direct naar inhoud van Artikel 11 Waterstaat -Waterkering
Plan: Zuiderzeehaven 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00060204-VB01

Artikel 11 Waterstaat -Waterkering

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waterstaat -Waterkering ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:

  • a. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering;
  • b. de berging en afvoer van oppervlaktewater;
  • c. de waterhuishouding;

met de daarbijbehorende:

  • d. bouwwerken;
  • e. andere-werken;
  • f. voorzieningen;
  • g. bermen;
  • h. bermsloten;
  • i. taluds.
11.2 Bouwregels

Op de voor ' Waterstaat -Waterkering ' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

11.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 2,50 m bedragen.
11.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. 11.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de basisbestemming;
  • b. 11.2.1 en toestaan dat de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen.
11.3.1 Afwegingskader

Een in 11.3 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend:

  • a. indien de waterstaatskundige belangen zich daartegen niet verzetten;
  • b. nadat het bevoegde waterstaatsgezag daaromtrent is gehoord;
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas;
  • b. het zaaien of inplanten van bomen en/of andere houtopstanden;
  • c. het ontgronden, afgraven, egaliseren of ophogen van gronden;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan
    50 m2;
  • e. het aanleggen van ligplaatsen voor vaartuigen;
  • f. het aanbrengen van drainage;
  • g. het graven, vergraven, verbreden of dempen van watergangen en poelen;
  • h. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
11.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op stroomgeleidende werken;
  • b. noodzakelijk zijn voor het aanbrengen van rivierverlichting en bebakeningsvoorwerpen;
  • c. noodzakelijk zijn voor de opslag van materiaal voor waterstaatswerken, met dien verstande dat niet meer dan 50 m2 mag worden aangewend voor opslag;
  • d. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • e. reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
11.4.3 Afwegingskader

Een in artikel 11.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:

  • a. indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen gevaar of nadeel ontstaat voor de waterstaatkundige functie.