direct naar inhoud van 2.12 Speelplekken
Plan: 't Rot
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0046-0301

2.12 Speelplekken

Speelgelegenheden

In het plangebied en binnen de bestemmingen moet de gelegenheid tot spelen worden aangeboden. Speelgelegenheden omvatten zowel informele speelruimte als formele speelruimte met speeltoestellen. De uitgangspunten voor het spelen en de voorzieningen zijn beschreven in de gemeentelijke Kadernota Spelen 2008.

Speelbeleid

De gemeente stelt in de Kadernota Spelen dat kinderen recht hebben op vrij spel. Spel is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van kinderen. In het spel leren kinderen grenzen verkennen en het reactievermogen trainen. Tegelijk ontwikkelen ze hun motoriek en gevoel voor evenwicht. Letterlijk met vallen en opstaan. Daarnaast biedt het spel de mogelijkheid tot contact met andere kinderen om zo de sociale vaardigheden te ontwikkelen. Spelen is leren samenleven!

Daarnaast zijn de speelplekken ook ontmoetingsplekken. Ouders, verzorgers, opa's en oma's ontmoeten elkaar rond de speelplek. De speelplek als ontmoetingsplek bevordert als zodanig de integratie tussen bevolkingsgroepen, tussen leeftijdsgroepen en tussen meer en minder validen. Een speelplek moet daarom aantrekkelijk, schoon, veilig en goed verzorgd zijn.

Formele speelruimte

De huidige verdeling van de formele speelruimte, in de vorm van ingerichte speelplekken, is voor heel Hengelo per wijk bepaald. Hengelo werkt met een zogenoemde spreidingskaart speelvoorzieningen. Op deze kaart staat aangegeven waar de speelplekken liggen, waar op termijn nieuwe plekken mogen komen, en voor welke leeftijdsgroepen; zodanig dat een evenwichtige spreiding over de stad ontstaat. Bij de spreiding is gekeken naar de bevolkingsopbouw in de wijken. Afhankelijk van de grootte van de speelplek is een cirkel getrokken rond iedere plek, die het zogenoemde verzorgingsgebied markeert. 

De inrichting met speeltoestellen is in de jaren 2002-2005 getoetst aan de eisen van veiligheid volgens het Besluit Veiligheid van Attractie- en Speeltoestellen, het Warenwetbesluit Attracties en Speeltoestellen c.q. Reikwijdte WAS.

Formele speelruimte kan worden gerealiseerd binnen de bestemming 'Groendoeleinden' alsmede binnen de bestemming 'Verkeer – verblijfsgebied'.

Informele speelruimte

De gebruiker van de openbare ruimte moet in principe overal aanleidingen krijgen om te spelen. In de speelnota wordt verwezen naar de zogenoemde NUSO-norm. Deze luidt als volgt: 3% van de totale oppervlakte van het voor wonen bestemde gebied is de norm voor de buitenspeelruimte. Het gaat dan om zowel formele speelruimte (ingerichte speelplekken) als informele speelruimte (openbaar toegankelijk gebied waar redelijkerwijs gespeeld kan worden, denk aan grasvelden en parken).

Het plangebied heeft een redelijke oppervlakte informele speelruimte. Deze wordt, evenals de formele speelruimte, gevonden binnen de bestemming 'Groendoeleinden' en binnen de bestemming 'Verkeer – verblijfsgebied'.

Woonstraten met een 30 km-zone, hoven, voetpaden en pleintjes zijn vaak geschikt als informele speelruimte. Denk bijvoorbeeld aan hinkelen, knikkeren, balspel, rennen, fietsen of touwtjespringen.