direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Sloetsweg/Bellinckhof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0056-0301

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Gemeentelijk GroenPlan Hengelo 2010 (GGP)

In het Gemeentelijk GroenPlan Hengelo 2010 (GGP) is de groene hoofdstructuur voor de gemeente Hengelo vastgelegd. "Groen" dient hierbij breed opgevat te worden als landschap, stedelijk groen, natuur, water en recreatief medegebruik. Hoofduitgangspunt is de stad-èn-landbenadering, waarbij gestreefd wordt naar zowel een krachtige stad als een vitaal platteland.

In het groenplan is de samenhang tussen regio, buitengebied, stadsrand, stad en wijk in beeld gebracht. Het GGP richt zich op het hoofdgroen in de stadsrand, stad en wijk. De totale hoofdstructuur in de stad en omgeving bestaat uit een samenhangend netwerk van stadsrandzones, geledingszones tussen de kernen, groene wiggen, groene eilanden, lanen, groene stapstenen (boomgroepen), beken met begeleidend groen en spoordijken.

3.3.2 Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) (2009-2013)

In het door de raad vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan worden de uitgangspunten met betrekking tot de waterhuishouding en de riolering beschreven. Voor alle in- en uitbreidingen gelden in principe onderstaande beleidsregels:

  • Het afvalwater (het zwarte afvalwater van toilet, het grijze afvalwater van keuken, wasmachine en douche en het eventuele bedrijfsafvalwater) wordt afgevoerd naar de RWZI middels riolering;
  • Lokale zuivering van dit afvalwater wordt niet duurzaam geacht vanwege de hoge kosten, het grote ruimtebeslag en de te grote risico's voor volksgezondheid en milieu;
  • Het hemelwater wordt zo min mogelijk verontreinigd en komt ten goede aan het lokale water- of grondwatersysteem. Daarbij heeft zichtbare oppervlakkige afvoer de voorkeur boven afvoer door buizen, vanwege het grotere risico op ongewenst lozingsgedrag en foutieve aansluitingen bij buizen;
  • Infiltratie van hemelwater in de bodem via een graspassage is de beste optie omdat hiermee zuivering, retentie en grondwateraanvulling worden gerealiseerd;
  • Bij het ontwerp van het bouwwerk een zodanig samenspel van dakvlakken, dakgoten, regenpijpen en perceelsgoten kiezen dat het water niet in riolen onder de grond hoeft;
  • Bij stedenbouwkundige plannen moet notie worden genomen van het feit dat het water van hoog naar laag stroomt, waarmee water dan een ordenend principe voor het plan is;
  • Goede alternatieven in geval van nauwelijks verontreinigd hemelwater zijn: regenwaterhergebruik op individuele schaal en directe oppervlakkige afvoer naar sloten of vijvers met retentievoorzieningen;
  • Een goed alternatief in geval van bedrijventerreinen met risico op vervuiling is een verbeterd gescheiden rioolstelsel met retentievijvers;
  • Het grondwater wordt zoveel mogelijk aangevuld met schoon infiltrerend water. Te hoge grondwaterstanden in natte winterperioden worden beteugeld met drainage in de openbare weg en eventueel op de kavels zelf. De drainage voert af naar een wadi of naar oppervlaktewater dus niet naar een RWZI. In de bouwwerken wordt vochtoverlast door hoge grondwaterstanden geminimaliseerd door te bouwen zonder kruipruimten en door eventuele kelders waterdicht te maken;
  • Het oppervlaktewater wordt liefst op fraaie wijze geïntegreerd in het stedenbouwkundige plan, zodanig dat het water beleefbaar is en goed te beheren;
  • Per project moet in overleg met de afdeling Wegen, Groen en Water van de gemeente en met het Waterschap Regge en Dinkel worden gezocht naar maatwerk.
3.3.3 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) (2003)

In het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) zijn de hoofdnetwerken voor de fiets, openbaar vervoer en auto vastgelegd. Het doel is een situatie te creëren waarbij de drie vervoerswijzen op een volwaardige wijze met elkaar functioneren en elkaar aanvullen, om zo ook in de toekomst de bereikbaarheid van veiligheid te waarborgen en zelfs te verbeteren. Voor de verkeersstructuur voor het autoverkeer zijn in het GVVP de volgende onderdelen vastgelegd:

