direct naar inhoud van 5.1 Uitgangspunten
Plan: Bedrijventerrein Westermaat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0020-0302

5.1 Uitgangspunten

Het bedrijventerrein Westermaat wordt gevormd door de afzonderlijke deelgebieden, met elk hun eigen karakter. Weliswaar staat "werken" in dit gebied centraal, toch heeft ieder deelgebied zijn eigen invulling. Deze diversiteit in werkmilieus (detailhandel, dienstverlening, productie) dient ook in het bestemmingsplan tot uitdrukking te komen. Dit betekent dat binnen de doelstelling om te komen tot een uniforme regeling, op het niveau van de afzonderlijke deelgebieden gezocht is naar maatwerk.

De in de regel toegepaste planvormen hebben ieder hun voor- en nadelen, afhankelijk van de situatie waarvoor ze worden ingezet. Gedetailleerde plannen hebben ontegenzeggelijk het voordeel dat met zo'n plan een gemeentebestuur sterk staat om ongewenste ontwikkelingen in een gebied tegen te houden. Het is, ook psychologisch bezien, veel moeilijker om pas op het moment van de concrete beslissing de in het plan geboden ruimte (zo kan dat namelijk bij een globaal eindplan door het publiek worden uitgelegd) in te perken, dan door middel van bij omgevingsvergunning afwijken de geringe ruimte op basis van het gedetailleerde plan te vergroten. Van dit verschijnsel, namelijk de drempelvrees om een schijnbare marge in concrete situaties te versmallen, dient de gemeente zich dan ook terdege bewust te zijn als de voorkeur wordt gegeven aan het globale eindplan als instrument van planologisch beleid.

Maatschappelijke en economische veranderingen hebben de laatste jaren de rol van de gemeente bij de ruimtelijke inrichting echter gewijzigd. Onder maatschappelijke organisaties, private partijen en burgers is de belangstelling voor ruimtelijke vraagstukken sterk toegenomen. De samenleving genereert een ononderbroken stroom van ideeën, visies en plannen voor de ruimtelijke inrichting. Dit alles overstijgt tegenwoordig in toenemende mate de kaders van het klassieke instrumentarium van (vaak passief en star) planologisch beleid. Het globaliseren en flexibiliseren van het bestemmingsplan Westermaat is daarom een wenselijke ontwikkeling.

Het ruimtelijk beleid in de Gemeente Hengelo moet in een dynamische omgeving kunnen omgaan met onzekerheid en zich wijzigende omstandigheden. Het moet bijtijds mogelijkheden scheppen voor gevarieerde initiatieven en inzichten. Daarbij dienen als uitgangspunten te gelden: globaliteit en flexibiliteit in planvormen, en een gedegen en herkenbaar beleid op sociaal-planologisch gebied. Doel moet zijn het goed op elkaar doen aansluiten van de gewenste maatschappelijke functies (productie, wonen, recreatie, verkeer en vervoer) en het bevorderen van ruimtelijke kwaliteit.

Het bovenstaande dient tot uitdrukking te komen in de wijze waarop de bestemmingen in het plangebied worden vormgegeven. In de regel wordt, teneinde de flexibiliteit in bestemmingsplannen te vergroten gebruik gemaakt van de bestemming Bedrijventerrein. Waar nodig is een differentiatie aangebracht in de bestemming Bedrijventerrein om het specifieke karakter van het het betreffende gebied tot uitdrukking te laten komen. Aan de bestemming Bedrijventerrein is een bedrijvenlijst toegevoegd, waarin is aangegeven welke (nieuwe) vormen van bedrijvigheid zich op het bedrijventerrein kunnen vestigen. Daarbij is rekening gehouden met het karakter van het gebied en -waar nodig- rekening gehouden met bestaande en nieuwe woongebieden.

De bedrijvenlijsten in het bestemmingsplan zijn samengesteld met behulp van de VNG uitgave "Bedrijven en Milieuzonering" van 16 april 2007. Binnen het hele plangebied zijn bedrijven in de landbouw, bosbouw en visserij uitgesloten, evenals bedrijven in de milieucategorieën 5 en 6. In het bestemmingsplangebied worden verschillende deelgebieden onderscheiden op basis van onderlinge functionele en ruimtelijke samenhang. Bij het samenstellen van de bedrijvenlijst is nadrukkelijk gekeken naar het gewenste profiel van het betreffende deelgebied. Daarbij is ook rekening gehouden met andere factoren die van invloed kunnen zijn op de toe te laten vormen van bedrijvigheid, zoals de gewenste uitstraling van het gebied (profiel of de ligging in een intrekgebied. De bedrijvenlijst is op deze zaken aangepast (maatwerk). Zo is voor het gebied Campus een bedrijvenlijst samengesteld zoals dat in het doelgroepenprofiel is vastgelegd. Ook het hoogwaardige en kantoorachtige karakter van het gebied Westermaat Zuid-oost is vertaald in de bedrijvenlijst: accent op kantoren, (groot)handel en hoogwaardige (technologische) bedrijvigheid. Een gedeelte van het plangebied is gezoneerd op grond van de Wet geluidhinder. Als gevolg hiervan is de systematiek van "Bedrijven en milieuzonering" voor het aspect geluid niet van toepassing. De bedrijvenlijst is hier op aangepast.

Niet alle vormen van bedrijvigheid zijn zonder meer overal toegestaan, zo zijn bijvoorbeeld locaties waar een bedrijf uit een te zware milieucategorie gevestigd is zodanig bestemd dat de huidige functie mogelijk blijft, maar dat na het beëindigen van de betreffende activiteiten geen nieuw bedrijf gevestigd kan worden dat in milieuhygiënisch opzicht te zwaar is. Doordat het bedrijventerrein ingedeeld is in zones, wordt overlast in nieuwe situaties voorkomen.

Voor wat betreft de regels ten aanzien van bebouwing (bijvoorbeeld bouwhoogten) wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande situatie, en ook de bebouwingsgrenzen volgen zoveel mogelijk de bestaande bebouwing, of volgen de lijn evenwijdig aan de straat. Om het bestemmingsplan niet te star te maken wordt in veel gevallen alleen gewerkt met een maximale bouwhoogte, en wordt er bijvoorbeeld een uitzondering gemaakt voor die bouwwerken die al hoger zijn dan de maximale hoogte. Ten aanzien van de toegestane bouwhoogten heeft omwille van flexibiliteit en doelmatigheid een afweging plaatsgevonden die er toe heeft geleid dat de toegestane bouwhoogten op een aantal plaatsen zijn verruimd. Dit heeft onder meer te maken met de toegenomen hoogte van een bouwlaag (zie ook paragraaf 5.5.3).