direct naar inhoud van 4.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Zwavertsweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0028-0301

4.4 Gemeentelijk beleid

De gemeente Hengelo heeft op tal van onderwerpen beleid ontwikkeld. Gelet op de beperkte reikwijdte van het voorliggende bestemmingsplan zijn niet alle beleidsonderwerpen in dit geval relevant. Uitsluitend de relevante aspecten worden genoemd. Voor een nadere toelichting op de overige aspecten wordt kortheidshalve verwezen naar de toelichting op het geldende bestemmingsplan 'naoorlogse wijken'.

4.4.1 Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) (2001)

In het door de raad vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan worden de uitgangspunten met betrekking tot de waterhuishouding en de riolering beschreven. Voor alle in- en uitbreidingen gelden in principe onderstaande beleidsregels:

  • Het afvalwater (het zwarte afvalwater van toilet, het grijze afvalwater van keuken, wasmachine en douche en het eventuele bedrijfsafvalwater) wordt afgevoerd naar de RWZI middels riolering;
  • Lokale zuivering van dit afvalwater wordt niet duurzaam geacht vanwege de hoge kosten, het grote ruimtebeslag en de te grote risico's voor volksgezondheid en milieu;
  • Het hemelwater wordt zo min mogelijk verontreinigd en komt ten goede aan het lokale water- of grondwatersysteem. Daarbij heeft zichtbare oppervlakkige afvoer de voorkeur boven afvoer door buizen, vanwege het grotere risico op ongewenst lozingsgedrag en foutieve aansluitingen bij buizen;
  • Infiltratie van hemelwater in de bodem via een graspassage is de beste optie omdat hiermee zuivering, retentie en grondwateraanvulling worden gerealiseerd;
  • Bij het ontwerp van het bouwwerk een zodanig samenspel van dakvlakken, dakgoten, regenpijpen en perceelsgoten kiezen dat het water niet in riolen onder de grond hoeft;
  • Bij stedenbouwkundige plannen moet notie worden genomen van het feit dat het water van hoog naar laag stroomt, waarmee water dan een ordenend principe voor het plan is;
  • Goede alternatieven in geval van nauwelijks verontreinigd hemelwater zijn: regenwaterhergebruik op individuele schaal en directe oppervlakkige afvoer naar sloten of vijvers met retentievoorzieningen;
  • Een goed alternatief in geval van bedrijventerreinen met risico op vervuiling is een verbeterd gescheiden rioolstelsel met retentievijvers;
  • Het grondwater wordt zoveel mogelijk aangevuld met schoon infiltrerend water. Te hoge grondwaterstanden in natte winterperioden worden beteugeld met drainage in de openbare weg en eventueel op de kavels zelf. De drainage voert af naar een wadi of naar oppervlaktewater dus niet naar een RWZI. In de bouwwerken wordt vochtoverlast door hoge grondwaterstanden geminimaliseerd door te bouwen zonder kruipruimten en door eventuele kelders waterdicht te maken;
  • Het oppervlaktewater wordt liefst op fraaie wijze geïntegreerd in het stedenbouwkundige plan, zodanig dat het water beleefbaar is en goed te beheren;
  • Per project moet in overleg met de afdeling Wegen, Groen en Water van de gemeente en met het Waterschap Regge en Dinkel worden gezocht naar maatwerk.

Met de vermelde aspecten wordt in dit plan in voldoende mate rekening gehouden.

4.4.2 Gemeentelijk waterplan (2006)

Het Waterplan Hengelo "Kleurrijk waterbeheer" is in 2006 door de gemeenteraad vastgesteld. Het waterplan beschrijft hoe de gemeente in de komende 25 jaar haar verantwoordelijkheid neemt in het regionale watersysteem en geeft richting aan de ontwikkeling van stedelijk water in Hengelo. Het waterplan onderscheidt 3 sporen waarlangs de gemeente en het waterschap Regge en Dinkel invulling gaan geven aan deze verantwoordelijkheid;

  • 1. Het herstel van de Hengelose beken;
  • 2. Het gescheiden houden van schone en vuile waterstromen ( afkoppelen van hemelwater);
  • 3. Het oplossen van grondwateroverlast.

