Bedrijventerrein Westermaat

4.7 Economische uitvoerbaarheid

Exploitatieplan

De Wet ruimtelijke ordening maakt met het bepaalde in afdeling 6.4 Grondexploitatie het vaststellen van een exploitatieplan verplicht voor een aantal nader omschreven bouwactiviteiten in geval de bouw planologisch mogelijk wordt gemaakt in het bestemmingsplan, wijziging van een bestemmingsplan, projectbesluit of een projectafwijkingsbesluit. De bouwplannen waarbij een exploitatieplan verplicht is, zijn opgenomen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening zijn:

• de bouw van een of meer woningen;
• de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen;
• de uitbreiding van een hoofdgebouw met ten minste 1000 m2 of met een of meer woningen;
• de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd;
• de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden worden aangewend, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies tenminste 1000 m2 bedraagt;
• de bouw van kassen met een oppervlakte van ten minste 1000 m2.

Geen exploitatieplan is nodig, indien op de eerste plaats het verhaal van de exploitatiekosten over de gronden anderszins verzekerd is. Het kostenverhaal is bijvoorbeeld anderszins verzekerd als de gemeente met grondeigenaren contractuele afspraken heeft gemaakt over de kosten van grondexploitatie. In de tweede plaats hoeft geen exploitatieplan vastgesteld te worden, als er geen verhaalbare kosten zijn.

Het bestemmingsplan Westermaat betreft een in hoofdzaak conserverend plan waarbinnen het merendeel van bebouwing reeds aanwezig is. Het plan is opgesteld in het kader van de actualisering van verouderde bestemmingsplannen. Het betreft een wettelijke plicht. Er zijn geen specifieke kosten gemaakt voor een bepaald project of bouwmogelijkheden binnen het plan.

Door vaststelling van dit bestemmingsplan zal slechts een beperkte nieuwe ontwikkelingsruimte ontstaan voor de betreffende bedrijven. Wat aan uitbreiding nog mogelijk is, is òf onbenutte bouwruimte op basis van het vigerende bestemmingsplan òf blijft binnen het gestelde in 6.2.1 Bro. Voor zover de gronden nog onbebouwd zijn en hierop nog bedrijvigheid gevestigd kan worden zijn deze eigendom van de gemeente en is kostenverhaal anderszins verzekerd namelijk middels grondverkoop.

Ontwikkelingen waaraan mogelijk voor de gemeente kosten zijn verbonden worden slechts door middel van wijzigingsbevoegdheden mogelijk gemaakt. In die gevallen moet eerst worden bezien of er een kostenverhaalsovereenkomst kan worden afgesloten. Het gaat daarbij om particulier initiatief waaraan in beginsel geen kosten voor de gemeente zijn verbonden, afgezien van de ambtelijke begeleidingskosten voor toetsing en begeleiding van aanvragen. Deze kosten worden gedekt door middel van de in rekening te brengen leges. In het uiterste geval kan worden overwogen om bij wijzigingsbevoegdheden een exploitatieplan vast te stellen.

Inmiddels is reparatiewetgeving in voorbereiding. Hierin wordt gesteld dat indien in het nieuwe bestemmingsplan geen sprake is van nieuwe ontwikkelingen als hiervoor bedoeld, maar sprake is van onbenutte bouwruimte op basis van het vigerende bestemmingsplan de plankosten op nul gesteld mogen worden. Een uitzondering op de plicht tot publiekrechtelijk kostenverhaal.

Voorts is er geen noodzaak tot het stellen van regels omtrent woningbouwcategorieën, omdat het hier een bedrijventerrein betreft en er geen nieuwe woningen mogen worden gebouwd. Ook hoeven er geen eisen gesteld te worden aan de openbare ruimte omdat deze al in zijn geheel is aangelegd.

Gelet op het vorenstaande is er dan ook geen verplichting en ook geen noodzaak om tegelijkertijd met het bestemmingsplan een exploitatieplan op te stellen.

Economische uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan Westermaat is vooral conserverend van aard. Aan dit plan zijn voor de gemeente geen kosten verbonden en het plan kan daarom als economisch uitvoerbaar worden aangemerkt.