direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: IJsselmuiden West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991039-VB01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Bedrijf ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daarbij behorende gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen met uitzondering van bedrijfswoningen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven, terreinen, waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, doeleinden van openbaar nut;

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteit' , tevens bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in Bijlage 4 Aanvullende bedrijfsactiviteiten ;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'garage',tevens voor de verkoop en reparatie van auto's;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', tevens voor de opslag van goederen en materialen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum', tevens voor een sportcentrum;

met dien verstande dat:

  • f. detailhandel niet is toegestaan, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
  • g. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • h. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
  • i. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • j. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 niet zijn toegestaan.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwens ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;
  • b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan aangegeven.
5.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij (bestaande) bedrijfswoningen gelden in aanvulling op dan wel in afwijking van het bepaalde in 5.2.1 de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen tot minimaal 1 meter achter de voorgevel van de woning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd en mogen worden gebouwd tot op de erfgrens;
  • b. voor overkappingen geldt dat deze tot ten hoogste 1 meter voor de voorgevel van de woning dan wel het verlengde daarvan mogen worden gebouwd en mogen worden gebouwd tot op de erfgrens;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een woning mag niet meer bedragen dan 80 m2 en 60% van de oppervlakte van het erf;
  • d. in afwijking van het bepaalde in 5.2.2, sub a tot en met c, mag één erker voor de voorgevel van de woning worden gebouwd, waarbij de diepte van de erker ten hoogste 1,50 meter mag bedragen;
  • e. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 3 meter bedragen, met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste 0,25 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • f. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 6 meter bedragen, met dien verstande dat zij tenminste 1 meter onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw zal blijven.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. indien zij voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. het vestigen van bedrijven welke niet zijn genoemd in lid 5.1 sub a en b;
  • b. detailhandel;
  • c. inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zoals dit besluit luidt op het tijdstip van inwerkingtreden van het plan;
  • d. Bevi-inrichtingen.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Afwijken

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.1 en worden toegestaan dat tevens bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in Bijlage 1 'Staat van Bedrijfsactiviteiten 'of die volgens deze 'Staat van Bedrijfsactiviteiten ' van een hogere categorie zijn, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de reeds toegelaten categorie, met dien verstande dat:

  • a. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • b. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan.
5.4.2 Afwegingskader

Een in 5.4 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.