direct naar inhoud van 3.2 Beschrijving plan Zuiderzeehaven uit 2004
Plan: Zuiderzeehaven 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00060204-VB01

3.2 Beschrijving plan Zuiderzeehaven uit 2004

De hoofdopzet van het plan wordt bepaald door de haven die direct toegankelijk is vanaf de rivier de IJssel. De "L"-vormige Zuiderzeehaven zal worden gegraven met een havenmonding die rechtstreeks aansluit op de IJssel. Bij de dimensionering van de haven geldt als uitgangspunt dat de haven (op termijn) gebruikt moet kunnen worden door kruiplijncoasters, tweebaksduw-vaart en multipurpose-schepen tot 6.000 ton (CEMT-klasse Vb). De haven is op de plankaart aangegeven, met dien verstande dat de precieze ligging van de haven en de havenmonding binnen een op de kaart aangegeven gebied kan worden aangelegd. Hiermee heeft het plan extra flexibiliteit.

Rondom de haven zijn de bedrijfskavels gesitueerd. Deze kavels zijn uitsluitend bedoeld voor havengebonden bedrijvigheid. Tevens is aan de noordwestzijde van het plangebied een gebied op de plankaart aangegeven waar bedrijven zijn toegestaan die niet havengebonden zijn. Gezamenlijk gaat het daarbij om circa 50 hectare uitgeefbaar terrein. Aan de westzijde van het plangebied wordt de omgelegde IJsseldijk gebundeld met de bestaande hoogspanningsleiding en het grondlichaam van Rijksweg 50.

Het bedrijventerrein rond de Zuiderzeehaven zal beschikken over een ontsluiting via twee modaliteiten: via het water en over de weg. Hiermee wordt aangesloten bij het beleid nieuwe bedrijfsterreinen zo veel mogelijk multimodaal te ontsluiten.

Voor de ontsluiting over de weg zal de haven worden aangesloten op Rijksweg 50 die is doorgetrokken vanaf Kampen naar Emmeloord. Rijkswaterstaat heeft te kennen gegeven dat de door de gemeente Kampen gewenste rechtstreekse aansluiting nabij de Eilandbrug over de IJssel niet mogelijk is. De aansluiting op de hoofdwegenstructuur vanaf de Zuiderzeehaven wordt mogelijk gemaakt door de Constructieweg en de Beneluxweg. De Constructieweg is de meest rechtstreekse verbinding. Deze gaat op bedrijvenpark Rijksweg 50 over in de Van Doorneweg en na de rotonde via de Zamboniweg vindt de aansluiting plaats op de Flevoweg nabij de kruising van de Flevoweg met rijksweg 50. De wegen Zamboniweg/Van Doorneweg/Constructieweg liggen parallel aan het tracé van rijksweg 50 richting de Zuiderzeehaven. De Beneluxweg is de verbinding die rechtstreeks toegang biedt tot de Europa-Allee. De dimensionering van de genoemde wegen zal waar nodig worden aangepast. In zuidoostelijke richting wordt ter hoogte van de Dieselstraat een nieuwe ontsluitingsweg aangelegd. Deze maakt een knik naar het zuidwesten, waar de weg aansluit op het toekomstige bedrijvenpark Rijksweg 50, om het trafostation heen loopt en verderop aantakt op de Flevoweg. Door deze afbuiging wordt voorkomen dat het verkeer van en naar de Zuiderzeehaven (en de overige bedrijfsterreinen) langs de woningen aan de Constructieweg rijdt. Daarnaast is er nog een ondergeschikte ontsluiting in westelijke richting. Door middel van een tunnel onder de N50 wordt de verbinding tussen de Haatlanderdijk en Haatlandhaven gehandhaafd.

De interne ontsluiting van het industrieterrein vindt plaats via de Haatlandhaven die wordt doorgetrokken in de vorm van twee doodlopende wegen aan weerszijden van de haven die eindigen in een keerlus. In het onderhavige plan zijn deze ontsluitingen niet gedetailleerd opgenomen om de flexibiliteit van het plan te bewaren.

Voor fietsers is de Beneluxweg/Haatlanderdijk de centrale route naar de huidige Haatlandhaven. De fietsverbinding voor de Zuiderzeehaven sluit daar op aan.

