direct naar inhoud van Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Strootbeekpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0022-0301

Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied

5.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden;
  • b. voet- en rijwielpaden;

met tevens ondergeschikt:

  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. waterpartijen;
  • f. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen (keurzone), uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  • g. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  • h. bruggen en overkluizingen;
  • i. geluidwerende voorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen, waaronder stoom- en warmwaterleidingen;

met de daarbij behorende:

bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op of in deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsmede nutsvoorzieningen toegestaan die ten dienste staan van deze bestemming.

5.2.2 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, anders dan het bepaalde in 5.2.3.

5.2.3 Nutsvoorzieningen

Binnen deze bestemming mogen nutsvoorzieningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. voor gebouwen van openbaar nut, zoals voorzieningen voor telecommunicatie, water- en energiedistributie geldt, dat de bebouwde oppervlakte niet meer dan 15 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de bepaling dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 6 meter mag bedragen;
  • b. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mogen maximaal 7,5 meter hoog zijn.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Verlenen van afwijking voor nutsgebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bij het verlenen van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde onder 5.2.3 en toestaan dat grotere nutsvoorzieningen worden opgericht, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m2;
  • b. de hoogte mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • c. geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie;
    • 5. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
5.3.2 Verlenen van afwijking voor bouwen binnen de keurzone

Burgemeester en wethouders zijn bij het verlenen van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde onder 5.1 onder f. en toestaan dat binnen 5 meter aan weerszijden van de watergang wordt gebouwd, mits toestemming is verkregen van de beheerder van de watergang.