Ad. 1 Grote delen van de Hengelose beken zijn niet meer zichtbaar omdat ze verduikerd zijn. Met name herstructureringsprojecten bieden kansen deze beken weer zichtbaar te maken en weer integraal onderdeel te laten uitmaken van de openbare ruimte.

Ad. 2 Schoon hemelwater wordt niet meer op de gemengde riolering geloosd maar wordt zichtbaar afgevoerd naar oppervlaktewater. In het gebied wordt voldoende waterberging aangelegd, het liefst in de vorm van wadi's omdat deze tevens een zuiverende werking hebben.

Ad. 3 In het kader van de Wet Gemeentelijke Watertaken (per 1/1/2008) heeft de gemeente een verbrede zorgplicht t.a.v. het oplossen van structurele grondwateroverlast.

Naast deze drie manieren is een belangrijke rol weggelegd voor communicatie en educatie. De nadruk ligt hierbij op kijken en doen. Te denken valt aan het uitzetten van fiets- en wandelroutes langs de beken en het aanleggen van een waterspeelplaats of waterkunstwerk. Ook is een lespakket over water aan de basisscholen aangeboden.

Het waterplan is door de besturen van het waterschap Regge en Dinkel en de gemeente Hengelo vastgesteld.

4.4.3 Nota Wonen (2004)

De rol van de gemeente wordt ingevuld op drie niveaus:

  • bovenlokale afstemming van woonbeleid (bijvoorbeeld in de Netwerkstad en de Regio);
  • stedelijk beleid, stedelijke vernieuwing, stedelijke programmering, herstructurering en andere interventies;
  • wijkgerichte programmering van projecten en maatregelen binnen beleidskaders en visies op de wijk.

Het woonbeleid van de gemeente verschuift van sturen naar stimuleren, faciliteren en committeren. De woningbouwcorporaties en hulp-/zorginstellingen zijn de partners waarmee de gemeente samenwerkt om de volgende doelstellingen te bereiken:

  • 1. bereiken van een betere balans tussen vraag en aanbod op het gebied van wonen;
  • 2. ontwikkelen van de stad en de woongebieden met een zorgvuldig ruimtegebruik;
  • 3. ontwikkelen van woongebieden met een eigen identiteit en kwaliteit, een complementair woningbouwprogramma, hoge ruimtelijke en milieu kwaliteit en veiligheid;
  • 4. toename van het aandeel koopwoningen in de woningvoorraad tot 55% in 2010;
  • 5. herstructurering van (naoorlogse) wijken met een grote fysieke en sociale achterstand;
  • 6. het bevorderen van het wonen in de binnenstad;
  • 7. het waarborgen van het aanbod betaalbare huurwoningen in de woningvoorraad; met name in herstructureringswijken;
  • 8. voldoende aanbod aan kavels voor particulier opdrachtgeverschap (individueel en collectief);
  • 9. ontwikkelen van woonservicegebieden;
  • 10. zorgen voor voldoende beschermde woonvormen voor kwetsbare groepen i.v.m. extramuralisering;
  • 11. vergroten aan fysieke toegankelijkheid van woningen en woonomgeving.

Met dit bestemmingsplan wordt aangesloten bij de doelstellingen van de Nota Wonen.

4.4.4 Nota Autoparkeren (2008-2012)

In december 2008 heeft de gemeenteraad de nieuwe Nota Autoparkeren 2008-2012 vastgesteld. Dit is de visie op het nieuwe parkeerbeleid zoals deze nu is vastgesteld geldt voor heel Hengelo, dus voor het centrum én in de schil- en overige (buiten)gebieden rondom het centrum.

