direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd - 3
Plan: IJsseldelta-Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991013-VB01

Artikel 8 Gemengd - 3

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Gemengd - 3" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. een zorgboerderij;
  • c. één bedrijfswoning per bestemmingsvlak;
  • d. bed and breakfast;
  • e. verblijfsrecreatie met bijbehorende wellness en vergaderfaciliteiten;
  • f. uitsluitend houtopstanden en overige groenvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel';
  • g. ondergeschikte horeca;
  • h. ondergeschikte detailhandel;

met daarbij behorende bouwwerken, tuinen, erven, parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en groenvoorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3;
  • c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak, mogen niet meer bedragen dan 6,5 m respectievelijk 10 m;
  • d. het bebouwingspercentage van een bouwvlak bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage, met dien verstande dat voor zover geen bebouwingspercentage is opgenomen, het bebouwingspercentage van het bouwvlak maximaal 100% bedraagt;
  • e. buiten het bouwvlak zijn gebouwen toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 20 m2, een maximale goothoogte van 3 en een maximale bouwhoogte van 5 m.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. sleufsilo's, silo's en mestopslagplaatsen mogen niet worden gebouwd met uitzondering van maximaal één silo met een bouwhoogte van niet meer dan 2,5 m, uitsluitend ten behoeve van een zorgboerderij;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt niet meer dan 2,50 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' bij de toepassing van de bouwregels nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen dienen betrekking te hebben op:

  • a. de gevelindeling van gebouwen;
  • b. de situering en omvang (lengte-, breedte- en hoogteverhouding) van nieuw op te richten bebouwing;
  • c. de nokrichting van de kappen van gebouwen;

teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige samenhang van de bebouwing onderling te verzekeren.

8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Verblijfsrecreatie met bijbehorende wellness en vergaderfaciliteiten

Het bruto vloeroppervlak ten behoeve van verblijfsrecreatie met bijbehorende wellness en vergaderfaciliteiten bedraagt maximaal 300 m2.

8.4.2 Ondergeschikte horeca

Het bruto vloeroppervlak ten behoeve van ondergeschikte horeca bedraagt maximaal 150 m2.

8.4.3 Ondergeschikte detailhandel

Het bruto vloeroppervlak ten behoeve van ondergeschikte detailhandel bedraagt maximaal 100 m2.

8.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 8.1 voor het uitbreiden van de van ondergeschikte detailhandel en/of horeca, met dien verstande dat de Bruto-vloeroppervlakte van:
    • 1. ondergeschikte horeca niet meer dan 300 m2 mag bedragen;
    • 2. ondergeschikte detailhandel niet meer dan 200 m2 mag bedragen;
  • b. Een omgevingsvergunning op grond van lid a wordt slechts verleend, wanneer geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de ruimtelijke samenhang tussen de bebouwing;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de verkeers- en parkeersituatie;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
8.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.6.1 Verbod aantasting houtsingel

Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning bomen en/of houtgewas te kappen en/of rooien.

8.6.2 Uitzonderingen op verbod

Het verbod in 8.6.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
8.6.3 Afwegingskader

De in 8.6.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen onevenredig nadeel ontstaat voor de landschappelijke waarden van het gebied.

8.7 Wijzigingsbevoegdheid
8.7.1 Wijziging naar Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming om te zetten naar de bestemming “Wonen” overeenkomstig het bepaalde in artikel 17, met inachtneming met de volgende voorwaarden:

  • a. het stuit niet op onevenredige bezwaren vanuit stedenbouwkundig oogpunt;
  • b. de belangen van omwonenden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. goede bereikbaarheid is verzekerd.