direct naar inhoud van Artikel 3 Verkeer - Railverkeer
Plan: Voorstadhalte Gezondheidspark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0045-0401

Artikel 3 Verkeer - Railverkeer

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegvoorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation' voor een perron;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation' voor gebouwen ten behoeve van de bestemming, zoals wachtruimten, kiosken en fietsenstallingen.
  • d. nutsvoorzieningen.

met daaraan ondergeschikt:

  • e. wegen en straten;
  • f. voet- en fietspaden;
  • g. waterlopen en waterpartijen;
  • h. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. bruggen;
  • l. overige verhardingen;

met de daarbij behorende:

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in artikel 3.1 onder c gelden de volgende bepalingen:

  • a. een gebouw dient binnen de aanduiding 'openbaar vervoerstation' te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • c. het bebouwingspercentage mag niet meer dan 10% bedragen.
3.2.2 Nutsvoorzieningen

Binnen deze bestemming mogen nutsgebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • b. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mogen maximaal 10 meter hoog zijn.
3.3 Nadere eisen
3.3.1 Stellen van nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.3.2 Procedure nadere eisen

Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 3.3.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in artikel 10.2 van het plan.