  • Doseren van de verkeersstromen die van buiten de stad naar binnen de wijkring gaan; niet meer verkeer toelaten dan in het gebied binnen de wijkring verwerkt kan worden. Dit is mede noodzakelijk voor een vlotte doorstroom van de bussen, zodat er van HOV (hoogwaardig openbaar vervoer) gesproken kan worden;
  • Invoering van een tangentensysteem waardoor onder andere de centrumring oost en de Breemarsweg worden ontlast. De Oosttangent wordt gerealiseerd met de Verlengde Laan van Driene (in de periode 2010-2015), een tunnel in de Kuipersdijk onder het spoor en een eventuele doortrekking van de Kuipersdijk via het tracé van de huidige Akzo-spoorlijn naar de Diamantstraat. De Westtangent is de huidige route Europalaan, Bornsestraat, Weideweg, Geerdinksweg, Oelerweg en Haaksbergerstraat;
  • Categorisering van wegen volgens het Duurzaam Veilig principe, zie ook het Verkeersveiligheidsplan Duurzaam Veilig (2001).
3.3.4 Gemeentelijk waterplan (2006)

Het Waterplan Hengelo "Kleurrijk waterbeheer" is in 2006 door de gemeenteraad vastgesteld. Het waterplan beschrijft hoe de gemeente in de komende 25 jaar haar verantwoordelijkheid neemt in het regionale watersysteem en geeft richting aan de ontwikkeling van stedelijk water in Hengelo. Het waterplan onderscheidt 3 sporen waarlangs de gemeente en het waterschap Regge en Dinkel invulling gaan geven aan deze verantwoordelijkheid;

  • 1. Het herstel van de Hengelose beken;
  • 2. Het gescheiden houden van schone en vuile waterstromen ( afkoppelen van hemelwater);
  • 3. Het oplossen van grondwateroverlast.

Ad. 1 Grote delen van de Hengelose beken zijn niet meer zichtbaar omdat ze verduikerd zijn. Met name herstructureringsprojecten bieden kansen deze beken weer zichtbaar te maken en weer integraal onderdeel te laten uitmaken van de openbare ruimte.

Ad. 2 Schoon hemelwater wordt niet meer op de gemengde riolering geloosd maar wordt zichtbaar afgevoerd naar oppervlaktewater. In het gebied wordt voldoende waterberging aangelegd, het liefst in de vorm van wadi's omdat deze tevens een zuiverende werking hebben.

Ad. 3 In het kader van de Wet Gemeentelijke Watertaken (per 1/1/2008) heeft de gemeente een verbrede zorgplicht t.a.v. het oplossen van structurele grondwateroverlast.

Naast deze drie manieren is een belangrijke rol weggelegd voor communicatie en educatie. De nadruk ligt hierbij op kijken en doen. Te denken valt aan het uitzetten van fiets- en wandelroutes langs de beken en het aanleggen van een waterspeelplaats of waterkunstwerk. Ook is een lespakket over water aan de basisscholen aangeboden.

Het waterplan is door de besturen van het waterschap Regge en Dinkel en de gemeente Hengelo vastgesteld.

3.3.5 Wijkeconomie

Een groot deel van de economie van de stad vindt plaats in de wijken, de wijkeconomie. In Hengelo bevindt 70% van de bedrijfsvestigingen zich in de wijken. Naar verwachting wordt wijkeconomie steeds belangrijker. Wijkeconomie draagt bij aan de economische vitaliteit, veiligheid en leefbaarheid van de wijk. Het gaat hierbij vooral om bedrijven van zzp'ers (zelfstandigen zonder personeel) die het wonen combineren met werken of hun bedrijf starten vanuit huis. De wijk fungeert daarmee als broedplaats voor ondernemerschap. Bedrijven ontstaan in de wijk en groeien van daaruit verder. Wijkeconomie stimuleert daarmee de werkgelegenheid.

In de Nota Wijkeconomie Hengelo 2012 - 2015 is de visie van Hengelo op wijkeconomie vastgelegd en wordt een plan van aanpak gepresenteerd om het werken in de wijk te stimuleren. Hierin is de huisvesting van ondernemers belangrijk. We stimuleren daarom functiemenging in de wijken en we willen bedrijfslocaties in de wijk behouden en de eigenaren stimuleren om leegstaande panden courant te maken.

De voormalige Gamma-Heerbaart locatie is hier een goed voorbeeld van. Deze voormalige werklocatie wordt omgevormd tot een woon/werk locatie, die voldoet aan de huidige eisen van de tijd. Het biedt de mogelijkheid voor het werken aan huis of vlakbij huis.

