direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluplan ondergrondse 110kV kabelverbinding Hengelo Weideweg - Hengelo Oele
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0152-0302

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Parapluplan ondergrondse 110kV kabelverbinding Hengelo Weideweg - Hengelo Oele met identificatienummer NL.IMRO.0164.BP0152-0302 van de gemeente Hengelo;

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 verbeelding

de weergave van de inhoud van een bestemmingsplan conform het gestelde in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge wijze als de digitale wijze van verbeelding verstaan;

1.4 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.7 belemmerende strook

een strook grond ter plaatse van en ter weerszijden van de hoogspanningsverbinding die dient om de veiligheid en het ongestoord functioneren van de verbinding te kunnen garanderen;

1.8 bestaand
  • 1. bij bouwwerken:

bouwwerken die aanwezig zijn, dan wel mogen worden gebouwd, krachtens een bouwvergunning, dan wel een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, die is aangevraagd vóór het tijdstip van terinzagelegging van het bestemmingsplan als ontwerp;

  • 1. bij gebruik:

bestaand ten tijde van het van kracht worden van het desbetreffende gebruiksverbod;

1.9 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.10 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.11 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.12 bouwgrens

een grens van een bouwvlak

1.13 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.14 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.15 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.16 bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.17 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.18 gestuurde boring

nauwkeurig bestuurbare sleufloze aanlegtechniek voor mantelbuizen, kabels en leidingen waarbij met een boorstelling vanaf het maaiveld de productleiding volgens een van te voren bepaald ondergronds tracé aangelegd kan worden;

1.19 hoogspanningskabel

een ondergrondse hoogspanningskabel die is bestemd voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau van minimaal 110 kiloVolt (kV);

1.20 maaiveld

de hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op de bestaande bebouwing;

1.21 normale onderhoudswerkzaamheden

werkzaamheden die periodiek moeten worden uitgevoerd ter instandhouding van de met de bestemming beoogde doeleinden;

1.22 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;

1.23 omgevingsvergunning

vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.24 open ontgraving

aanlegtechniek waarbij het kabelbed, ten behoeve van de kabels, onder talud wordt ontgraven;

1.25 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.26 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;

1.27 persing

sleufloze aanlegtechniek voor het recht aanbrengen van mantelbuizen op kortere afstanden. Hierbij wordt een mantelbuis in de grond geperst, vanaf de sleuven aan weerszijde, waarna de grond eruit wordt geblazen en de kabels erin worden getrokken;

Artikel 2 Reikwijdte

Dit Parapluplan ondergrondse 110kV kabelverbinding Hengelo Weideweg - Hengelo Oele herziet de bestemmingsplannen zoals opgenomen in Bijlage 1 bij de regels in die zin dat

  • a. de begrippen in artikel 1.4 tot en met artikel 1.27 worden toegevoegd. Als in de bestemmingsplannen een begrip al benoemd is, wordt dat begrip vervangen door het begrip zoals genoemd in artikel 1.
  • b. artikel 3 aan de regels van deze bestemmingsplannen wordt toegevoegd.
  • c. Met dit plan wordt artikel 5 'Agrarisch met waarden - Agrarische functie met natuur- en landschapswaarden' van de vigerende bestemmingsplannen Buitengebied en Buitengebied, Veegplan 2014 als volgt gewijzigd: aan de bestaande regels in lid 5.7.2 wordt een sub e toegevoegd die als volgt luidt : "e. welke betreffen de aanleg van een ondergrondse hoogspanningsverbinding en de daarbij horende constructies, installaties en apparatuur".
  • d. Met dit plan wordt artikel 9 'Natuur' van de vigerende bestemmingsplannen Buitengebied en Buitengebied, Veegplan 2014 als volgt gewijzigd: aan de bestaande regels in lid 9.7.1 onder b wordt een sub 4 toegevoegd die als volgt luidt : "4. Welke betreffen de aanleg van een ondergrondse hoogspanningsverbinding en de daarbij horende constructies, installaties en apparatuur".
  • e. Met dit plan wordt artikel 24 'Waarde - Aardkundig waardevol' van de vigerende bestemmingsplannen Buitengebied en Buitengebied, Veegplan 2014 als volgt gewijzigd: aan de bestaande regels in lid 24.4.1 onder c wordt een sub toegevoegd die als volgt luidt : "- die de aanleg van een ondergrondse hoogspanningsverbinding en de daarbij horende constructies, installaties en apparatuur betreffen".
  • f. Met dit plan wordt artikel 25 'Waarde - Archeologie Hoog (buiten de bebouwde kom)' van de vigerende bestemmingsplannen Buitengebied en Buitengebied, Veegplan 2014 als volgt gewijzigd: aan de bestaande regels in lid 25.4.1 onder c wordt een sub toegevoegd die als volgt luidt : "die de aanleg van een ondergrondse hoogspanningsverbinding en de daarbij horende constructies, installaties en apparatuur betreffen".
  • g. Met dit plan wordt artikel 26 'Waarde - Archeologie Middel (buiten de bebouwde kom)' van de vigerende bestemmingsplannen Buitengebied en Buitengebied, Veegplan 2014 als volgt gewijzigd: aan de bestaande regels in lid 26.4.1 onder c wordt een sub toegevoegd die als volgt luidt : "die de aanleg van een ondergrondse hoogspanningsverbinding en de daarbij horende constructies, installaties en apparatuur betreffen".
  • h. Met dit plan wordt artikel 20 'Waarde - Archeologie Middel (binnen de bebouwde kom)' van het vigerende bestemmingsplan Bedrijventerrein Twentekanaal als volgt gewijzigd: aan de bestaande regels in lid 20.5.2 onder c wordt een sub 5 toegevoegd die als volgt luidt : "5. die de aanleg van een ondergrondse hoogspanningsverbinding en de daarbij horende constructies, installaties en apparatuur betreffen".
  • i. De overige regels van de vigerende bestemmingsplannen zijn onverminderd van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Leiding - Hoogspanning 1