De groenvoorzieningen, inclusief bermen en slootoevers zullen worden ingezaaid met een grasmengsel voor schrale graslanden. In verband met de waterkerende functie zullen geen bomen en/of struiken op de waterkering worden geplant. Het graszaadmengsel op de dijklichamen zal worden bepaald in overleg met de dijkbeheerder. De strook onder de hoogspanningsleiding, die evenwijdig aan de toekomstige Rijksweg 50 loopt zal benut worden voor groenvoorzieningen en bergings-/infiltratievijvers.

3.2.1 Aard van de bedrijvigheid

Het bedrijventerrein wordt ontwikkeld om te voorzien in de regionale behoefte aan nat bedrijfsterrein. Voor de direct aan de haven gelegen kavels komen daarom alleen bedrijven in aanmerking die watergebonden zijn. Zowel met het uitgiftebeleid, door voor andere bedrijven andere terreinen beschikbaar te stellen (zoals bedrijvenpark Rijksweg 50) als door middel van de grondprijspolitiek zal hieraan sturing worden gegeven. Qua milieubelasting kunnen de toe te laten bedrijven behoren tot de milieucategorieën 2 tot en met 5. Door middel van een zonering is op de plankaart aangegeven welke milieucategorieën zijn toegestaan.

3.2.2 Waterkering

Een deel van de bestaande waterkering langs de IJssel zal worden afgegraven om de havenmonding te kunnen realiseren. De nieuwe waterkering zal gebundeld worden met het grondlichaam van de N50. Vanaf het viaduct over de Rijksweg wijkt de dijk af, daarbij de begrenzing vormend met het bedrijventerrein Rijksweg 50. Ter hoogte van de Haatlandhaven sluit de nieuwe waterkering aan op de bestaande. Ter bescherming van de reeds aanwezige RWZI zal rondom dit perceel de waterkering worden gecompleteerd om de kans op inundatie te voorkomen. De bereikbaarheid van de RWZI bij hoogwater is gewaarborgd.

3.2.3 Slibvangput en grond -en slibbank

In de havenmonding zal een slibvangput worden gegraven met een volume van circa 100.000 m3, een voorziening om het materiaal dat door de stroming van IJssel wordt meegevoerd op te vangen, ter beperking van het dichtslibben van de haven. Aan de noordzijde van het plangebied wordt een tijdelijk depot (grond- en slibbank) aangelegd van in totaal circa 15 hectare voor de opslag van schone en verontreinigde grond alsmede (tijdelijke) installaties ter bewerking van de te accepteren afvalstoffen (afhankelijk van de mate van vervuiling). De grond- en slibbank is in gebruik gedurende de ontwikkeling (uitgifte) van het industrieterrein. Gezien de fasering in het plan gaat het hierbij om ongeveer 15 jaar.

3.2.4 Beeldkwaliteit

Gezien de ligging van de aan te leggen haven ten opzichte van de Rijksweg 50, kan de nieuwe Zuiderzeehaven ten dele worden beschouwd als een zichtlocatie. Hiertoe is voor deze haven een beeldkwaliteitsplan opgesteld.

3.2.5 Fasering

In de fasering wordt een onderscheid gemaakt in de aanleg van de haven en de aanleg van het industrieterrein en oeverbescherming.

De haven wordt in één keer gegraven. Fasering in de graafwerkzaamheden is niet mogelijk. Bij de aanleg moet uit veiligheidsoverwegingen in ieder geval een zwaaikom gerealiseerd worden, om te voorkomen dat schepen achteruit de IJssel op moeten varen. Aanleg van een tijdelijke zwaaikom brengt extra kosten met zich mee. Voordat de graafwerkzaamheden kunnen worden afgerond, dient eerst de waterkering verlegd te zijn.

Het industrieterrein wordt wel in meerdere fasen aangelegd en uitgegeven. Het totale terrein wordt in 15 jaar uitgegeven. De verwachting is dat in de eerste fase een piek in de uitgifte zal optreden, daarna zal de uitgifte naar verwachting wat trager verlopen. Er wordt uitgegaan van een gronduitgifte in 4 fasen. In fase 1 wordt het terrein ten zuiden van de zwaaikom uitgegeven. Er kan dan gebruik gemaakt worden van de bestaande infrastructuur. In fase 2 wordt het westelijke deel van het terrein uitgegeven. De bestaande ontsluiting van de RWZI moet dan worden doorgetrokken. In de fasen 3 en 4 wordt de aanleg en uitgifte van het industrieterrein afgerond door de aanleg van het oostelijk deel.

Bij de uitgifte van de kavels zal de oeverbescherming worden aangelegd.