Nieuwe parkeernormen behoren ook tot het door de raad vastgestelde parkeerbeleid. De nieuwe parkeernormering is gebaseerd op de parkeerkencijfers zoals deze landelijk zijn uitgegeven door het kennis instituut CROW. De parkeerkencijfers zijn gedifferentieerd naar stedelijkheidsgraad en stadsomvang. Binnen de beschikbare bandbreedte van deze kencijfers is voor de Hengelose situatie een keuze gemaakt tot parkeernormen per stedelijke zone, functie en aandeel bezoekers.

In dit plan wordt voldaan aan de gestelde parkeernormen.

4.4.5 Prostitutiebeleid (2004)

Als algemeen uitgangspunt wordt aangegeven dat het regionaal afgestemde lokale prostitutiebeleid in Twente vanuit een integrale benadering wordt opgezet. De trekkersrol voor wat betreft de regulering en de handhaving ligt bij het lokale bestuur. Aspecten van volksgezondheid, veiligheid, leefbaarheid en handhaving spelen daarbij zeker een rol. Met betrekking tot de handhaving spitst het beleid zich vooral toe op de (te verwachten) mate van overlast bij de verschillende vormen van prostitutie en de kans op het plegen van strafbare feiten.

De thans aanwezige seksinrichtingen in Hengelo worden positief bestemd waarbij verdere uitbreiding van het aantal seksinrichtingen wordt uitgesloten. In het plangebied Zwavertsweg is geen seksinrichting aanwezig.

4.4.6 Structuurvisie Hengelo 2030 (2007)

Op 3 juli 2007 heeft de gemeenteraad de structuurvisie Hengelo 2030 vastgesteld. Vanwege de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening is de structuurvisie op 9 september 2008 opnieuw vastgesteld. Het stuk bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo voor de lange termijn. In de structuurvisie Hengelo 2030 wordt op basis van een beschrijving van de kernkwaliteiten, de historie, de maatschappelijke tendensen en de ambities een samenhangende en integrale uitwerking van een nieuwe koers voor Hengelo naar 2030 neergezet. De keuzes die daarbij zijn gemaakt zijn het inzetten op de sterke punten van de stad en te gaan van groei naar kwaliteit. Dat betekent nauwelijks meer uitbreiding, maar inbreiding en functiemenging in bestaand stedelijk gebied en het investeren in het omringende landschap. Deze koers brengt een vijftal kernopgaven met zich mee:

  • 1. Versterking van de economische structuur;
  • 2. Een binnenstad voor ontmoetingen;
  • 3. De sociale opgave;
  • 4. Het landschap de stad in;
  • 5. Ruimtelijke kwaliteit;

Om deze opgaven uit te voeren is een viertal kernprojecten geformuleerd. Het voorliggende plan staat uitvoering van de structuurvisie niet in de weg.

4.4.7 Volkshuisvestingsbeleid

In de voortgangsnotitie 1999 wordt de stand van zaken weergegeven met betrekking tot de vraagstukken op het gebied van de volkshuisvesting die zich thans voordoen in Hengelo. Met betrekking tot het voorliggende bestemmingsplan zijn de volgende vraagstukken van belang:

1. Wijkontwikkeling

Goed wonen in kwalitatief complete wijken is een onbetwiste doelstelling. Maar hoe dat doel moet worden bereikt in met name de meest kwetsbare wijken qua woningmarkt, is niet alleen een vraagstuk van woningbouwprogrammering. Ook de relatie met sociale wijkontwikkeling en het beheer van de openbare ruimte speelt een rol. Vooral het aanbrengen van samenhang en versterking in beleid is een opgave waarmee een begin is gemaakt. Het eindplaatje voor een aanpak is er nog niet. Toch zal de gemeente als de voorwaardenscheppende partij haar visie moeten geven. Daarmee is de volkshuisvesting ook gemeentebreed actief betrokken bij andere delen van het beleid.

