direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Hengelo Zuid - Berflo Es e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0043-0301

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven zoals genoemd in de bij deze regels horende 'Staat van inrichtingen' (Bijlage 1);
  • b. de volgende bedrijven die niet behoren tot de bedrijven genoemd in de 'Staat van inrichtingen' (Bijlage 1), echter uitsluitend ter plaatse van de volgende aanduidingen:
    - "Specifieke vorm van bedrijf 1-43", Fa. David & Martina;
    - "Specifieke vorm van bedrijf 2-43", Niemeijer Hengelo BV;
    - "Specifieke vorm van bedrijf 3-43", Wiggers Vleeswaren Hengelo BV;
    - "Specifieke vorm van bedrijf 4-43", Machinefabriek Vrielink;
    - "Specifieke vorm van bedrijf 5-43", Autoschade Hengelo;
  • c. productiegebonden detailhandel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' ook voor niet-productiegebonden detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG' mede voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen welke niet is voorzien van een LPG vulpunt;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' uitsluitend voor bedrijfswoningen met bijbehorende aan-/uitbouwen en bijgebouwen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' ook voor wonen op de verdieping (bovenwoning);

met tevens ondergeschikt:

  • h. tuinen, erven en terreinen;
  • i. wegen en paden;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. speelvoorzieningen;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. ondersteunende horeca;
  • n. overpaden en inritten ten behoeve van aanliggende bestemmingen;
  • o. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  • p. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • q. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag niet worden overschreden. Indien de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, geldt dat als maximum bouwhoogte;
  • c. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte', mag niet worden overschreden. Indien de bestaande goothoogte meer bedraagt, geldt dat als maximum goothoogte;
  • d. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', mag niet worden overschreden. Indien het bestaande bebouwingspercentage meer bedraagt, geldt dat als maximum bebouwingspercentage;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenberging en dergelijke, buiten het bouwvlak alleen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 20 m2 per bouwperceel.
3.2.3 Bedrijfswoningen

Binnen deze bestemming mogen bedrijfswoningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van een nieuw te bouwen bedrijfswoning dient in de aan de straat gelegen bouwgrens te worden gebouwd;
  • c. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan één per bouwperceel bedragen;
  • d. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag niet worden overschreden. Indien de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, geldt dat als maximum bouwhoogte;
  • e. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag niet worden overschreden. Indien de bestaande goothoogte meer bedraagt, geldt dat als maximum goothoogte;
  • f. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 2 meter te bedragen, dan wel de bestaande afstand indien deze minder dan 2 meter bedraagt, tenzij bij bouwgrens anders is bepaald;
  • g. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m3, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt.
3.2.4 Aan-/uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Binnen deze bestemming mogen aan-/uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. aan-/uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van aan-/uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 5 meter bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt;
  • c. de goothoogte van aan-/uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 3,5 meter bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt.
3.2.5 Nutsvoorzieningen

Binnen deze bestemming mogen nutsvoorzieningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepaling:

  • voor gebouwen van openbaar nut, zoals voorzieningen voor telecommunicatie, water- en energiedistributie geldt, dat de bebouwde oppervlakte niet meer dan 15 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen.
3.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 meter bedragen;
  • b. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding en beveiliging van het verkeer mogen maximaal 7,5 meter hoog zijn.
3.3 Nadere eisen
3.3.1 Stellen van nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.3.2 Procedure nadere eisen

Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 3.3.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in artikel 23.2 van het plan.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van:

  • a. een bedrijfswoning, anders dan op grond van het bepaalde in 3.1 onder e. is toegestaan;
  • b. het verkopen van motorbrandstoffen, anders dan op grond van het bepaalde in 3.1 onder d. is toegestaan;
  • c. detailhandel, met uitzondering van internethandel en/of telefonische colportage en/of het bezorgen van door particulieren gekochte goederen.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bij het verlenen van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 3.1 onder a. en toestaan dat bedrijven die niet zijn genoemd in de bij deze regels horende 'Staat van inrichtingen' (Bijlage 1), zich binnen deze bestemming kunnen vestigen, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. aangetoond wordt dat het bedrijf qua aard, omvang en milieuhinder vergelijkbaar is met de bedrijven die maximaal zijn toegestaan;
  • b. hiertoe advies wordt ingewonnen bij een terzake deskundige.