direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Bedrijventerrein Westermaat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0020-0302

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 De Ronde, Masterplan Hengelo Westermaat

Op 16 december 1997 is door de gemeenteraad het Masterplan voor de ontwikkeling van Westermaat vastgesteld. Het masterplan is opgesteld om sturing te geven aan de stedenbouwkundige en functionele invulling van het gebied. Uitgangspunt is een ontwikkelingsconcept dat recht doet aan de gewenste versterking van de economische structuur in de Twentse stedenband en een maximale bijdrage levert aan het economisch draagvlak van Hengelo. Het plan voorziet in een aantal verschillende vestigingsmilieus variërend van kleinschalige bedrijfsvestigingen tot grootschalige handels- en onderzoekscentra. Door uitbouw van voorzieningen, de opwaardering van het Expo-Center en een aantal clusters waarin bedrijfsondersteunende diensten worden aangeboden. De ontwikkeling van de GDV-locatie Westermaat Plein is een ander onderdeel waar in het kader van het masterplan uitvoerig aandacht aan wordt besteed. De afzonderlijke onderdelen worden met elkaar verbonden door een laan, die de naam "de Ronde" heeft gekregen. Een breed opgezette laan met voldoende ruimte voor langzaam verkeer die verkeerstechnisch verlichting moet bieden en die tevens zorgt voor een overzichtelijke en herkenbare structuur.
De realisatie van de doelen van het masterplan is voortvarend ter hand genomen. Zo zijn de deelgebieden Zuidoost, Plein en Expres ontwikkeld, Campus is in ontwikkeling en delen van de Ronde zijn aangelegd (Amerikalaan, Europalaan). Het gebied ten westen van de spoorlijn is nog niet ontwikkeld, evenals het traject van de Ronde ten westen van de Bornsestraat. Ook de gewenste diversiteit aan vestigingsmilieus en functies is gerealiseerd. Onderstaande afbeelding toont het gewenste ruimtelijk beeld zoals dat in het masterplan wordt nagestreefd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BP0020-0302_0005.jpg"

3.4.2 Structuurvisie Hengelo 2030 (2007)

Op 3 juli 2007 heeft de gemeenteraad de structuurvisie Hengelo 2030 vastgesteld. Het bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo voor de lange termijn. In de Structuurvisie Hengelo 2030 wordt verslag gedaan van de visie op de ontwikkeling van de stad. Als gevolg van allerlei ontwikkelingen, waaronder een afnemende groei van de bevolking is uitbreiding minder noodzakelijk geworden. De behoefte aan een hoogwaardige woon- en werkomgeving blijft onverminderd hoog. Hengelo wil daarom haar ontwikkelingen ombuigen van "Groei naar Kwaliteit". De toekomstige koers voor de gemeente is beschreven aan de hand van een vijftal kernopgaven. In relatie tot het bedrijventerrein Westermaat zijn een tweetal kernopgaven specifiek van belang:

  • versterking van de economische structuur;
  • ruimtelijke kwaliteit.

De economische ontwikkeling zal niet langer gebaseerd zijn op oude industrieën die in Hengelo zo belangrijk waren. Nieuwe markten en producten nemen die rol over. Het faciliteren van een netwerkeconomie is de komende jaren een belangrijke opgave (versterken van de economsiche structuur). Deze veranderingen brengen kansen met zich mee voor de economie in Hengelo. Om deze kansen te kunnen verzilveren is kwaliteit een voorwaarde. De wensen van bedrijven veranderen als het gaat om de situering en inrichting van bedrijfslocaties. Er zal meer behoefte ontstaan aan toplocaties voor kantoren, congres- en bestuurscentra bij knooppunten van infrastructuur, kennis en economie (ruimtelijke kwaliteit).

3.4.3 Gemeentelijk Groenplan (GGP) (2004)

In het Gemeentelijk Groenplan Hengelo 2010 is een groenruimtelijke totaalstructuur voor de stad en stadsrand ontwikkeld. Deze hoofdgroenstructuur bestaat uit een samenhangend netwerk van stadsrandzones, groene wiggen, groene eilanden, lanen, groene stapstenen alsmede beken en spoorlijnen met begeleidend groen. Deze groenstructuur op stads(rand)niveau vormt met het hoofdgroen in de wijken het duurzame groen in en rond de stad Hengelo.

Voor het bedrijventerrein Westermaat is een aantal onderdelen van de hoofdgroenstructuur uit het Gemeentelijk Groenplan van belang. Allereerst reiken vanaf het buitengebied van Hengelo een aantal groene wiggen tot aan/in het plangebied. Door deze wiggen ontstaat samenhang tussen stad en landschap. De wiggen zijn van belang voor de natuur en het recreatief medegebruik. Vanuit het zuidoosten loopt een wig langs het plangebied. Deze wig reikt tot aan het Stadspark Weusthag.