3.3.6 Nota Wonen (2004)

De rol van de gemeente wordt ingevuld op drie niveaus:

  • bovenlokale afstemming van woonbeleid (bijvoorbeeld in de Netwerkstad en de Regio);
  • stedelijk beleid, stedelijke vernieuwing, stedelijke programmering, herstructurering en andere interventies;
  • wijkgerichte programmering van projecten en maatregelen binnen beleidskaders en visies op de wijk.

Het woonbeleid van de gemeente verschuift van sturen naar stimuleren, faciliteren en committeren. De woningbouwwoningcorporaties en hulp-/zorginstellingen zijn onze partners waarmee we samenwerken om de gestelde doelstellingen te bereiken.

  • 1. Bereiken van een betere balans tussen vraag en aanbod op het gebied van wonen.
  • 2. Ontwikkelen van de stad en de woongebieden met een zorgvuldig ruimtegebruik.
  • 3. Ontwikkelen van woongebieden met een eigen identiteit en kwaliteit, een complementair woningbouwprogramma, hoge ruimtelijke en milieu kwaliteit en veiligheid.
  • 4. Toename van het aandeel koopwoningen in de woningvoorraad tot 55% in 2010.
  • 5. Herstructurering van (naoorlogse) wijken met een grote fysieke en sociale achterstand.
  • 6. Het bevorderen van het wonen in de binnenstad.
  • 7. Het waarborgen van het aanbod betaalbare huurwoningen in de woningvoorraad; met name in herstructureringswijken.
  • 8. Voldoende aanbod aan kavels voor particulier opdrachtgeverschap (individueel en collectief).
  • 9. Ontwikkelen van woonservicegebieden
  • 10. Zorgen voor voldoende beschermde woonvormen voor kwetsbare groepen i.v.m. extramuralisering.
  • 11. Vergroten aan fysieke toegankelijkheid van woningen en woonomgeving
3.3.7 Nota Autoparkeren (2008-2012)

In december 2008 is deze nota na jaren van voorbereiding door de gemeenteraad vastgesteld. De gemeente Hengelo probeert door middel van deze Nota een evenwicht te bereiken tussen enerzijds de parkeervraag en anderzijds de optimale combinatie van bereikbaarheid en leefbaarheid.

De visie op het parkeerbeleid in het centrum én in de schil rond het centrum is te formuleren door middel van een viertal pijlers:

  • Pijler 1 Duurzaam evenwicht tussen vraag en aanbod;
  • Pijler 2 Doelgroepenbeleid;
  • Pijler 3 Optimale benutting van (parkeer)ruimte en infra;
  • Pijler 4 Optimale inzet van mensen en middelen.

Doelen

De Nota Autoparkeren 2008-2012 heeft de volgende doelen:

  • Realisatie van een zodanig helder parkeersysteem dat bewoners, bezoekers (van bewoners en ondernemers) en werknemers op de gewenste plaatsen parkeren en daarbij streven naar geconcentreerde grote parkeerlocaties en dubbel ruimtegebruik waar mogelijk (de juiste plaats voor de juiste prijs voor alle doelgroepen);
  • Oplossing(en) bieden voor huidige en toekomstige parkeer- en bereikbaarheidsproblemen;
  • Vooral voor de categorie bewoners streven naar een betaalbare en eerlijke verdeling van schaarse beschikbare parkeerruimte;
  • Betere geleiding en verminderde groei van de automobiliteit respectievelijk autogebruik.
3.3.7.1 Nota Evaluatie parkeerbeleid (van de Nota Autoparkeren 2008-2012)

In het coalitieakkoord van april 2010 is door het college het in 2008 vastgestelde parkeerbeleid inclusief bijbehorende uitvoeringsprogramma kritisch tegen het licht te houden. Op 14 december 2010 heeft de gemeenteraad ingestemd met de Nota Evaluatie parkeerbeleid.

Eén van de belangrijkste veranderingen is dat de bewoners van de niet gereguleerde schilwijken nu de kans krijgen om de reguleringsvorm blauwe zone (parkeerschijfzone) in te mogen voeren. Het initiatief ligt nu wel volledig bij de bewoners.

Een aantoonbare meerderheid (minimaal 50%) van een logische begrensde (woon)straat, gebied of buurt moet voorstander zijn van het instellen van de blauwe zone om voldoende draagvlak te waarborgen (respons minimaal 30%). De bewoners van de straten uit de schilwijken met definitief betaald parkeren ten tijde van het uitvoeringsprogramma uit de Nota Autoparkeren mogen kiezen; betaald parkeren handhaven, ook blauwe zone of alles weer opheffen.

