direct naar inhoud van 5.2 Nadere toelichting op de regels
Plan: Sint Nicolaasdijk 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991002-VB01

5.2 Nadere toelichting op de regels

Bedrijf

Deze bestemming betreft locaties waar thans al sprake is van bedrijvigheid. Bedrijven als genoemd in de categorieën 1 en 2 van bijgevoegde staat van bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan; dit betreft vrij "lichte" bedrijvigheid die in een gebied als het onderhavige (woongebied met een lichte mate van functiemenging) in het algemeen toelaatbaar wordt geacht, althans voor zover in de huidige situatie reeds sprake is van bedrijvigheid ter plaatse. Detailhandel is ter plekke niet toegestaan; een uitzondering is echter gemaakt voor de reeds bestaande detailhandel ter plekke.

Het is mogelijk om een bedrijf, dat niet is genoemd in de bedrijvenlijst dan wel dat voorkomt in een hogere categorie, toe te staan na ontheffing. Hiertoe dient te worden nagegaan of het bedrijf qua hinder en/of gevaar vergelijkbaar is met de toegestane categorieën van bedrijven.

Met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid kunnen burgemeester en wethouders de bestemming wijzigen naar de bestemming "Wonen" en/of de bestemming "Tuin". Van deze wijzigingbevoegdheid kan gebruik worden gemaakt indien de bedrijfsfunctie ter plaatse wordt beëindigd.

Groen

De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, paden, speelvoorzieningen, parkeerstroken en waterhuishoudkundige voorzieningen. In de regels is tevens de bescherming van de aanwezige historisch-landschappelijke waarden opgenomen. Deze bepaling is van belang voor de aanwezige boomgaard welke op de plankaart is weergegeven met de aanduiding "cultuurhistorische waarden".

Tuin

Op de grond met de bestemming "Tuin" mogen uitsluitend andere-bouwwerken met een hoogte van 1 meter worden gebouwd.

Verkeer en Verkeer-Verblijfsgebied

Deze artikelen betreffen de bestemmingsregelingen voor de binnen het plangebied gelegen wegen. Het onderscheid tussen de bestemmingen is gebaseerd op de verschillende functies die de wegen bezitten. De bestemming "Verkeer" heeft betrekking op alle woonstraten en paden die zijn aangelegd voor de normale afwikkeling van het wijkverkeer. Ook bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen en water behoren tot deze bestemming. De bestemming "Verkeer-Verblijfsgebied" betreft de wegen die zijn bedoeld voor ontsluiting van de aanliggende erven.

Water

Hoewel het mogelijk is binnen de bestemming "Groen" waterpartijen te realiseren, is er, vanwege de kenmerkendheid van de watergangen voor het gebied, voor gekozen deze uitdrukkelijk te bestemmen.

Wonen

Deze gronden zijn bedoeld voor de woonfunctie. De woning mag bij ontheffing mede worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroep. De woning dient in overwegende mate de woonfunctie te behouden. Daarvan is in elk geval geen sprake als meer dan 30% van het vloeroppervlak van de woning (begane grondvloer en verdiepingen) en van de aan-, uit- en bijgebouwen wordt gebruikt voor het aan huis verbonden beroep.

In de bouwregels wordt onderscheid gemaakt tussen gebouwen en andere-bouwwerken. Bij gebouwen wordt nader onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen enerzijds en aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen anderzijds.

Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bebouwingsvlak worden gebouwd. Ze mogen vrijstaand, half vrijstaand of aaneengebouwd worden gebouwd. Op de kaart is uitsluitend voor de gevallen waarin het uit stedenbouwkundig oogpunt gewenst is, aangegeven dat uitsluitend vrijstaande woningen zijn toegestaan. Voor zover deze aanduiding niet is opgenomen en de bepaling dus ruimte biedt om op een kavel waar thans één vrijstaande woning aanwezig is, twee halfvrijstaande woningen te bouwen, dient bedacht te worden dat deze mogelijkheid feitelijk niet aanwezig is vanwege het bouwverbod dat voortvloeit uit de "geluidszone-industrie". Waar aaneengebouwde woningen zijn toegestaan is dat als zodanig op de plankaart aangegeven. Waar op de plankaart geen aanduiding voorkomt, mogen in beginsel dus vrijstaande of halfvrijstaande woningen worden gebouwd.

Voor de termen "aanbouw, uitbouw en bijgebouw" is aansluiting gezocht bij het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken en hetgeen in de toelichting daarop is vermeld. Kort gezegd is een uitbouw een vergroting van een bestaande ruimte van het hoofdgebouw, een aanbouw een aan het hoofdgebouw toegevoegde ruimte en een bijgebouw een op zich zelf staand gebouw (al dan niet vrijstaand). Dit betekent dat (vrijstaande en aangebouwde) bijgebouwen niet rechtstreeks vanuit de woning toegankelijk mogen zijn, maar alleen buitenom, in tegenstelling tot aanbouwen, die wel vanuit de woning toegankelijk zijn.

Met betrekking tot de situering van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen geldt dat ze zowel in het bebouwingsvlak als daarbuiten mogen worden gebouwd. Door voor aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen een lagere maximale goothoogte op te nemen wordt geprobeerd visueel onderscheid tussen enerzijds hoofdgebouwen en anderzijds aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen te bewerkstelligen.

Anti-dubbeltelbepaling

Deze bepaling is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Deze zou zich kunnen voordoen wanneer een deel van een bouwperceel dat reeds bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage was betrokken weer bij een dergelijke berekening, maar nu ten behoeve van een ander bouwperceel wordt betrokken.

Algemene gebruiksregels

In verband met het schrappen van het bordeelverbod is expliciet opgenomen dat onder strijdig gebruik in ieder geval wordt verstaan het gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting. Het feit dat een bijzondere gebruiksbepaling is opgenomen betekent niet dat met behulp van een contrario-redenering ander gebruik toelaatbaar moet worden geacht. Het gebruik zal steeds moeten worden getoetst aan de bestemmingsomschrijving in samenhang met de plankaart en de bouwregels.

Algemene ontheffingsregels

In deze bepaling is aan burgemeester en wethouders een ontheffingsbevoegdheid toegekend voor een aantal met name genoemde ontheffingen.

Indien de plankaart niet geheel blijkt overeen te stemmen met de werkelijke afmetingen in het terrein kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van het plan om afwijkingen op ondergeschikte punten mogelijk te maken. De bepaling geeft de voorwaarden aan waaronder een dergelijke ontheffing kan worden verleend.

Ook kleine afwijkingen (maximaal 10%) van de in de regels opgenomen dan wel op de kaart aangegeven afmetingen kunnen met behulp van deze bepaling mogelijk worden gemaakt.

Ook is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen voor onderdelen van hoofdgebouwen en voor een aantal andere bouwwerken, waaronder (hoek)erkers.

Het verlenen van ontheffing mag geen automatisme zijn. Burgemeester en wethouders zullen het verlenen van ontheffing moeten afwegen en motiveren conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

Overgangsrecht

Voor de redactie van het overgangsrecht is het Besluit ruimtelijke ordening bepalend.

Bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan bestaan, in uitvoering zijn of mogen worden gebouwd krachtens een op dat moment reeds aangevraagde bouwvergunning mogen in beginsel gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijkingen naar hun aard niet worden vergroot. Bij de vraag of de afwijking wordt vergroot kan ook het gebruik relevant zijn.

Ook is het gebruiksovergangsrecht opgenomen. Bestaand gebruik mag in beginsel worden gehandhaafd. Ook is een uitsluitingsclausule opgenomen voor gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.