Naast groene wiggen maken lanen langs de radiale en ringwegen van Hengelo deel uit van de groenruimtelijke totaalstructuur. Door laanbeplantingen langs hoofdlijnen ontstaat samenhang tussen stad en landschap en structuur in de stad. De Bornsestraat, welke onderdeel uitmaakt van het stelsel van radiale wegen, doorsnijdt het plangebied. Ook de wegen die de radialen verbinden, zoals de Europalaan worden gerekend tot de laanstructuur van Hengelo. Naast wegen doorsnijden beken het gebied. De stadsbeken Berflobeek en Houtmaatleiding hebben in het plangebied plaatselijk een groen karakter.

Het laatste onderdeel van het de gemeentelijke groenstructuur is het hoofdgroen in de gebieden. Dit duurzame wijkgroen bestaat uit laanbeplantingen langs de hoofdwegen en parken. De hoofdlanen zijn de structuurdragers van de wijk, ze vormen bindende elementen van de bebouwing. Voorbeelden van hoofdlanen zijn de Wegtersweg en de Westermaatsweg.

3.4.4 Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) (2009-2013)

In het door de raad vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan worden de uitgangspunten met betrekking tot de waterhuishouding en de riolering beschreven. Vanuit het gemeentelijk rioleringsplan wordt ingezet op afkoppelprojecten ter plaatse van Westermaat zuidwest en het IJsselmij terrein (totaal circa 3 hectare). Tengevolge van de aanleg van een kokerriool is geen bergbezinkbassin in de Wegtersweg nodig. Onderzocht wordt of het mogelijk is het gescheiden rioolstelsel in Westermaat zuidwest en Westermaat noordwest te zijner tijd om te bouwen naar een verbeterd gescheiden rioolstelsel.
Voor alle in- en uitbreidingen gelden in principe onderstaande beleidsregels:

  • Het afvalwater (het zwarte afvalwater van toilet, het grijze afvalwater van keuken, wasmachine en douche en het eventuele bedrijfsafvalwater) wordt afgevoerd naar de RWZI middels riolering;
  • Lokale zuivering van dit afvalwater wordt niet duurzaam geacht vanwege de hoge kosten, het grote ruimtebeslag en de te grote risico's voor volksgezondheid en milieu;
  • Het hemelwater wordt zo min mogelijk verontreinigd en komt ten goede aan het lokale water- of grondwatersysteem. Daarbij heeft zichtbare oppervlakkige afvoer de voorkeur boven afvoer door buizen, vanwege het grotere risico op ongewenst lozingsgedrag en foutieve aansluitingen bij buizen;
  • Infiltratie van hemelwater in de bodem via een graspassage is de beste optie omdat hiermee zuivering, retentie en grondwateraanvulling worden gerealiseerd;
  • Bij het ontwerp van het bouwwerk een zodanig samenspel van dakvlakken, dakgoten, regenpijpen en perceelsgoten kiezen dat het water niet in riolen onder de grond hoeft;
  • Bij stedenbouwkundige plannen moet notie worden genomen van het feit dat het water van hoog naar laag stroomt, waarmee water dan een ordenend principe voor het plan is;
  • Goede alternatieven in geval van nauwelijks verontreinigd hemelwater zijn: regenwaterhergebruik op individuele schaal en directe oppervlakkige afvoer naar sloten of vijvers met retentievoorzieningen;
  • Een goed alternatief in geval van bedrijventerreinen met risico op vervuiling is een verbeterd gescheiden rioolstelsel met retentievijvers;
  • Het grondwater wordt zoveel mogelijk aangevuld met schoon infiltrerend water. Te hoge grondwaterstanden in natte winterperioden worden beteugeld met drainage in de openbare weg en eventueel op de kavels zelf. De drainage voert af naar een wadi of naar oppervlaktewater dus niet naar een RWZI. In de bouwwerken wordt vochtoverlast door hoge grondwaterstanden geminimaliseerd door te bouwen zonder kruipruimten en door eventuele kelders waterdicht te maken;
  • Het oppervlaktewater wordt liefst op fraaie wijze geïntegreerd in het stedenbouwkundige plan, zodanig dat het water beleefbaar is en goed te beheren;
  • Per project moet in overleg met de afdeling Wegen, Groen en Water van de gemeente en met het Waterschap Regge en Dinkel worden gezocht naar maatwerk.
3.4.5 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) (2003)

Een goede verkeers- en vervoersinfrastructuur is van groot belang voor het behouden en versterken van de kwaliteiten van de stad. Het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) van juli 2003 is ontwikkeld om bestaande en te verwachten verkeers- en vervoersknelpunten op te lossen. Voor het sociaal en economisch functioneren van Hengelo is een goede bereikbaarheid van grote waarde. Behoud en versterking van bereikbaarheid in de toekomst is zeer belangrijk om de sociale en economische motorfunctie tezamen met Enschede en Almelo, voor de eigen bewoners en voor de inwoners van de regio, te kunnen vervullen. Regionaal gezien vervult Hengelo hierin een centrale positie. Ook (flankerende) maatregelen als dynamisch verkeersmanagement, vervoersmanagement, parkeermaatregelen (sturend parkeerbeleid), locatiebeleid, stadsdistributie en tariefexperimenten openbaar vervoer spelen een belangrijke rol om de leefbaarheid en verkeersveiligheid samen met het vraagstuk bereikbaarheid te verbeteren.