2. Woonruimteverdeling

De werking van het woonruimteverdelingsinstrumentarium is onlangs geëvalueerd. Hieruit blijkt dat het instrumentarium op zich goed past bij de marktomstandigheden in Hengelo. De punten van kritiek betreffen vooral de sociale effecten / uitkomsten van de toewijzing en de bereikbaarheid van de kwalitatief betere en vaak iets duurdere woningen. De veranderingen in de kaartenbak met woningzoekenden werkt uiteraard door. De vergrijzing, het aantal buitenlanders en het aantal woningzoekenden met een laag inkomen bepalen in hoge mate het spel van vraag en aanbod. Woonruimteverdeling op basis van het woonbonnensysteem functioneert goed. Het aanbod van vrijgekomen woningen past niet bij de vraag. De verdeling van de schaarste blijft een zaak van rechtszekere en rechtsgelijke behandeling met objectiveerbare criteria die breed worden gedragen. De rol die de huursubsidie in Hengelo kan spelen moet niet worden overschat. Er wordt gestuurd op het scherpst van de snede. Verruiming van de keuzevrijheid zal leiden tot nog meer "schaarste" onder de meest gewilde woningen.

Vanaf 1997 wordt gebruik gemaakt van de Monitor Volkshuisvesting Hengelo. In dit document worden twaalf van de meest relevante vragen over de Hengelose woningmarkt beantwoord. De hoofdlijnen van het volkshuisvestingsbeleid in Hengelo zijn weergegeven in de Kadernota Volkshuisvesting uit 1994. De kerncriteria van het volkshuisvestingsbeleid zijn kwantiteit, kwaliteit, betaalbaarheid en beschikbaarheid/toegang tot de woningvoorraad, alsmede medezeggenschap in beheer en beleid van de relevante marktpartijen. De gemeente is de eerstverantwoordelijke voor het beleid. Echter, het instrumentarium daarvoor is in de afgelopen jaren kleiner geworden.

4.4.8 Welstandsnota

Per 1 juni 2004 is de welstandsnota in de gemeente Hengelo in werking getreden. Deze nota biedt het toetsingskader voor de welstandsbeoordeling van bouwaanvragen met het doel de welstandsaspecten
voor de burger inzichtelijker te maken. In de nota worden voor heel Hengelo algemene criteria genoemd. Daarnaast vindt concretisering plaats door gebiedsgerichte criteria en objectieve criteria.
Voor licht-vergunningplichtige bouwwerken zijn loketcriteria opgenomen. Omdat de criteria enkel
betrekking hebben op materiaalkeuze, kleur e.d., beperkt het bestemmingsplan zich tot het regelen van de massa.

Op het plangebied is de categorie 'Linten' van toepassing. Nieuwbouw moet aan de gestelde voorwaarden in het betreffende gebied voldoen, dan wel daar bij aansluiten. Indien een ontwikkeling/bouwplan niet past binnen de criteria uit de welstandsnota, dan dient een door de Gemeenteraad vastgestelde paragraaf voor de welstandsnota, dan wel een beeldkwaliteitsplan, gemaakt en goedgekeurd te worden, anders volgt een negatief advies.

4.4.9 Nota geluid

Op 10 februari 2009 heeft de gemeente Hengelo de Nota Geluid vastgesteld. In deze nota is het geluidbeleid van de gemeente Hengelo verwoord. Het voornemen om geluidbeleid op te stellen komt voort uit de wetswijziging Wet geluidhinder (1 januari 2007), de behoefte aan een meer gebiedsgericht milieubeleid en daarbinnen duidelijkheid en rechtsgelijkheid bij het uitvoeren van wettelijke geluidtaken.

Doel van het geluidbeleid van de gemeente Hengelo is:

  • Bijdragen aan het realiseren van een goed woon- en leefklimaat in Hengelo;
  • Handvat voor milieuvergunningen, maatwerkvoorschriften, evenementen en APV-ontheffingen;
  • Handvat voor geluidambities bij ruimtelijke planvorming en het zonodig vaststellen van hogere geluidgrenswaarden;
  • Verantwoording van de inzet van middelen om de geluidsituatie positief te beïnvloeden.

Met deze doelstellingen is rekening gehouden.