direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Sint Nicolaasdijk 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991002-VB01

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Groen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', voor de bescherming, instandhouding of het herstel van de aanwezige historisch-landschappelijke waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de aanwezige groene open erf- en boombeplantingen;

met daarbijbehorende:

  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • d. andere-werken;
  • e. paden en verhardingen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. water;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op de voor ' Groen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van lantaarnpalen mag niet meer dan 8,50 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedragen.
4.3 Aanlegvergunning
4.3.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het snoeien, beschadigen dan wel verwijderen van boombeplanting ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden".
4.3.2 Uitzonderingen op het verbod

Het in 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
4.3.3 Vergunningverlening

Een in 4.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen bezwaar of nadeel ontstaat voor de bescherming van de historisch-landschappelijke waarden.

4.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.