Voor een toekomstige uitbreiding van de A1 is een bebouwingsvrije zone van 100 meter, gemeten uit de as van de hoofdrijbaan, nodig. Bij de op- en afritten geldt een afstand van 50 meter uit de zijkant van de naastgelegen verharding. In deze zone mag geen bebouwing worden gerealiseerd, tenzij hiervoor vrijstelling is verleend door Rijkswaterstaat.

De gemeente Hengelo heeft voor de lokale hoofdwegenstructuur gekozen voor een tangentensysteem (Oost- en Westtangent). Bedrijventerrein Westermaat is gelegen aan de Westtangent (Haaksbergerstraat, Oelerweg, Geerdinksweg, Weideweg, Bornsestraat, Europalaan en Beneluxlaan). De tangenten hebben de functie de verschillende stadsdelen met elkaar te verbinden met een wegensysteem, waarop het gemotoriseerd verkeer zich vlot kan afwikkelen.

Het regionale verkeer tussen Borne en Hengelo zal door het afstellen van verkeersregelinstallaties in de spitsperiodes een snellere route worden geboden via de Europalaan in plaats van de bestaande route via de Bornsestraat. Hierdoor ontstaat er meer ruimte op de Bornsestraat/aansluiting A1. Door het, indien mogelijk, tevens beter afstemmen van de verschillende verkeersregelinstallaties en het nemen van maatregelen ten behoeve van de doorstroming op "Westermaat Plein" wordt gezorgd voor een goede verkeersafwikkeling. Het realiseren van extra opstelvakken bij verkeersregelinstallaties in het plangebied zal ertoe bijdragen dat het verkeer op een goede wijze kan worden afgewikkeld. Wel zal de situatie nabij de bestaande rotonde Bornsestraat/Europalaan moeten worden gewijzigd. De verkeersafwikkeling wordt verbeterd door te zijner tijd de Bornsestraat oostelijk van de rotonde aan te sluiten op de Europalaan.

Een nieuwe "fietssnelweg" is gepland tussen Gronau en Wierden. Deze fietssnelweg zal ook het bedrijventerrein Westermaat ontsluiten.

3.4.6 Gemeentelijk waterplan (2006)

Vanuit het Waterplan Hengelo wordt ingezet op herstel van de bekenstructuur, waarbij de Berflobeek en de Houtmaatleiding tot de hoofdstructuur worden gerekend. Ter plaatse van het plangebied dient voor beide waterlopen nog circa 25% van het traject te worden gerealiseerd. Voor de Berflobeek wordt een meer stedelijke inrichting beoogt en voor de Houtmaatleiding een meer landelijke inrichting.

In geval van ontwikkelingen (inbreiding en uitbreiding) gelden een aantal algemene uitgangspunten van beleid waarmee rekening dient te worden gehouden. Naast de uitgangspunten welke reeds zijn genoemd in paragraaf 3.4.4 zijn dat:

  • Infiltratie van hemelwater in de bodem via een graspassage is de beste optie, omdat hiermee zuivering, retentie en grondwateraanvulling worden gerealiseerd, waarbij wadi's de voorkeur genieten;
  • Bij het stedenbouwkundige plan moet hierbij notie worden genomen van het feit dat water van hoog naar laag stroomt, waarmee water dan een ordenend principe voor het plan is;
  • De afvoerpiek uit het plangebied wordt afgevlakt door berging in de wadi's en/of retentievijvers.
    Het grondwater wordt zoveel mogelijk aangevuld met schoon infiltrerend water.
3.4.7 Detailhandel Hengelo 2006 - 2016 (2006)

Het detailhandelsbeleid van de gemeente Hengelo is vastgelegd in de detailhandelsstructuurvisie en de beleidsvisie detailhandel 2006-2016.

De ambitie die hierin wordt aangegeven ten aanzien van het gebied Westermaat Plein is dat dit gebied zich verder ontwikkeld als cluster voor perifere detailhandel. Letterlijk:"de laatste fase van Plein Westermaat kan verder worden ontwikkeld als cluster voor winkels in perifere detailhandel" (p. 14). Het is daarmee één van de locaties waar zich perifere detailhandel (auto's, boten, caravans, keukens, sanitair, bouwmarkten, tuincentra, meubels en woninginrichting) kan vestigen. Als strategische lijn is aangegeven dat Plein Westermaat verder wordt ontwikkeld als centrum voor gerichte non-food aankopen (perifere detailhandel c.q. volumineuze artikelen). Letterlijk: "De laatste fase van Plein Westermaat zal zich verder moeten ontwikkelen als centrum voor gerichte non-food aankopen. Vooralsnog betekent dit dat uitbreiding met de traditionele perifere detailhandelsbranches mogelijk is" (p. 17).
Westermaat Plein bestaat uit drie fasen. Fase 1 en 2 zijn aangemerkt als GDV-locatie, hier geldt een minimale maat van 1.500 m2 bruto vloeroppervlak per winkelvestiging. De derde en laatste fase, waarvoor eind 2009 vrijstelling is verleend, is aangemerkt als PDV locatie. Wel geldt er op Westermaat Plein fase 3 een verbijzondering ten opzichte van andere PDV locaties. Net als voor het GDV deel geldt er een minimale maat van 1.500 m2 bruto vloeroppervlak per winkelvestiging. Het opnemen van een oppervlakte criterium is niet gebruikelijk bij PDV locaties en is opgenomen om aansluiting te zoeken bij het grootschalige karakter van de fasen 1 en 2.