Parkeernormering

Hengelose parkeernormen behoren ook tot het in december 2008 door de gemeenteraad vastgestelde parkeerbeleid. De parkeernormering is gebaseerd op de parkeerkencijfers zoals deze landelijk zijn uitgegeven door het kennis instituut CROW. De publicatie van dit kennis instituut heet 'Parkeerkencijfers - Basis voor parkeernormering' (uitgave nummer 182). De parkeerkencijfers uit deze publicatie zijn gedifferentieerd naar stedelijkheidsgraad/stadsomvang (Hengelo is sterk stedelijk) en stedelijke zone, zijn nog steeds actueel en worden door vele overheden en adviesbureaus in heel Nederland toegepast.

Binnen de beschikbare bandbreedte van deze parkeerkencijfers is voor de Hengelose situatie een keuze gemaakt voor parkeernormen per stedelijke zone (centrum, schil of rest kom), functie en aandeel bezoekers. Voor een aantal functies is, na de benodigde uitgebreide parkeeronderzoeken, binnen die totale bandbreedte de gemiddelde waarde van de CROW parkeerkencijfers tot Hengelose norm verheven. De huidige parkeernormering maakte geen onderdeel van de op 14 december 2010 door de gemeenteraad vastgestelde Nota Evaluatie Parkeerbeleid. Dat wil zeggen dat de parkeernormering ook niet ter discussie staat. De Hengelose parkeernormen blijven derhalve gehandhaafd.

In paragraaf 2.2 is uitgebreid ingegaan op hoe in het plan wordt omgegaan met verkeer en het parkeren. Tevens is in bijlage 1 van de toelichting de parkeerbalans te vinden. De uitkomst van deze berekening laat een positief saldo zien.

3.3.8 Startersbeleid

In de nota "Startersstad Hengelo" heeft de gemeente haar beleid ten aanzien van startende ondernemers uiteengezet. Het startersbeleid kent zowel een fysieke als een sociale component. Voor het bestemmingsplan is met name de fysieke component van belang. De fysieke component heeft op haar beurt weer vooral betrekking op huisvesting.
Veel starters beginnen vanuit huis, maar veelal ontstaat na enige tijd de behoefte aan andere huisvesting. Starters blijken vooral behoefte te hebben aan laagdrempelige huisvesting met aantrekkelijke huurprijzen en easy- in / easy - out contracten. Het investeren in het creëren van goedkope, kleinschalige huisvestingsmogelijkheden voor starters is een speerpunt voor de komende jaren. Bedrijfsverzamelgebouwen spelen daarbij een belangrijke rol. Starters kunnen zich daarin vestigen, kunnen gebruik maken van een aantal gemeenschappelijke voorzieningen en profiteren van de nabijheid van andere jonge ondernemingen. Gebleken is dat er in Hengelo een grote behoefte bestaat aan dergelijke faciliteiten voor starters. De vraag naar dergelijke locaties overstijgt momenteel het aanbod.
Door de Kamer van Koophandel is uitgezocht dat in Hengelo een groot deel van de startende ondernemingen zit de detailhandel, adviesdiensten, facilitaire diensten en persoonlijke diensten. Het aandeel starters in sectoren als industrie en bouw ligt aanmerkelijk lager.
De vraag naar starterslocaties is groter dan het aanbod aan locaties. Daarbij blijkt uit onderzoek dat een groot deel van de startende ondernemingen zit in de sectoren detailhandel, adviesdiensten, facilitaire diensten en persoonlijke diensten. Om invulling te geven aan de doelstelling van het startersbeleid wil de gemeente de vraag naar starterslocaties beter af stemmen op het beschikbare aanbod.

3.3.9 Structuurvisie Hengelo 2030 (2007)

Op 3 juli 2007 heeft de gemeenteraad de structuurvisie Hengelo 2030 vastgesteld. Het bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo voor de lange termijn. In de structuurvisie Hengelo 2030 wordt op basis van een beschrijving van de kernkwaliteiten, de historie, de maatschappelijke tendensen en de ambities een samenhangende en integrale uitwerking van een nieuwe koers voor Hengelo naar 2030 neergezet. De keuzes die daarbij zijn gemaakt zijn het inzetten op de sterke punten van de stad en te gaan van groei naar kwaliteit. Dat betekent nauwelijks meer uitbreiding, maar inbreiding en functiemenging in bestaand stedelijk gebied en het investeren in het omringende landschap. Deze koers brengt een vijftal kernopgaven met zich mee:

