direct naar inhoud van 4.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Deurningerstraat - Dr. Schaepmanstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0018-0301

4.4 Gemeentelijk beleid

4.4.1 Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) (2009-2013)

In het door de raad vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan worden de uitgangspunten met betrekking tot de waterhuishouding en de riolering beschreven. Voor alle in- en uitbreidingen gelden in principe onderstaande beleidsregels:

  • Het afvalwater (het zwarte afvalwater van toilet, het grijze afvalwater van keuken, wasmachine en douche en het eventuele bedrijfsafvalwater) wordt afgevoerd naar de RWZI middels riolering;
  • Lokale zuivering van dit afvalwater wordt niet duurzaam geacht vanwege de hoge kosten, het grote ruimtebeslag en de te grote risico's voor volksgezondheid en milieu;
  • Het hemelwater wordt zo min mogelijk verontreinigd en komt ten goede aan het lokale water- of grondwatersysteem. Daarbij heeft zichtbare oppervlakkige afvoer de voorkeur boven afvoer door buizen, vanwege het grotere risico op ongewenst lozingsgedrag en foutieve aansluitingen bij buizen;
  • Infiltratie van hemelwater in de bodem via een graspassage is de beste optie omdat hiermee zuivering, retentie en grondwateraanvulling worden gerealiseerd;
  • Bij het ontwerp van het bouwwerk een zodanig samenspel van dakvlakken, dakgoten, regenpijpen en perceelsgoten kiezen dat het water niet in riolen onder de grond hoeft;
  • Bij stedenbouwkundige plannen moet notie worden genomen van het feit dat het water van hoog naar laag stroomt, waarmee water dan een ordenend principe voor het plan is;
  • Goede alternatieven in geval van nauwelijks verontreinigd hemelwater zijn: regenwaterhergebruik op individuele schaal en directe oppervlakkige afvoer naar sloten of vijvers met retentievoorzieningen;
  • Een goed alternatief in geval van bedrijventerreinen met risico op vervuiling is een verbeterd gescheiden rioolstelsel met retentievijvers;
  • Het grondwater wordt zoveel mogelijk aangevuld met schoon infiltrerend water. Te hoge grondwaterstanden in natte winterperioden worden beteugeld met drainage in de openbare weg en eventueel op de kavels zelf. De drainage voert af naar een wadi of naar oppervlaktewater dus niet naar een RWZI. In de bouwwerken wordt vochtoverlast door hoge grondwaterstanden geminimaliseerd door te bouwen zonder kruipruimten en door eventuele kelders waterdicht te maken;
  • Het oppervlaktewater wordt liefst op fraaie wijze geïntegreerd in het stedenbouwkundige plan, zodanig dat het water beleefbaar is en goed te beheren;
  • Per project moet in overleg met de afdeling Wegen, Groen en Water van de gemeente en met het Waterschap Regge en Dinkel worden gezocht naar maatwerk.
4.4.2 Gemeentelijk GroenPlan Hengelo 2010 (GGP)

In het Gemeentelijk GroenPlan Hengelo 2010 (GGP) is de groene hoofdstructuur voor de gemeente Hengelo vastgelegd. "Groen" dient hierbij breed opgevat te worden als landschap, stedelijk groen, natuur, water en recreatief medegebruik. Hoofduitgangspunt is de stad-èn-landbenadering, waarbij gestreefd wordt naar zowel een krachtige stad als een vitaal platteland.

In het groenplan is de samenhang tussen regio, buitengebied, stadsrand, stad en wijk in beeld gebracht. Het GGP richt zich op het hoofdgroen in de stadsrand, stad en wijk. De totale hoofdstructuur in de stad en omgeving bestaat uit een samenhangend netwerk van stadsrandzones, geledingszones tussen de kernen, groene wiggen, groene eilanden, lanen, groene stapstenen (boomgroepen), beken met begeleidend groen en spoordijken.