Voor het PDV cluster in Westermaat Zuidwest geldt dat zich hier perifere detailhandel kan blijven vestigen. De vestiging van solitaire perifere detailhandel buiten de genoemde clusters is niet toegestaan, evenals de vestiging van solitaire supermarkten op bedrijventerreinen.

Een aparte positie binnen het detailhandelsbeleid wordt ingenomen door benzinestations, waarbij meestal een kleine winkel te vinden is. Een benzinestation is een zogenoemde trafficlocatie: er komt en gaat verkeer. Het aanbod in een pompshop sluit veelal aan bij de behoefte van de reiziger. Er dient echter voor gewaakt te worden dat door assortimentverbreding en een toename van het winkelvloeroppervlak de pompshops uitgroeien tot een supermarkt. Pompshops welke zijn gelegen aan invalswegen mogen daarom maximaal 100 m2 bvo (bedrijfsvloeroppervlak) groot zijn. Bij tankstations gelegen binnen een straal van 500 meter vanaf een afrit van de Rijksweg zijn pompshops met een oppervlakte van maximaal 250 m2 bvo toegestaan. Binnen het plangebied is de Bornsestraat aangemerkt als invalsweg.

De hiervoor beschreven uitgangspunten staan niet op zich zelf, maar komen voort vanuit de visie van de gemeente op detailhandel. In deze visie wordt de binnenstad gezien als het belangrijkste recreatieve winkelgebied van Hengelo. Hengelo wil hierbij inzetten op verbetering van de lokale en de regionale positie van de binnenstad en het behoud van het aanbod en van de variatie in het aanbod aan winkelvoorzieningen, horeca en culturele voorzieningen in de binnenstad. Hengelo wil daarbij vooral inzetten op schaalvergroting van de winkels in de binnenstad, met name in branches als mode, luxe goederen etc. In aanvulling op de binnenstad wordt gestreefd naar eigentijdse wijk- en buurtvoorzieningen voor de dagelijkse boodschappen. Winkels die vanwege hun aard en omvang of assortiment lastig zijn in te passen in het centrum kunnen zich vestigen op één van de perifere clusters: Westermaat Plein, Westermaat Zuidwest en de Noordelijke Spoorzone.

3.4.8 Horecavisie en beleid Hengelo 2005 - 2015 (2005)

In de nota "Horecavisie en beleid Hengelo 2005-2015" van november 2005 is het horecabeleid van de gemeente Hengelo geformuleerd. Ten behoeve van de juridische regeling in bestemmingsplannen wordt ten aanzien van horeca onderscheid gemaakt in twee categorieën; horeca I en horeca II. Horeca I is lichte horeca met een dienstverlenend karakter waar muziek niet centraal staat. Horeca II is zware horeca waar (versterkte) muziek een belangrijk onderdeel is van de bedrijfsvoering. Horeca I bestaat uit restaurants, eetcafés en hotels. De activiteiten vinden veelal in de dagperiode plaats en er ontstaat geen overlast door muzieklawaai. In horeca II vindt de aantrekkende werking met name plaats in de avond- en nachturen. De overlast van deze bedrijven bestaat uit muzieklawaai en arriverende en vertrekkende bezoekers. Er zijn ook horecabedrijven die gelieerd zijn aan de nachthoreca die dezelfde overlast kunnen veroorzaken.
In relatie tot het plangebied Westermaat is een aantal aspecten van belang. In de horecavisie wordt geconstateerd dat de vestiging van (mega)discotheken op perifere locaties (bedrijventerreinen) niet wenselijk is. Ook dient de oppervlakte van winkelondersteunende horeca wordt gelimiteerd tot 10% van het verkoopvloeroppervlak met een maximum van 25 m2. Dit dient in bestemmingsplannen te worden verankerd. In relatie tot Plein Westermaat wordt opgemerkt dat horecaontwikkeling dient aan te sluiten op de functie van het gebied. Hierbij moet vooral gedacht worden aan fastfood.

3.4.9 Archeologiebeleid

Om te voorkomen dat door de koppeling van de bescherming van archeologische waarden met het bestemmingsplan ook de hele kleine ruimtelijke ingrepen aan een afweging ten aanzien van archeologie onderhevig zijn, is artikel 41a aan de Monumentenwet toegevoegd. Dit artikel regelt dat bij ingrepen onder de 100 m², waarvoor een vrijstelling, bouw- of omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden wordt aangevraagd geen verplichtingen ten aanzien van archeologie worden opgelegd. Omdat de grens van 100 m² in het buitengebied aan de lage kant is, maar in een binnenstad te hoog kan zijn, is in het artikel ook opgenomen dat de gemeenteraad een afwijkende oppervlakte kan vaststellen. Het artikel is opgenomen om particulieren niet voor onredelijke kosten voor archeologie te plaatsen, bovendien is archeologisch (voor)onderzoek met een zeer klein oppervlak ook voor de archeologie weinig zinvol.

