direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Hengelo Zuid - Veldwijk e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0044-0302

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven zoals genoemd in Bijlage 1 Staat van Inrichtingen;
  • b. de volgende bedrijven die niet behoren tot de bedrijven genoemd in Bijlage 1 Staat van Inrichtingen, echter uitsluitend op de met de volgende aanduidingen:

- "Specifieke vorm van bedrijf -1-44", SBi-code 41/42/43 Bouwbedrijven algemeen b.o. <2000 m2;
- "Specifieke vorm van bedrijf -2-44", SBi-code 251/331 Constructiewerkplaats gesloten gebouw;
- "Specifieke vorm van bedrijf -3-44", SBi-code 4673.2 Groothandel in hout en bouwmaterialen;
- "Specifieke vorm van bedrijf -4-44", SBi-code 2561/3311 nr.12 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven lakspuiten en moffelen;
- "Specifieke vorm van bedrijf -5-44", SBi-code 2008 4673.1 Groothandel in hout en bouwmaterialen
- "Specifieke vorm van bedrijf -6-44", SBi-code 237.2 Natuursteenbewerkingsbedrijven zonder breken, zeven en drogen p.o. <2000m2 en SBi-code 259/331 Overige metaalbewerkingsbedrijven n.e.g. inpandig p.o. <200 m2.

  • c. productiegebonden detailhandel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' voor een bedrijfswoning met bijbehorende aan-/uitbouwen en bijgebouwen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG' mede voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen welke niet is voorzien van een LPG vulpunt;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend voor garageboxen.

met tevens ondergeschikt:

  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. wegen en paden;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. speelvoorzieningen;
  • k. parkeervoorzieningen;
  • l. ondersteunende horeca;
  • m. overpaden en inritten ten behoeve van aanliggende bestemmingen;
  • n. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  • o. nutsvoorzieningen;
  • p. met de daarbij behorende:
  • q. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bebouwde oppervlak ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak', mag
    niet worden overschreden;
  • c. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag niet worden overschreden. Indien de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, geldt dat als maximum bouwhoogte;
  • d. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte', mag niet worden overschreden. Indien de bestaande goothoogte meer bedraagt, geldt dat als maximum goothoogte;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenberging en dergelijke, buiten het bouwvlak alleen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 15 m2 per bouwperceel;
3.2.3 Garages

Op deze gronden mogen garageboxen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. garageboxen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • b. de bouwhoogte van garageboxen mag niet meer dan 3,5 meter bedragen, dan wel de bestaande hoogte indien deze meer bedraagt.
3.2.4 Bedrijfswoningen

Binnen deze bestemming mogen bedrijfswoningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

3.2.5 Aan-/uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Binnen deze bestemming mogen aan-/uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. aan-/uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van aan-/uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 4,5 meter bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt;
  • c. de goothoogte van aan-/uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 3,25 meter bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt.
3.2.6 Nutsvoorzieningen

Binnen deze bestemming mogen nutsvoorzieningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

3.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen die maximaal 2 meter hoog mogen zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 3 meter bedragen;
  • b. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mogen maximaal 7,5 meter hoog zijn.
3.3 Nadere eisen
3.3.1 Stellen van nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.3.2 Procedure nadere eisen

Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 3.3.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in artikel 27.3 van het plan.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van:

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bij het verlenen van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 3.1 onder a en toestaan dat bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1, zich binnen deze bestemming kunnen vestigen, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. aangetoond wordt dat het bedrijf qua aard, omvang en milieuhinder vergelijkbaar is met de bedrijven die maximaal zijn toegestaan;
  • b. hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake deskundige.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Wijzigingsregels

1. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van het gebied, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3', wijzigen in de bestemming 'Detailhandel' met de aanduiding 'detailhandel perifeer' met dien verstande dat:

  • a. de maximale bouwhoogte, tot een bouwdiepte van 11 meter van het hoofdgebouw, maximaal 11 meter bedraagt en de goothoogte tot een bouwdiepte van 11 meter maximaal 6 meter bedraagt;
  • b. de voorschriften van artikel 5 in acht moeten worden genomen;
  • c. de maximale bouwhoogte vanaf een bouwdiepte van 11 meter, maximaal 5 meter bedraagt;
  • d. de afstand van de voorgevelrooilijn tot de naar de weg gekeerde perceelsgrens minimaal 7,5 meter bedraagt;
  • e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van :
    1. Het straat- en bebouwingsbeeld
    2. De woonsituatie
    3. De verkeersveiligheid
    4. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
  • f. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 3.6.2

2. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van het gebied, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 5, wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding 'bedrijfswoning' met dien verstande dat de voorschriften van artikel 3.2.4 en 3.2.5 in acht moeten worden genomen, mits;

a. het totaal aantal bedrijfswoningen niet meer dan 8 mag bedragen;

b. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan één per bedrijf bedragen;

c. de maxiamel goothoogte en bouwhoogte, zoals aangegeven op de verbeelding, niet wordt overschreden;

e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van :
1. Het straat- en bebouwingsbeeld
2. De woonsituatie
3. De verkeersveiligheid
4. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden

f. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 3.6.2

3.6.2 Toetsingskader
  • a. Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in lid 3.6.1 dient voldaan te worden aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen:

a. luchtkwaliteit
b. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer en industrielawaai van geluidsgevoelige bebouwing niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders.
c. voldoende parkeergelegenheid
d. bodemkwaliteit
e. watertoets
f. archeologie
g. externe veiligheid
h. ecologie, toetsing flora- en faunawet
i. economische uitvoerbaarheid en kostenverhaal.

3.6.3 Procedureregels

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het plan als bedoeld in artikel 3.6.1 is het bepaalde in artikel 26 van toepassing.