  • 1. Versterking van de economische structuur;
  • 2. Een binnenstad voor ontmoetingen;
  • 3. De sociale opgave;
  • 4. Het landschap de stad in;
  • 5. Ruimtelijke kwaliteit;

Naast het versterken van een aantal hoofdstructuren zet de gemeente Hengelo in op een aantal kernprojecten:

  • Parelsnoer: Gericht op het realiseren van een stadscentrum voor ontmoetingen. Met activiteiten die van het centrum weer dé plek maken waar mensen van binnen en buiten Hengelo elkaar ontmoeten.
  • Vitale wijken: Gericht op duurzame en vitale wijken met een eigen karakter en een compleet aanbod aan voorzieningen en -waar acceptabel- diverse mogelijkheden voor bedrijvigheid.
  • Stadsranden, het landschap de stad in: Gericht op de groene inbedding en dooradering van de stad is een van de leidende principes op weg naar Hengelo 2030. In dit kader is het 'actief recreatielandschap Twekkelo-Driene' uitgelicht. De bebouwingsranden van Hengelo en Enschede worden hoogwaardig vormgegeven.
  • Archipunctuur:Gericht op het injecteren van de stad met hoogwaardige plekken en gebouwen.
3.3.10 Woonbeleid
3.3.10.1 Preferente partners op een level-playing field

Gemeente en corporatie zijn en blijven natuurlijke partners van elkaar in de ontwikkeling
en het beheer van de wijken van Hengelo. Samenwerking tussen gemeente en Welbions
leidt ook tot een hoger maatschappelijk rendement aangezien de revenuen van de
corporatie bij de ontwikkeling van vastgoed weer in de (sociale) huisvesting in de brede zin
des woord worden geïnvesteerd. Als eindverantwoordelijke voor het woonbeleid zal de
gemeente echter altijd moeten nagaan met welke partners de gestelde doelen kunnen
worden gerealiseerd. In sommige projecten zal Welbions in concurrentie met
commerciële ontwikkelaars meedingen naar de ontwikkelingsrechten. In andere gevallen,
zoals bij de vernieuwing van bestaande woonwijken, ligt het voor de hand, dat Welbions
en gemeente samen plannen ontwikkelen en uitvoeren. Zij zijn immers de belangrijkste
vastgoedeigenaren. Met andere woorden: de aard van de opgave bepaalt de wijze waarop
partijen samenwerken.

Gemeente
De gemeente heeft als organisatie van oudsher een brede rol. Op het gebied van wonen en
wijkontwikkeling is zij verantwoordelijk voor het vormen van goede en gedragen
strategische kaders binnen deze beleidsvelden. De rollen die hiermee samenhangen zijn
o.a.:

  • publiekrechtelijke autoriteit (toezien op het algemeen belang, vaststellen
    beleidskaders zoals de Woonvisie en notitie Planning en Programmering
    woningbouw), opsteller van bestemmingsplannen, vergunningverlener)
  • risicodragend investeerder in (grond)exploitaties
  • investeerder in maatschappelijk vastgoed en sociaal- en economisch wijkkapitaal
  • partner op het gebied van wonen, zorg, werken en leren;
    beheerder van de openbare ruimte.

Bovenstaande rollen betreffen de rolverdeling op hoofdlijnen. In individuele wijken en
projecten zullen afspraken worden gemaakt over rol- en taakverdeling.

3.3.10.2 Bouwen van kwantiteit naar kwaliteit

De gemeente is zich bewust van de veranderingen in de woningmarkt in Twente. Uit het
Twents Woningmarktonderzoek 2006 blijkt dat de vraag naar woningen slechts licht zal
toenemen en dat er een forse vervangingsopgave is. Dit betekent een verschuiving van kwantiteit (veel en snel bouwen in de uitleggebieden) naar kwaliteit (herstructurering en wijkvernieuwing). Deze verschuiving gaat gepaard met een intensivering van de wijkaanpak. Het streven is
om het tempo van sloop-nieuwbouw hoog te houden om de vervangingsopgave het
hoofd te kunnen bieden.

3.3.10.3 Projectenboek

In april 2008 heeft de gemeente Hengelo het Convenant Wonen 2008-2013 met Welbions afgesloten. In dit convenant zijn afspraken gemaakt over wat samen te bereiken en hoe dit samen te bereiken. Voor het resultaatgebied "Bouwen: van kwantiteit naar kwaliteit" is specifiek afgesproken dat in het kader van de bedrijfsmatige én beleidsmatige afstemming tussen de gemeente en Welbions het projectenboek als instrument ingezet gaat worden.