De gemeente Hengelo werkt momenteel aan een eigen invulling van dit beleid. In overleg met de regio-archeoloog is -is vooruitlopend op de vaststelling van dit beleid door de gemeenteraad- nagedacht over de wijze waarop hiermee in het voorliggende bestemmingsplan kan worden omgegaan. Ten aanzien van gebieden met lage archeologisceh waarden, of gebieden waar de bodem diep verstoord is geldt geen onderzoeksverplichting. Gebieden met een middelhoge of hoge archeologische waarde worden beschermd door middel van een dubbelbestemming.

archeologische verwachting   bouwen toegestaan   afwijken bij omgevingsvergunning noodzakelijk   omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden  
       
bodem verstoord   ja   nee   nee  
laag   ja   nee   nee  
middel   ja, tot 500 m2   vanaf 500 m2   ja, ingreep dieper dan 40 cm  
hoog   ja tot 250 m2   vanaf 250 m2   ja, ingreep dieper dan 40 cm  
3.4.10 Bomenverordening 2007

De Bomenverordening, welke op 25 september 2007 door de raad is vastgesteld, vervangt de Kapverordening uit 1996 en de lijst Waardevolle bomen van 1992. De Bomenverordening nieuwe stijl kent een brede opzet en gaat niet alleen over kap van bomen, maar eveneens over sterke vormsnoei, herplant en compensatie.

Het bestrijkt ontwerp, aanleg en beheer. Onderwerp van de verordening zijn alle vormen van houtopstanden waar bomen deel van uitmaken.

De bescherming van bijzondere bomen (monumentale, toekomstig monumentale, herdenkingsbomen en dendrologisch waardevolle bomen) neemt hierbij een centrale plaats in. De bijzondere bomen worden als zodanig in het gemeentelijk groenbeheerplan geregistreerd. Hierbij is niet alleen de boom, maar ook de groeiplaats betrokken. De Bomenverordening beslaat zowel de bebouwde kom als het buitengebied en heeft betrekking op zowel gemeente- als particuliere grond.

Centraal in de Bomenverordening staat het handhaven van houtopstanden, niet het verwijderen ervan. Natuurlijke verschijnselen als stuifmeel, vallende vruchten, bladeren of takjes zijn geen reden voor kappen of rooien; schaduwwerking, algvorming en luizen evenmin. Komen er wel zwaarwegende kapaanvragen (waaronder kapaanvragen in het geval van een ruimtelijke ontwikkeling), dan biedt de bomenverordening het toetsingskader om tot een juridisch goede afweging te komen.

Voor bijzondere bomen is een speciaal beschermingstraject van toepassing. De afwegingsprocedure is wel pragmatisch gehouden. In de Bomenverordening zijn boombescherming en werkbaarheid gecombineerd.

De Bomenverordening kent een bijlage waarin alle bijzondere bomen zijn opgenomen. Het gaat om monumentale, toekomstig monumentale, herdenkingsbomen en dendrologisch waardevolle bomen. Binnen het plangebied Westermaat zijn geen bomen aanwezig met een bijzondere status.

De Bomenverordening kent een uitgebreid afwegingskader en vormt ook het juridische toetsingskader. De bescherming die hieruit volgt heeft er toe geleid dat aanvullende bescherming in bestemmingsplannen niet noodzakelijk wordt geacht. Om deze reden zijn in de actualisatieplannen van de gemeente Hengelo tot op heden geen individuele bomen als zodanig bestemd of aangeduid.

3.4.11 Monumentenbeleid (2004)

Monumenten zijn om redenen van esthetische, cultuurhistorische en wetenschappelijke aard tot monument aangewezen. Om te voorkomen dat deze monumentale waarden verloren gaan is het verboden om zonder of in afwijking van een vergunning een monument af te breken, te vernielen, te verstoren, te verplaatsen, in enig opzicht te wijzigen, te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waarop het ontsierd of in gevaar wordt gebracht. Men is dus verplicht de plannen door de gemeente te laten toetsen en een bouw- en monumentenvergunning aan te vragen. In geval van een beeldbepalend karakteristiek pand of een gemeentelijk monument worden de plannen beoordeeld door de technische commissie van de monumentencommissie. Bij een rijksmonument beoordeelt naast de technische commissie ook de Rijksdienst voor de Monumentenzorg de plannen.

3.4.12 Bedrijfswoningen

Binnen een klein deel van de vigerende plannen bestaat de mogelijkheid (rechtstreeks danwel via ontheffing) tot het oprichten van bedrijfswoningen. Op basis van huidige inzichten is het niet wenselijk om zonder meer bedrijfswoningen toe te staan op bedrijventerreinen.

