direct naar inhoud van Artikel 15 Waarde - Ecologie
Plan: Bedrijventerrein Haatland
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00060301-OH01

Artikel 15 Waarde - Ecologie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waarde - Ecologie ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de instandhouding en ontwikkeling van wateren van het hoogste ecologische niveau alsmede de bescherming van toestromende A-watergangen door middel van het inrichten van beschermingszones, gericht op:
    • 1. de bescherming en/of de verbetering van de waterkwaliteit en -kwantiteit ter plaatse;
    • 2. de bescherming en/of verbetering van de morfologie van de oevers van de beken en waterlopen;
    • 3. de bescherming en/of verbetering van de watervoerendheid en doorstroming;
  • b. de instandhouding en/of ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel aan deze gronden eigen landschaps- en natuur(wetenschappe)lijke waarden;

met daarbij behorende:

  • c. bouwwerken;
  • d. voorzieningen.
15.2 Bouwregels

Op de voor ' Waarde - Ecologie ' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, ingevolge dit plan toegestane bouwwerken slechts worden opgericht indien en voor zover de belangen van de wateren van het hoogste ecologische niveau dit toestaan.

15.3 Specifieke gebruiksregels
15.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van meststoffen en/of bestrijdingsmiddelen ten gevolge waarvan een onevenredige aantasting van de waterkwaliteit ter plaatse plaatsvindt;
  • b. de nieuwvestiging van agrarische functies of teelten die voor de bedrijfsvoering (al dan niet deels) afhankelijk zijn van het gebruik van meststoffen en/of bestrijdingsmiddelen als bedoeld onder a;
  • c. alsmede het gebruiken en laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken op een wijze die:
    • 1. de waterkwaliteit ter plaatse aantast of negatief kan beïnvloeden;
    • 2. de morfologie van de oevers van beken en waterlopen aantast of negatief kan beïnvloeden;
    • 3. de watervoerendheid en doorstroming aantast of negatief kan beïnvloeden;
    • 4. de instandhouding en/of ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel aan deze gronden eigen natuur-, ecologische- en landschappelijke waarden aantast of negatief kan beïnvloeden;
    • 5. de waterhuishouding dan wel het waterbergend vermogen aantast of negatief kan beïnvloeden.
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • c. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere waterpartijen;
  • d. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging daarvan tot gevolg hebben of kunnen hebben, met uitzondering van het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen voor bestaande bedrijfsmatige fruitteelt;
  • f. diepploegen, zijnde het extra diep omploegen van de gronden waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd (0,4 m of dieper);
  • g. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of tot gevolg hebben, zoals uitdiepen of draineren;
  • h. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder tevens begrepen het telen en kweken van bomen en heesters (inclusief fruitbomen en boomgaarden);
  • i. het mechanisch scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering, alsmede het chemisch scheuren van grasland.
15.4.2 Uitzondering op verbod

Het in 15.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. betrekking hebben op de verbetering van de morfologie van de oevers van beken en waterlopen;
  • d. betrekking hebben op de verbetering van de waterkwaliteit ter plaatse;
  • e. betrekking hebben op de verbetering van de watervoerendheid en doorstroming.
15.4.3 Toelaatbaarheid
  • a. Uitvoering van de werken en werkzaamheden is niet in strijd met de bestemming indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden, hetgeen dient te blijken uit een rapport waarin de ecologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.
  • b. Een rapport als bedoeld onder a is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de ecologische waarde van de gronden middels andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan ook als een rapport beschouwd.
  • c. Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een vergunning wordt de betreffende waterbeheerder gehoord.