De gemeente heeft in 2009 aangegeven welke woningbouwprojecten in Hengelo de komende jaren prioriteit krijgen. Dit is met name van belang in het licht van de geconstateerde veranderingen op de Twentse woningmarkt. Herstructureringsprojecten hebben binnen deze programmering een bijzondere positie en worden in de programmering opgenomen.

Het projectenboek gaat over de investeringen in vijf deelterreinen:

  • Nieuwbouw (nieuwe locaties in of uitbreiding)
  • Herstructurering (bestaand bezit)
  • Wonen voor kwetsbare groepen
  • Maatschappelijk vastgoed (klaverblad)
  • Overige projecten (klaverblad)
3.3.10.4 Kernvoorraad

De gemeente hecht groot belang aan het creëren van een ongedeelde stad en het bereiken van sociaal gedifferentieerde wijken. In Hengelo als geheel moeten voldoende woningen beschikbaar zijn voor de aandachtsgroep. Een ongedeelde stad betekent echter ook dat het aandeel woningen in de kernvoorraad gelijkmatig over de stad is verdeeld. Hengelo streeft ernaar dat er geen concentraties van goedkope of dure woningen zijn in individuele wijken.

Uitgaande van een verwachte ontwikkeling van krimp van de aandachtsgroep geldt voor
de woningvoorraad van de Hengelose corporatie in 2015 het volgende:

  • Het in standhouden van minimaal 8.500 woningen in de kernvoorraad
  • Het in standhouden van minimaal 10.000 woningen in de bereikbare huurklasse

De gemeente volgt eens per twee jaar de inkomensontwikkeling en waarschuwt zodra de
verhouding tussen omvang aandachtsgroep en afgesproken omvang kernvoorraad uit
balans dreigt te raken. Menging van sociale groepen is belangrijk voor de leefbaarheid, integratie en tolerantie. Wensbeeld op wijkniveau is het in stand houden van een kernvoorraad van voldoende omvang met als resultaat een gevarieerde woningvoorraad naar prijsniveau in alle wijken.

Corporaties houden bij verkoop en sloop van huurwoningen rekening met een voldoende omvang van de kernvoorraad per wijk. Dit betekent het volgende:

Wijkpercentage kernvoorraad   Verkoop en sloop kernvoorraad  
> 50%   Extra inzet  
30% - 50%   Regulier, zonder voorwaarden  
20% - 30%   Beperkt, nader motiveren  
< 20%   In principe geen (nader motiveren)  

Ten slotte geldt dat verkoop van corporatiewoningen (middels Te Woon of regulier) alleen gebeurt wanneer de omstandigheden hiervoor geschikt zijn (technische staat woning, financiële draagkracht koper etc.): het gezonde verstand prevaleert.

3.3.10.5 Te woon

Welbions biedt haar klanten zoveel mogelijk keuzemogelijkheden op het gebied van wonen. Ook als het gaat om de keuze tussen het huren of kopen van een woning. Welbions biedt daarom verschillende woningen 'Te Woon' aan. Dat betekent dat u zelf mag kiezen of u een woning wilt kopen of huren. Op die manier kunt u de wijze waarop u wilt wonen zoveel mogelijk afstemmen op uw eigen wensen en mogelijkheden. Deze vorm is aantrekkelijk omdat het voor veel doelgroepen bereikbaar is.

3.3.10.6 Woonruimteverdeling

Na ruim tien jaar volgens de afspraken uit 1994 te hebben gewerkt zijn betrokkenen van
mening dat het gekozen aanbodmodel op zich nog voldoet, maar dat het niet op alle vraagstukken een antwoord biedt. Ook het publiekrechtelijk kader en de daaraan verbonden administratieve verplichtingen, met name het vergunningenstelsel, maakt dat aan de uitvoering van de woonruimteverdeling veel administratieve eisen worden gesteld. Deze eisen verhouden zich niet met een moderne decentrale uitvoering met een lage administratieve druk en een moderne verantwoordingsstructuur.

