direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Bedrijventerrein Westermaat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0020-0302

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Bedrijventerrein Westermaat van de gemeente Hengelo;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0164.BP0020-0302 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 verbeelding:

de weergave van de inhoud van een bestemmingsplan conform het gestelde in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge wijze als de digitale wijze verstaan;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 afwijken

het bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 1o van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.6 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.7 Archeologische waarde:

De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;

1.8 Bebouwing:

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.9 Bebouwingspercentage:

Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.10 Bedrijfsgebouw

Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.11 Bedrijfswoning:

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is;

1.12 Beperkt kwetsbaar object:

Objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.13 Beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:

De totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.14 Bestaand:
  • a. bij gebruik: aanwezig op het moment van het van kracht worden van dit plan;
  • b. bij bouwwerken: aanwezig op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, alsmede bouwwerken die op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen worden gebouwd krachtens een daartoe verleende bouwvergunning;
1.15 Bestemmingsgrens:

Een op de kaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;

1.16 Bestemmingsvlak:

Een op de kaart aangegeven vlak met een zelfde bestemming;

1.17 Bevi-inrichting:

Een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.18 Bouwen:

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.19 Bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.20 Bouwlaag:

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.21 Bouwperceel:

Een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.22 Bouwperceelgrens:

Een grens van een (bouw)perceel;

1.23 Bouwvlak:

Een op de kaart aangegeven door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop bebouwing is toegelaten;

1.24 Bouwwerk:

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.25 Bruto vloeroppervlak (Bvo):

De totale vloeroppervlakte van een functie met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten, parkeervoorzieningen niet meegerekend;

1.26 Bijgebouw:

Een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en dat qua afmetingen ondergeschikt is aan en niet rechtstreeks toegankelijk is vanuit dat (hoofd)gebouw;

1.27 Consumentenvuurwerk:

Vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;

1.28 Dak:

Iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.29 Detailhandel:

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.30 Gebouw:

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.31 Geluidsgevoelige terreinen:

Terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.32 Geluidsgevoelige gebouwen:

Gebouwen welke dienen ter bewoning, niet zijnde bedrijfswoningen, of andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.33 Geluidzoneringplichtige inrichting:

Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.34 Grootschalige geconcentreerde detailhandelsvestiging:

Vestiging van detailhandel op een locatie buiten de bestaande winkelgebieden waar ruimte is gereserveerd voor grootschalige detailhandel waarbij branchebeperkingen van de perifere detailhandelsvestiging niet of niet volledig gelden;

1.35 Hoofdgebouw:

Een gebouw dat, gelet op de constructie, afmeting of ligging, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.36 Horeca 1 activiteiten:
  • a. Winkelondersteunende/ winkelgebonden horeca:
    Horeca waarbij de bedrijfsactiviteit is gericht op het voor gebruik ter plaatse verstrekken van al dan niet in dezelfde onderneming bereide of bewerkte etenswaren en dranken met een hoge bezoekersfrequentie gedurende de dag, zoals een tearoom, conditorei, koffiecorner, croissanterie, broodjeszaak, ijssalon en waarbij de aard en omvang van de bedrijfsactiviteit past binnen een overwegend winkelgebied en deels gebonden is aan c.q. ondersteunend is voor de functie van dat winkelgebied, daarbij lettend op de aard en ligging van andere gebruiksvormen in en het karakter van het gebied;
  • b. Restaurant/ brasserie:
    Een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden - fastfood uitgesloten - die ter plekke worden gebruikt met een in het algemeen gespreide bezoekersfrequentie gedurende een groot deel van de dag en avond en waarbij het verstrekken van drank daaraan ondergeschikt is;
  • c. Fastfood:
    Een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van fastfood (automatieken, snackbars, loketverkoop en fastfoodrestaurants) met een in het algemeen gespreide bezoekersfrequentie gedurende een groot deel van de dag en avond en waarbij het verstrekken van drank daaraan ondergeschikt is;
  • d. Hotel/ pension:
    Een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken daaraan ondergeschikt is;
1.37 Inrichting:

Inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer;

1.38 Internethandel en/of telefonische colportage:

Detailhandel waarbij de verkoop via internet en/of telefonische colportage plaatsvindt en waarbij de via internet gekochte goederen ter plaatse worden afgehaald door particulieren; uitstalling ten verkoop is niet toegestaan;

1.39 Kantoor:

Een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen inrichtingen;

1.40 Kwetsbaar object:

Objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.41 Mobiliteitscentrum:

Een centrum dat gericht is op mobiliteit, waarbinnen de volgende, op de mobiliteit gerichte functies zijn toegestaan:

  • a. Motorbrandstoffenverkooppunt (incl. LPG) en shop;
  • b. Kleinschalige food en non-food detailhandelsvestigingen die zijn gericht op de snelle boodschap van de automobilist zoals bijvoorbeeld mobiele telefonie, postagentschap, bancaire voorzieningen, ruimte voor providers, verkoop van promotieartikelen;
  • c. Mobiliteitsgerelateerde facilitaire diensten;
  • d. Visueel informatiecentrum met e-mail en reclamefaciliteiten;
  • e. Horeca in combinatie met een motel en vergaderruimte;
  • f. Showrooms, autoservice, carwash, autoherstel en autoaccessoires;
1.42 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden

een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.2, lid 1, onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.43 Parkeergebouw:

Gebouw dat voorziet in parkeergelegenheid behorende bij de ter plaatse geldende bestemming;

1.44 Perifere detailhandel:

Detailhandel in auto's, boten, caravans, fietsen, piano's, fitnessapparatuur, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair en woninginrichting waaronder meubels, productiegebonden detailhandel alsmede tuincentra en bouwmarkten, die vanwege de omvang en de aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden; wit- en bruingoed hier niet onder begrepen;

1.45 Pompshop:

Detailhandel in aan motorbrandstof gerelateerde producten danwel detailhandel in producten aansluitend bij de behoefte van de reiziger; supermarkt daar niet onder begrepen;

1.46 Professioneel vuurwerk:

Vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk;

1.47 Reclamemast/ reclamezuil:

Een paal of constructie waaraan reclame-uitingen worden bevestigd;

1.48 Rijbaan

Deel van de rijksweg bestaande uit rijstroken en een vluchtstrook in dezelfde rijrichting;

1.49 Vuurwerkbedrijven:

Inrichtingen waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is;

1.50 Wegas

Het midden van de weg, gevormd door belijning die de scheiding tussen twee rijstroken in dezelfde richting aangeeft;

1.51 Wet ruimtelijke ordening

Wet van 20 oktober 2006, Stb. 2006, 566, zoals gewijzigd bij de Wet van 24 mei 2007, Stb. 2007, 271 (grondexploitatie), inclusief de door de Tweede Kamer op 1 januari 2008 aanvaarde wijzigingen in het kader van de Invoeringswet (TK 2007-2008, 30 938, A);

1.52 Winkelvloeroppervlakte (wvo):

De verkoopruimte, d.w.z. het voor het winkelend publiek toegankelijke deel van (het bruto oppervlak) van een detailhandelsbedrijf of horecabedrijf, inclusief etalages en de ruimte achter toonbanken en kassa's;

1.53 Woning (wooneenheid):

Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.