direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Anninksweg 117
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0031-0301

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

met de daarbijbehorende:

  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. tuinen, erven en terreinen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mag uitsluitend één woonhuis worden gebouwd;
  • b. het hoofdgebouw dient uitsluitend binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • c. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd;
  • d. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag ten hoogste de in de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen.
3.2.2 Aan-/uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan-/uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen minimaal 2,50 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd;
        • a. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag per bouwperceel ten hoogste 50 m² bedragen;
        • b. in afwijking van het bepaalde onder b mag ten behoeve van een kantoor- of praktijkruimte ten dienste van een aan-huis-verbonden-beroep en/of ruimten voor lichamelijk gehandicapten, de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 75 m² bedragen;
        • c. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf bedragen;
        • d. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw mag ten hoogste 3,25 m bedragen;
        • e. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw mag ten hoogste 4,50 m bedragen;
  • b. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens dient ten minste 1,50 m te bedragen, tenzij op de perceelsgrens wordt gebouwd.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel of het openbaar groen gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ten hoogste 2,40 mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
3.3 Nadere eisen
3.3.1 Stellen van nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen;
    • 1. het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting;
    • 2. het gebruik van een hoofdgebouw voor meer dan één woning;
    • 3. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.
    • 4. het gebruik van aan-/uitbouwen en bijgebouwen voor zelfstandige bewoning.
  • b. Ten aanzien van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroeps- of bedrijfsactiviteit gelden de volgende voorwaarden:
    • 1. het aan-huis-verbonden beroep mag uitsluitend worden uitgeoefend door een bewoner van het hoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel;
    • 2. er mag geen hinder worden of kunnen worden toegebracht aan het woonmilieu;
    • 3. er mag niet meer dan 1/3 van de oppervlakte van de woning en de bij deze woning behorende aan- of bijgebouwen voor de beroepsuitoefening worden gebruikt, met een maximum van 40 m2;
    • 4. het mogen geen zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreffen, ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden.