direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen - Woonwagenstandplaats
Plan: IJsselmuiden Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991003-VB01

Artikel 15 Wonen - Woonwagenstandplaats

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen - Woonwagenstandplaats ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonwagens, tot het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal en standplaatsen;

met daarbij behorende

  • b. bouwwerken;
  • c. tuinen;
  • d. erven.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Hoofdbebouwing

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. woonwagens mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;
  • b. het aantal woonwagens mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • c. per woonwagenstandplaats mag het aantal woonwagens niet meer bedragen dan één;
  • d. de oppervlakte van een woonwagen mag niet meer dan 60% van de oppervlakte van de woonwagenstandplaats bedragen;
  • e. de afstand tot de voorste en zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 1 m bedragen;
  • f. de onderlinge afstand (inclusief bijbehorende bouwwerken) mag niet minder dan 5m bedragen;
  • g. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 4,5 m.
15.2.2 Erfbebouwingsregeling

Binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte , inclusief de oppervlakte van de woonwagen, mag per woonwagenstandplaats niet meer dan 65% van de oppervlakte van de woonwagenstandplaats bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1 m bedragen, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5m bedragen.

15.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.1 onder f en toestaan dat de onderlinge afstand wordt verminderd;
  • b. Een omgevingsvergunning op grond van lid a wordt slechts verleend, wanneer geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. de bereikbaarheid voor hulpdiensten;
    • 6. de fysieke en externe veiligheid;
    • 7. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.