Uitgangspunten woonruimteverdeling zijn:

  • continuering samenwerking verhuurders
  • handhaven inzichtelijk, transparant en eenvoud binnen het systeem centraal
  • inspelen op de voorkeuren van woningzoekenden en waar mogelijk verruimen
    keuzevrijheid
  • rechtvaardige en doelmatige verdeling van schaarse woningen
  • zorgen voor passende huisvesting voor urgent woningzoekenden
  • optimaal gebruik bestaande woningvoorraad
  • efficiëntie en effectiviteit: eenvoud van regels en regels alleen indien nodig.
3.3.11 Beleid kamerbewoning

Om daadwerkelijk een woning in gebruik te mogen nemen voor kamerverhuur moet het pand allereerst beschikken over de juiste bestemming. Daarnaast moet de eigenaar van een pand op grond van de regionale Huisvestingsverordening een omzettingsvergunning aanvragen voordat hij een pand mag omzetten van zelfstandige bewoning naar onzelfstandige bewoning (lees: kamerverhuur of pension). Hiermee kan worden voorkomen, dat op sommige zwakkere plekken in de stad overlast ontstaat door kamerverhuur. Het is bekend dat in sommige delen van de stad juist in deze kamerverhuurpanden overlast ontstaat bijvoorbeeld door studenten, maar vooral ook door drugscriminaliteit en andere criminele activiteiten.

De Huisvestingsverordening geeft het college de bevoegdheid nadere regels te stellen aan het verlenen van de omzettingsvergunning. Bij de beoordeling van een ingediende aanvraag voor een omzettingsvergunning zal worden getoets aan het beleid kamerbewoning. In deze beleidsregels komen naast aspecten als leefbaarheid en andere omgevingsfactoren ook technische aspecten, met name voor wat betreft brandveiligheid, aan de orde. Voor wat betreft de brandveiligheid zal in veel gevallen moeten worden voldaan aan de rechtstreeks werkende bepalingen uit het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (gebruiksbesluit).

3.3.12 Woonvisie

Het college heeft in de woonvisie 2012-2022 "verandering brengt kans" haar woonbeleid voor de komende 10 jaar opgenomen.

De hoofdpunten uit het woonbeleid zijn hierna kort weergegeven.

  • Uitbreidingsbehoefte van minimaal 2.250 woningen in de komende 10 jaar. 70% van deze woningen moet in de stad komen op zogenoemde inbreidingslocaties of herstructureringslocaties. De overige 30% wordt gerealiseerd op uitbreidingsgebieden aan de rand van de stad waarvan de locatie Bornsche Maten ook gedeeltelijk voorziet in de Hengelose behoefte.
  • Voldoende plancapaciteit beschikbaar bij aantrekkende markt: De gemeente moet aan voldoende bouwplannen werken om te voorzien in de vraag naar woningen als de economie aantrekt.
  • Lokale instrumenten inzetten voor het bevorderen van doorstroming in de woningmarkt. Zoals de starterslening en verschillende subsidies.
  • Vraaggericht ontwikkelen en bouwen: De gemeente moet meer rekening houden met de consument, zowel in de te bouwen woningen als in de keuze van de locatie. Het mogelijk maken van particulier en collectief particulier opdrachtgeverschap is ook belangrijk. Zowel aan de rand van de stad als op binnenstedelijke locaties voor meer binding in de wijk.
  • Kwaliteitsverbetering van de sociale huurvoorraad: Dat kan door huurwoningen met slechte isolatiewaarde op te knappen of te vervangen. In de woonvisie staat de wens om gedifferentieerde wijken te krijgen met minimaal 20% sociale huur voor de sociale doelgroep.
  • Kwaliteitsverbetering particuliere voorraad: De kwaliteit kan verbeterd worden door bewustwording te creëren bij de particulier over het energieverbruik in de woning of de veiligheid in huis; investeren in je eigen woning draagt bij aan het woongenot, wooncomfort en betaalbare woonlasten op lange termijn. Dat kan onder meer door: voorlichting geven over subsidieregelingen, een subsidieloket, de website www.langzultuwonen.nl.
  • Langer zelfstandig willen wonen: Hengelo streeft ernaar dat ouderen en mensen met een beperking langer zelfstandig kunnen wonen. Het liefst in hun eigen vertrouwde woonomgeving.
  • Samenwerken in nieuwe coalitiesMet bijvoorbeeld corporaties, marktpartijen, zorginstellingen en andere partijen veel beter samenwerken. De gemeente kan het niet allemaal zelf.
  • Kwalitatief woningbouwprogramma dat gericht is op binding met de stad. Starters en mensen met middeninkomens in de bestaande wijken binden door te zorgen voor voldoende beschikbare en betaalbare koop- en huurwoningen op voor hen aantrekkelijke plekken. In de binnenstad bijvoorbeeld, door nieuwbouw op aantrekkelijke plekken en door wonen boven winkels. Bevorderen van doorstroming van medioren en senioren voor meer luxe of wooncomfort in de uitbreidingsgebieden 't Broek en Dalmeden.