Op zichzelf hoeft er tegen een correct gebruikte bedrijfswoning geen bezwaar te bestaan, maar de praktijk wijst uit dat bedrijf en woning vaak separaat functioneren en anders bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten apart worden verkocht. Zo ontstaat er een zelfstandige woonfunctie op een bedrijventerrein en die werkt belemmerend naar de omliggende bedrijfsfuncties. Ter illustratie:

Wanneer een naast een burgerwoning gelegen bedrijf wil uitbreiden dient te worden voldaan aan de normen voor geluid, stank, stof en gevaar. Voor bedrijven kan dit betekenen dat uitbreiding onmogelijk wordt. Ook de kans op klachten over het bedrijf neemt toe. De gebruiksmogelijkheden van het bedrijventerrein voor bedrijven nemen daardoor af. In steeds minder gevallen is het nog noodzakelijk voor toezicht en beheer om bij het bedrijf te wonen. Technologische maatregelen (beveiliging) hebben die taak overgenomen. Eigenlijk geldt het noodzakelijkheidscriterium alleen nog in geval van levende have. Daarvan is op het voorliggende bedrijventerrein geen sprake. Ten derde worden de regels uit het bestemmingsplan vaak gebruikt om op papier nog een nieuw bedrijf te starten, maar in de praktijk gaat het meestal alleen om de mogelijkheid voor het bouwen van een (extra) woning.

Evengoed blijkt er vanuit de markt behoefte te bestaan aan zogenoemde woon-werk combinaties, onder andere bij startende ondernemers, of kleine bedrijven. Woon-werk combinaties kunnen op een positieve manier bijdragen aan een goede overgang tussen een woonwijk enerzijds en een bedrijventerrein anderzijds. Er dient echter voor gewaakt te worden dat de hiervoor beschreven situaties zich voordoen.

Bestaande bedrijfswoningen krijgen een positieve bestemming. Vestiging van nieuwe bedrijfswoningen is niet toegestaan. Daar waar bedrijfswoningen in de vigerende plannen via vrijstelling zijn toegestaan, maar van deze mogelijkheid tot op heden geen gebruik is gemaakt, komt de vrijstellingsmogelijkheid te vervallen.

3.4.13 Nota Duurzaam Veilig (2001)

Op het gebied van verkeersveiligheid conformeert de gemeente Hengelo zich aan de afspraken die de gezamenlijke wegbeheerders in 1997 hebben gemaakt, welke zijn vastgelegd in het "Startprogramma Duurzaam Veilig". In de gemeentelijke nota Duurzaam Veilig (2001) zijn de maatregelen vertaald naar de Hengelose situatie.

Fase I van deze nota wordt gekenmerkt door het realiseren van een duurzaam veilig wegennet en is zo goed als afgerond. Verder is de aanpak van VerkeersOngevallen Concentraties (VOC) een belangrijk middel in de strijd tegen de verkeersonveiligheid. Verkeersongevalpunten in de stad worden bij deze aanpak onderzocht en aangepakt. Jaarlijks worden de VOC's geactualiseerd.

In Fase II zijn verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding terugkerende onderwerpen. De verkeerseducatieprogramma's die in de regio en in Hengelo worden uitgevoerd, staan beschreven in het rapport "RUP gedragsbeïnvloeding: op weg naar een permanente verkeerseducatie in Zuid-Twente (periode 2004-2006)". De programma's zijn onderverdeeld naar de verschillende doelgroepen en leeftijdscategorieën en worden jaarlijks opnieuw vastgesteld.

Een belangrijke bijdrage in de uitvoering van verkeersveiligheidscampagnes wordt in Hengelo al jaren achtereen geleverd door de vrijwilligers van VVN. In hun werkplan worden jaarlijks activiteiten en projecten beschreven die de afdeling Hengelo wil initiëren en uitvoeren. De nadruk van de projecten is gericht op educatie en gedragsbeïnvloeding.

Omdat verkeersveiligheid duurzaam dient te zijn, vereist het een integrale benadering. Andere beleidsterreinen zoals ruimtelijke ordening, mobiliteit, infrastructuur, voorlichting, onderwijs en welzijn beïnvloeden de verkeersveiligheid.

