direct naar inhoud van 5.3 Monumenten en archeologie
Plan: Klein Driene - De Hoven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0040-0301

5.3 Monumenten en archeologie

5.3.1 Monumenten

In het plangebied bevinden zich geen gemeentelijke en/of rijksmonumenten.

De provincie Overijssel hecht veel waarde aan behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit in de provincie. Om partijen die te maken hebben of krijgen met herstructureringsopgaven in wederopbouwwijken te stimuleren en bestaande kwaliteiten en kenmerken als inspiratiebron voor toekomstige ontwikkelingen te nemen, heeft de provincie een programma in het leven geroepen: NoBO (Naoorlogse Bouw in Overijssel). Dit programma is gericht op het in kaart brengen van de bestaande kenmerken en de daaraan te relateren kwaliteiten van de Overijsselse wederopbouwwijken.

De wijk Klein Driene stond op een lijst van waardevolle wederopbouwensembles in de gemeente Hengelo. De wijk Klein Driene is als pilotproject aangewezen voor NoBo en in dit kader als waardevol aangewezen.

In de studie die in het kader van NoBo voor Klein Driene is uitgevoerd is aangegeven dat de historische gelaagdheid van de wijk kan alleen in stand blijven door behoedzaam met sloop te zijn. Het historische karakter van de bestaande bebouwing kan door reconstructie van de oorspronkelijke toestand zelfs een geheel eigen kwaliteit binnen de wijk worden.

Door bij het opstellen van herstructureringsplannen rekening te houden met de typische kenmerken van de wederopbouwwijk zijn nieuwe ontwikkelingen goed mogelijk. Deze hoeven niet te leiden tot aantasting van de bestaande karakteristieken.

5.3.2 Archeologie

Op de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart staat het plangebied aangegeven met een middelmatige archeologische verwachting. De naam 'Driene' is een prehistorische naam en betekent 'bij de drie'. In het plangebied hebben rond 1500 twee historische boerderijplaatsen gelegen, te weten Hoveldinck en Esking. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat de middeleeuwse resten zich meestal binnen een straal van 150 meter van de historische plaats bevinden.

Voor het plangebied gelden derhalve de voorwaarden dat bij ingrepen dieper dan 40 cm en groter dan 500 m2 een archeologisch onderzoek dient plaats te vinden in het kader van bestemmingsplanherziening. Aangezien de herstructurering in het plangebied plaatsvindt binnen bestaande bouwblokken en dat de bouwblokken reeds tot 145 cm diep zijn onderkelderd, kan worden gesteld dat de grond voldoende is geroerd en archeologische resten niet meer aanwezig zullen zijn.

In overleg met de regioarcheoloog is derhalve besloten dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is.