De gemeente heeft deze negen uitgangspunten uitgewerkt in 5 speerpunten en een globaal uitvoeringsprogramma. De speerpunten:

  • Versterking stedelijk karakter, onder andere: sterke woonregio Twente en binnenstedelijk bouwen;
  • Bouwen en wonen naar behoefte, onder andere specifieke doelgroepen waarvoor corporatie/zorginstellingen verantwoordelijk zijn en nieuw particulier initiatief;
  • Vitaliteit van wijken, o.a. gedifferentieerde wijken, woonservicegebieden, woonruimteverdeling;
  • Toekomstbestendige woningvoorraad, onder andere energiebesparing in de bestaande woningvoorraad, renoveren en wonen;
  • Samenwerking en nieuwe coalities, onder andere woningbouwregie en instrumenten.


Een belangrijk vervolgtraject van de woonvisie is het maken van prestatieafspraken met Welbions, zorginstellingen en evt. marktpartijen o.a. over de uitvoering van de woonvisie waaronder het te realiseren woningbouwprogramma. Vooruitlopend hierop wil het college begin 2012 het woningbouwprogramma 2012-2016 en de prioriteitenlijst woningbouwlocaties 2012 opnieuw vaststellen.

Het plan op het voormalige Gamma/Heerbaart terrein wordt als belangrijke transformatie opgave genoemd in de woonvisie. Tevens draagt de nieuwbouw bij aan speerpunt 3 van de woonvisie en de hierbij behorende beleidsdoelstelling; Ouderen en bewoners met een beperking moeten zoveel mogelijk binnen de eigen wijk kunnen blijven wonen.

3.3.13 Welstandsnota

Per 1 juni 2004 is de welstandsnota in de gemeente Hengelo in werking getreden. Deze nota biedt het toetsingskader voor de welstandsbeoordeling van bouwaanvragen met het doel de welstandsaspecten
voor de burger inzichtelijker te maken. In de nota worden voor heel Hengelo algemene criteria genoemd. Daarnaast vindt concretisering plaats door gebiedsgerichte criteria en objectieve criteria.
Omdat de criteria enkel betrekking hebben op materiaalkeuze, kleur e.d., beperkt het bestemmingsplan zich tot het regelen van de massa.

Voor het plangebied wordt een separaat beeldkwaliteitsplan opgesteld. Deze wordt toegevoegd aan de welstandsnota. Dit beeldkwaliteitplan zal na terinzagelegging vastgesteld worden door de raad.

3.3.14 Gemeentelijke Nota Geluid (2009)

De doelstellingen van het gemeentelijke geluidbeleid uit de nota zijn:

  • Bijdragen aan het realiseren van een goed woon- en leefklimaat in Hengelo.
  • Handvat voor milieuvergunningen, maatwerkvoorschriften, evenementen en
    APV-afwijkingen.
  • Handvat voor geluidambities bij ruimtelijke planvorming en het zonodig vaststellen van hogere geluidgrenswaarden.
  • Verantwoording van de inzet van middelen om de geluidsituatie positief te beïnvloeden.

De nota geluid geeft aan hoe de gemeente Hengelo dit gestructureerd, volgens een vaste systematiek, wil aanpakken:

  • Een zo integraal mogelijke gebiedsgerichte benadering. Hiertoe zijn in Hengelo vijf gebiedstypen onderscheiden: Wonen, Binnenstad en winkelgebieden, Industrie en bedrijven, Buitengebied en stadsparken en. Verkeerszones
  • Ambities per gebiedstype (ambitiewaarden) en maximaal toegestane waarden (plafondwaarden)
  • Geluidsaspecten worden zoveel mogelijk in de initiatieffase van de ruimtelijke planontwikkeling betrokken
  • Zoveel mogelijk aanhouden van de volgorde: eerst bronmaatregelen, dan overdrachtmaatregelen en dan pas maatregelen bij de ontvanger. Dit betekent o.a. dat waar nodig en mogelijk stillere wegdektypen worden toegepast. Als bronmaatregelen en/of overdrachtmaatregelen onvoldoende resultaat hebben kan geluidbelasting tot maximaal de plafondwaarde voor het betreffende gebiedstype worden toegestaan als er sprake is van voldoende (akoestische) compensatie.
  • Bij verkeersplannen wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met effecten van geluid.
  • Een eenduidige normstelling voor bedrijven.

In het betreffende plan is rekening gehouden met de nota geluid. Zie hiervoor paragraaf 4.4.3.