3.4.14 Nota Economisch beleid (2003)

Februari 2004 is de nota Economisch beleid vastgesteld. Hierin worden strategische keuzen gemaakt inzake de rol die de gemeente en ook de regio kan spelen met betrekking tot het creëren van zo optimaal mogelijke randvoorwaarden en condities voor het locale en regionale bedrijfsleven. Hengelo kiest daarin voor een krachtige economische ontwikkeling en werkgelegenheidsgroei. Ook voor de toekomst koestert Hengelo de industrie als belangrijke pijler van de economie. Naast een gezonde, technologische hoogwaardige industrie wenst Hengelo haar economische basis te verbreden door versterking van de sectoren zakelijke dienstverlening, (detail)handel, gezondheidszorg en toerisme. Daarbij streeft Hengelo naar een gevarieerd aanbod van bestaande en nieuwe bedrijvenlocaties, vanuit het vertrekpunt dat bestaande ruimte voor bedrijvigheid behouden blijft en indien nodig wordt vernieuwd voordat nieuwe terreinen worden ontwikkeld. Waar mogelijk wordt intensief ruimtegebruik gestimuleerd. De nota economisch beleid spreekt zich uit over de vestigingslocaties voor kantoren. Geconstateerd wordt dat het aanbod aan kantoorlocaties (zowel bestaand als gepland) toereikend is voor de periode tot 2030. De nota geeft aan dat de beschikbare capaciteit in de gebieden Expo (tussen voorstadhalte en berflobeek), Plein West, Campus en Oosterbosch toereikend is voor de vestiging van kantoren. Niet uitgesloten wordt dat bestaande deelgebieden nabij de voorstadhalte zoals Expo en de kop van Westermaat Zuidwest worden vernieuwd. Ten aanzien van kantoren is de volgende beleidskeuze gemaakt: In de Westermaat bieden bestaande gebieden vooralsnog voldoende ruimte voor vestiging van kantoren, initiatieven tot (her)ontwikkeling van andere deelgebieden in de Westermaat ten behoeve van kantoren zullen vooralsnog niet worden ondersteund.

3.4.15 Nota Autoparkeren (2008-2012)

In december 2008 heeft de gemeenteraad de nieuwe Nota Autoparkeren 2008-2012 vastgesteld. Dit is de visie op het nieuwe parkeerbeleid zoals deze nu is vastgesteld en geldt voor heel Hengelo, dus voor het centrum én in de schil- en overige (buiten)gebieden rondom het centrum.

De gemeente Hengelo probeert evenwicht te bereiken tussen enerzijds de parkeervraag en anderzijds de optimale combinatie van bereikbaarheid en leefbaarheid. Uitgangspunt hierbij is een leefbare en bereikbare (binnen)stad door middel van sturend (minder blik op straat), vraagvolgend parkeerbeleid (bewoners), locatie beleid en bevorderen van andere (duurzame) vervoerswijzen zoals openbaar vervoer en fiets (verschuiving in de modal split).

De nieuwe Nota Autoparkeren 2008-2012 heeft de volgende doelen:

  • Bewoners, bezoekers van bewoners en ondernemers en werknemers laten parkeren op de gewenste plaatsen;
  • Een betaalbare en eerlijke verdeling van de schaarse beschikbare openbare ruimte voor elke categorie parkeerder (in de volgorde: bewoner, bezoeker/klant en werknemer);
  • Streven naar geconcentreerde grote parkeerlocaties en dubbel ruimtegebruik waar mogelijk (de juiste plaats voor de juiste prijs voor alle groepen);
  • Oplossingen bieden voor huidige en toekomstige parkeer- en bereikbaarheidsproblemen;
  • Betere geleiding automobiliteit en parkeerdruk beter spreiden;
  • Verminderde groei van de automobiliteit en autogebruik.

Om deze doelen te realiseren is aan deze Nota voor de komende vijf jaar een groot pakket van maatregelen gekoppeld.

Nieuwe parkeernormen behoren ook tot het door de raad vastgestelde parkeerbeleid. De nieuwe parkeernormering is gebaseerd op de parkeerkencijfers zoals deze landelijk zijn uitgegeven door het kennis instituut CROW. De parkeerkencijfers zijn gedifferentieerd naar stedelijkheidsgraad en stadsomvang. Binnen de beschikbare bandbreedte van deze kencijfers is voor de Hengelose situatie een keuze gemaakt tot parkeernormen per stedelijke zone, functie en aandeel bezoekers.

3.4.16 Uitvoeringsnota Fietsen (2003-2006)

Het bevorderen van het fietsgebruik heeft een hoge prioriteit binnen het gemeentelijke verkeers- en vervoersbeleid. In de beleidsnota Fietsen (1993) staat het gemeentelijke fietsbeleid nader omschreven. In de "Uitvoeringsnota Fietsen 2003-2006" zijn beleidsvoornemens nader uitgewerkt tot een breed pakket van concrete maatregelen met als doel het fietsklimaat in Hengelo te verbeteren. Speerpunten hierin zijn: het verbeteren van de belangrijkste fietsroutes naar het centrum van de stad (stadsfietsroutes), het fietsvriendelijker maken van verkeersregelinstallaties en de verbetering van het fietsparkeren.

3.4.17 Prostitutiebeleid (2004)

Als algemeen uitgangspunt wordt aangegeven dat het regionaal afgestemde lokale prostitutiebeleid in Twente vanuit een integrale benadering wordt opgezet. De trekkersrol voor wat betreft de regulering en de handhaving ligt bij het lokale bestuur. Aspecten van volksgezondheid, veiligheid, leefbaarheid en handhaving spelen daarbij zeker een rol. Met betrekking tot de handhaving spitst het beleid zich vooral toe op de (te verwachten) mate van overlast bij de verschillende vormen van prostitutie en de kans op het plegen van strafbare feiten.

De thans aanwezige seksinrichtingen in Hengelo worden positief bestemd waarbij verdere uitbreiding van het aantal seksinrichtingen wordt uitgesloten. In het plangebied Westermaat is geen seksinrichting aanwezig.

