direct naar inhoud van 4.2 Planopzet
Plan: Bedrijventerrein Westermaat, eerste wijziging (Galvano)
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BPW0020a-0301

4.2 Planopzet

Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit de regels en bijbehorend GML-bestand waarin de geometrisch bepaalde planobjecten zijn vervat. Het .GML-bestand en de regels dienen in samenhang te worden bekeken.

De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:

1. Inleidende regels;

2. Bestemmingsregels;

3. Algemene regels;

4. Overgangs- en slotregels.

voor een uitgebreide beschrijving van de regels wordt verwezen naar het bestemmingsplan bedrijventerrein Westermaat.

4.2.1 Inleidende regels

Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied.

4.2.1.1 Begrippen

Dit artikel bevat de definities van de in de regels gebruikte begrippen, waarmee een eenduidige interpretatie van deze begrippen is vastgelegd.

4.2.1.2 Wijze van meten

De "wijze van meten" geeft onder meer regels waar mag worden gebouwd en hoe voorkomende eisen betreffende de maatvoering begrepen moeten worden.

4.2.2 Bestemmingsregels

Hoofdstuk 2 van de regels bevat de juridische vertaling van de verschillende bestemmingen die voorkomen in het plangebied. Voor ieder gebied op de verbeelding is de bestemming aangegeven. In de regels is onder andere aangegeven welk gebruik is toegestaan, wat er gebouwd mag worden en wat verboden is. Hieronder worden de verschillende bestemmingen en dubbelbestemmingen toegelicht.

4.2.2.1 Bedrijventerrein

Op gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' zijn bedrijven overeenkomstig de staat van bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein' onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 én voor zover deze qua categorie overeenkomen met de ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie" aangeduide milieucategorieën, toegestaan. Geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn niet toegestaan. Tuinen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en dergelijke worden aangemerkt als zijnde ondergeschikt aan de bestemming.

De bestemming 'Bedrijventerrein' is op de verbeelding aangegeven met een bestemmingsvlak. Binnen het bestemmingsvlak zijn meerdere bouwvlakken gesitueerd. De toegestane boven- en ondergrondse gebouwen dienen binnen dit bouwvlak opgericht te worden. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen ook worden opgericht buiten het bouwvlak. Ter plaatse van de aanduiding geluidzone - industrie zijn geluidsgevoelige gebouwen en/of terreinen uitgesloten. In de regels en op de verbeelding zijn maatvoeringen ten aanzien van de toegestane bebouwing opgenomen. Deze maatvoeringen hebben onder meer betrekking op de toegestane hoogte, diepte en het bebouwingspercentage.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan het verlenen van een bouwvergunning om zodoende te voorkomen dat de parkeerdruk op reeds bestaande parkeervoorzieningen (onevenredig) toeneemt. Voorts zijn burgemeester en wethouders bevoegd - onder voorwaarden - bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwdiepte van een ondergronds gebouw alsmede van het oppervlak van een nutsgebouw.

In de specifieke gebruiksregels is expliciet aangegeven dat het verboden is gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan te gebruiken ten behoeve van detailhandel, met uitzondering van bepaalde vormen van detailhandel.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bij recht toegestane bedrijven en toestaan dat bedrijven worden gevestigd die niet zijn genoemd in de bedrijvenlijst behorende bij dit artikel óf zijn opgenomen in één categorie hoger dan de maximaal toegestane categorie, mits wordt voldaan aan de daartoe gestelde voorwaarden.

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen waardoor de aanduidingsgrens ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie ' wordt verplaatst of komt te vervallen. Tevens is het mogelijk de bestemming te wijzigen ten behoeve van het verhogen of verlagen van de milieucategorie. Hierbij dient voldaan te worden aan de daartoe gestelde voorwaarden.

4.2.2.2 Waterstaat - Waterlopen

Gronden met de bestemming Waterstaat-Waterlopen (dubbelbestemming) zijn naast voor de overige aangewezen bestemmingen mede bestemd voor het onderhoud van de naastgelegen watergang. Binnen deze bestemming mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming. Gebouwen zijn niet toegestaan. In de regels en de verbeelding zijn maatvoeringen ten aanzien van de toegestane (bovengrondse) bebouwing opgenomen.

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken en toestaan dat wordt gebouwd ten behoeve van de basisbestemming, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterloop en vooraf advies is ingewonnen van de beheerder van de watergang.

4.2.3 Algemene regels

Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Deze gelden voor het gehele plangebied.

4.2.3.1 Anti-dubbeltelregel

De anti-dubbeltelregel is opgenomen om ervoor te zorgen dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing wordt gelaten.

4.2.3.2 Algemene bouwregels

In dit artikel wordt de aanvullende werking van de bouwverordening voor zover betrekking hebbend op de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening buiten werking gesteld. Zou dit niet het geval zijn dan zouden deze stedenbouwkundige bepalingen automatisch de in de, in het bovenstaande beschreven, bestemmingen geboden ruimte inperken. Voor een aantal stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening is echter een uitzondering opgenomen: deze blijven wel gelden. Deze bepalingen hebben voornamelijk betrekking op de toegankelijkheid van bouwwerken en de ruimte tussen bouwwerken.

4.2.3.3 Algemene gebruiksregels

Dit artikel regelt enkele aspecten met betrekking tot het gebruik van gronden.

4.2.3.4 Algemene aanduidingsregels

Dit artikel regelt enkele aspecten met betrekking tot de gebruikte aanduidingen.

4.2.3.5 Algemene afwijkingsregels

Door middel van de algemene afwijkingsbevoegdheid kunnen burgemeester en wethouders bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsplanregels voor onder andere geringe overschrijding van bepaalde bouwvoorschriften, alsmede voor kunstobjecten, bouwwerken van openbaar nut, telecommunicatievoorzieningen enzovoort. Deze bevoegdheid vergroot de flexibiliteit van het plan.

4.2.3.6 Algemene wijzigingsregels

In dit artikel is opgenomen aan welke voorwaarden moet worden voldaan ingeval gebruik gemaakt wordt van de wijzigingsmogelijkheden.

4.2.3.7 Algemene procedureregels

In dit artikel is de procedure beschreven die gevolgd moet worden bij een uitwerking of wijziging van het plan, dan wel het stellen van nadere eisen.

4.2.4 Overgangs- en slotregels

Hoofdstuk 4 bevat regels omtrent overgangsrecht en de slotregel. Deze gelden voor het hele plangebied.

4.2.4.1 Overgangsrecht

Dit artikel regelt ten aanzien van gebouwen en van gebruik dat bestaande gebouwen of bestaand gebruik dat afwijkt van het plan, onder voorwaarden mag worden voortgezet.

4.2.4.2 Slotregel

In dit artikel staat de naam van het bestemmingsplan.