direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen - Woonwagenstandplaats
Plan: Bedrijventerrein Haatland
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00060301-OH01

Artikel 12 Wonen - Woonwagenstandplaats

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen - Woonwagenstandplaats ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in woonwagens, tot het op de plankaart aangegeven maximum aantal wooneenheden en standplaatsen zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';

met daarbij behorende:

  • b. gebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • d. andere-werken;
  • e. geluidwerende voorzieningen;
  • f. tuinen;
  • g. erven.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Hoofdgebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. per standplaats mag niet meer dan 1 woonwagen worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte van de woonwagen mag per standplaats niet meer dan 60% van de standplaats bedragen;
  • c. de afstand tot de voorste grens van de standplaats mag niet minder dan 1 m bedragen;
  • d. de afstand tot de zijdelingse grens van de standplaats mag niet minder dan 1 m bedragen;
  • e. de onderlinge afstand (inclusief aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen) mag niet minder dan 5 m bedragen;
  • f. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • g. de bouwhoogte mag niet meer dan 8 m bedragen.
12.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een woonwagen gelden hiernaast de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte mag, inclusief de oppervlakte van de woonwagen, per standplaats niet meer dan 70% van de standplaats bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
12.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van terreinverlichting mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen.
12.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. 12.2.1 onder c en/of onder d en toestaan dat de afstand tot de voorste en/of de zijdelingse grens minder dan 1 m mag bedragen;
  • a. 12.2.1 onder e en toestaan dat de onderlinge afstand wordt verminderd, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid en veiligheid in geval van calamiteiten.
12.3.1 Afwegingskader

Een in 12.3 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de brandveiligheid;
  • g. de externe veiligheid.