3.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor 'Leiding - Hoogspanning 1' bestemde gronden zijn, in afwijking op alle andere bepalingen, mede bestemd voor de aanleg, het beheer en instandhouding van een hoogspanningsverbinding met de daarbij behorende:
    • 1. Belemmerende strook;
    • 2. Voorzieningen.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a is ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal hoogspanningsverbindingen' het maximum aantal aangeduide hoogspanningsverbindingen toegestaan;

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. Op of in de in dit artikel bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd.
  • b. Op of in de in dit artikel bedoelde gronden zijn geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van andere bestemmingen toegestaan, met uitzondering van bestaande (vergunde) gebouwen.
  • c. In afwijking van hetgeen is bepaald onder a kan ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voorzover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering
3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 ten behoeve van de bouw van in de andere bestemming(en) genoemde bouwwerken geen gebouwen zijnde, na voorafgaand positief schriftelijk advies van de betreffende leidingbeheerder en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de hoogspanningsleiding.

3.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding – gestuurde boring' mag de hoogspanningsverbinding uitsluitend worden aangelegd door middel van een gestuurde boring, waarbij de verticale diepte van de hoogspanningsverbinding ter plaatse van de aanduiding 'minimum diepte (m)' gemeten vanaf maaiveld niet minder mag bedragen dan is aangegeven;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding – persing' mag de hoogspanningsverbinding uitsluitend worden aangelegd door middel van persing, waarbij de verticale diepte van de hoogspanningsverbinding gemeten vanaf maaiveld niet minder mag bedragen dan 1,8 m.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding – open ontgraving' mag de hoogspanningsverbinding uitsluitend worden aangelegd door middel van open ontgraving.
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.5.1 Verbod

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende activiteiten uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:

  • a. het aanbrengen en/of rooien van diepwortelende beplanting en bomen;
  • b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • c. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van opstallen;
  • e. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • f. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en aanleggen van drainage;
  • g. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • h. het permanent opslaan van goederen of materialen;
  • i. Het tijdelijk opslaan van zwaar materiaal;
  • j. het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, anders dan ten dienste van de in lid 3.1 omschreven bestemming.
3.5.2 Uitzonderingen

Het in lid 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op een werk, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden:

  • a. die reeds in uitvoering zijn bij het van kracht worden van het plan;
  • b. die het normale onderhoud ten aanzien van de verbinding en belemmerde strook betreffen;
  • c. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. die niet dieper dan 80 cm beneden maaiveld worden uitgevoerd;
  • e. die verband houden met de aanleg van de ondergrondse 110kV-hoogspanningsverbinding en de daarbij horende voorzieningen.
3.5.3 Omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden kan worden verleend na voorafgaand schriftelijk advies van de betreffende leidingbeheerder en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding.

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
5.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 5.1 met maximaal 10%.

5.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 5.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

5.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 5.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

5.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 5.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

5.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 5.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Parapluplan ondergrondse 110kV kabelverbinding Hengelo Weideweg - Hengelo Oele.