bij Zalk. De tijd tot het plangebied onder water komt indien een dijk doorbreekt (aankomsttijd) wordt voor het plangebied (dijkdoorbraak bij Zalk) geschat tussen de 0 en 6 uur (zie de volgende afbeelding).

afbeelding "i_NL.IMRO.0166.00991077-VB01_0021.jpg"

Afbeelding: Tijd tot overstroming na dijkdoorbraak bij Zalk

Bron: Provincie Overijssel

Geschiktheidsbeoordeling/maatregelen

Dijkring 11 wordt volgens de Omgevingsverordening gecategoriseerd als snel en diep. Dit betekent dat ontwikkelingen binnen deze dijkring alleen mogelijk zijn, indien er sprake is van zwaarwegend maatschappelijk belang. Voor agrarische functies geldt deze regel echter niet. Binnen dit plangebied worden in dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen bestemd. Vooralsnog wordt voor dit gebied bij een dreigende overstroming ingezet op vroegtijdige evacuatie naar de hoger gelegen gronden binnen het plangebied.