3.4.18 Evenementen

Bij horecabedrijven, maar ook bij andere bedrijven vinden af en toe festiviteiten plaats waarbij het lastig is om aan de reguliere geluidnormstelling uit het Activiteitenbesluit te kunnen voldoen. Vanwege het belang dat het mogelijk moet zijn om af en toe festiviteiten te kunnen organiseren, is in het Activiteitenbesluit bepaald (artikel 2.21) dat de reguliere geluidnormen niet van toepassing zijn op dagen of dagdelen in verband met de viering van:

  • 1. festiviteiten die bij of krachtens een verordening zijn aangewezen, in de gebieden in de gemeente waarvoor de verordening geldt (collectieve festiviteiten).
  • 2. 2) bij verordening aan te wijzen aantal (met een maximum van 12 per jaar) andere festiviteiten die plaatsvinden in een inrichting(individuele festiviteiten).
    Deze aanwijzingen gebeuren in de APV. Het aantal aan te wijzen collectieve festiviteiten wordt jaarlijks bepaald. Op grond van de huidige APV is één individuele festiviteit per kalenderjaar toegestaan.

Aan de festiviteiten kunnen voorwaarden worden verbonden om geluidhinder te beperken. Hierbij wordt aangesloten bij het beleid ten aanzien van evenementen. De gedachte hierachter is dat bij het beleid ten aanzien van evenementen is geprobeerd een evenwichtige afweging te maken tussen enerzijds het (culturele) belang van evenementen en anderzijds het belang van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor festiviteiten bij inrichtingen en de geluidbelasting die daarmee samenhangt, moet eenzelfde afweging worden gemaakt. Bovendien moet worden voorkomen dat woningen (vooral in het centrumgebied) als gevolg van evenementen én festiviteiten bij individuele horecagelegenheden onevenredig veel geluidbelasting ontvangen.
Op grond van artikel 2.2.2. van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is het verboden zonder om zonder vergunning van de burgemeester een evenementen te organiseren. Een vergunning kan worden geweigerd in het belang van de

  • a. de openbare orde;
  • b. b) het voorkomen of beperken van overlast;
  • c. c) de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen en;
  • d. d) de zedelijkheid of gezondheid.


Voor wat betreft de regulering van overlast door geluidhinder die in veel gevallen samenhangt met evenementen zijn beleidsregels vastgesteld. Deze maken onderdeel uit van de nota geluid die op 10 februari 2009 is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

3.4.19 Startersbeleid

In de nota "Startersstad Hengelo" heeft de gemeente haar beleid ten aanzien van startende ondernemers uiteengezet. Het startersbeleid kent zowel een fysieke als een sociale component. Voor het bestemmingsplan is met name de fysieke component van belang. De fysieke component heeft op haar beurt weer vooral betrekking op huisvesting.

3.4.20 Welstandsnota

Per 1 juni 2004 is de welstandsnota in de gemeente Hengelo in werking getreden. Hengelo is opgedeeld in 19 deelgebieden met elk hun eigen specifieke architectuur. Doel van deze nota is de welstandsaspecten voor de burger inzichtelijker te maken. Voor het indienen van een bouwplan kan men zelf beoordelen of deze aan de toetsingscriteria van het gebied voldoet waarin het bouwplan zich bevindt en dus goedkeuring van welstand kan verwachten.

In de welstandsnota zijn voor de hele gemeente Hengelo algemene criteria geformuleerd. Deze algemene criteria worden verder geconcretiseerd op basis van gebiedsgerichte criteria en objectieve criteria. Voor licht vergunningplichtige bouwwerken zijn loketcriteria opgenomen.

De criteria in de welstandsnota hebben enkel betrekking hebben op aspecten als materiaalkeuze en kleur. In het bestemmingsplan zijn aspecten als massa (bouwvlak, bouwhoogte e.d.) en situering geregeld. Welstandsnota en bestemmingsplan vullen elkaar dus aan.

Het plangebied valt deels onder de welstandscriteria voor 'Bedrijventerreinen' en deels onder de welstandscriteria voor "Businessparken". Nieuwbouw moet aan de gestelde voorwaarden voor dit gebied voldoen, dan wel daar bij aansluiten. Voor een volledig overzicht van de welstandscriteria wordt verwezen naar de welstandsnota c.q. de beeldkwaliteitsplannen voor Westermaat Campus, Westermaat Expres en het IJsselmijterrein. De genoemde beeldkwaliteitsplannen zijn vastgesteld door de gemeenteraad. Daarmee vormen de beeldkwaliteitsplannen het toetsingskader voor welstand (in plaats van welstandsnota).

3.4.21 Beleid Duurzame Ontwikkeling 2006-2010

De beleidsnota Duurzame Ontwikkeling 2006-2010 heeft als doel om Duurzame Ontwikkeling expliciet op de agenda van de ontwikkeling van Hengelo te plaatsen, en daarmee een bijdrage te leveren aan de kwaliteitsambitie van de gemeente. Het beleidsplan geeft het algemene kader weer voor duurzame ontwikkeling binnen de gemeente Hengelo. Jaarlijks wordt hier een uitvoeringsplan aangekoppeld.