Het grondwaterbeschermingsgebied Hasselo wordt ingericht als stadspark Weusthag. Dit groenrecreatieve hart van Hengelo staat via een krans van wiggen in verbinding met het buitengebied. Vanuit het noordelijk buitengebied is een wig langs de Beneluxlaan gereserveerd. Een derde wig loopt vanaf de groene Deurningerstraat langs de Binnenveldweg. Deze wig is opgebouwd uit een bos, plas, grote erven en park. In het oosten tenslotte vormt de groenzones langs rijksweg A1 de verbinding tussen Lonnekermeer en Weusthag.

4.4.3 Woonbeleid
4.4.3.1 Preferente partners op een level-playing field

Gemeente en corporatie zijn en blijven natuurlijke partners van elkaar in de ontwikkeling en het beheer van de wijken van Hengelo. Samenwerking tussen gemeente en Welbions leidt ook tot een hoger maatschappelijk rendement aangezien de revenuen van de corporatie bij de ontwikkeling van vastgoed weer in de (sociale) huisvesting in de brede zin des woord worden geïnvesteerd. Als eindverantwoordelijke voor het woonbeleid zal de gemeente echter altijd moeten nagaan met welke partners de gestelde doelen kunnen worden gerealiseerd. In sommige projecten zal Welbions in concurrentie met commerciële ontwikkelaars meedingen naar de ontwikkelingsrechten. In andere gevallen, zoals bij de vernieuwing van bestaande woonwijken, ligt het voor de hand, dat Welbions en gemeente samen plannen ontwikkelen en uitvoeren. Zij zijn immers de belangrijkste vastgoedeigenaren. Met andere woorden: de aard van de opgave bepaalt de wijze waarop partijen samenwerken.

Gemeente
De gemeente heeft als organisatie van oudsher een brede rol. Op het gebied van wonen en wijkontwikkeling is zij verantwoordelijk voor het vormen van goede en gedragen strategische kaders binnen deze beleidsvelden. De rollen die hiermee samenhangen zijn o.a.:

  • publiekrechtelijke autoriteit (toezien op het algemeen belang, vaststellen beleidskaders zoals de Woonvisie en notitie Planning en Programmering woningbouw), opsteller van bestemmingsplannen, vergunningverlener)
  • risicodragend investeerder in (grond)exploitaties
  • investeerder in maatschappelijk vastgoed en sociaal- en economisch wijkkapitaal
  • partner op het gebied van wonen, zorg, werken en leren;
  • beheerder van de openbare ruimte.

Bovenstaande rollen betreffen de rolverdeling op hoofdlijnen. In individuele wijken en projecten zullen afspraken worden gemaakt over rol- en taakverdeling.

4.4.3.2 Bouwen van kwantiteit naar kwaliteit

De gemeente is zich bewust van de veranderingen in de woningmarkt in Twente. Uit het Twents Woningmarktonderzoek 2006 blijkt dat de vraag naar woningen slechts licht zal toenemen en dat er een forse vervangingsopgave is. Dit betekent een verschuiving van kwantiteit (veel en snel bouwen in de uitleggebieden) naar kwaliteit (herstructurering en wijkvernieuwing). Deze verschuiving gaat gepaard met een intensivering van de wijkaanpak. Het streven is om het tempo van sloop-nieuwbouw hoog te houden om de vervangingsopgave het hoofd te kunnen bieden.

4.4.3.3 Projectenboek

In april 2008 heeft de gemeente Hengelo het Convenant Wonen 2008-2013 met Welbions afgesloten. In dit convenant zijn afspraken gemaakt over wat samen te bereiken en hoe dit samen te bereiken. Voor het resultaatgebied "Bouwen: van kwantiteit naar kwaliteit" is specifiek afgesproken dat in het kader van de bedrijfsmatige én beleidsmatige afstemming tussen de gemeente en Welbions het projectenboek als instrument ingezet gaat worden.

De gemeente heeft in 2009 aangegeven welke woningbouwprojecten in Hengelo de komende jaren prioriteit krijgen. Dit is met name van belang in het licht van de geconstateerde veranderingen op de Twentse woningmarkt. Herstructureringsprojecten hebben binnen deze programmering een bijzondere positie en worden in de programmering opgenomen.

Het projectenboek gaat over de investeringen in vijf deelterreinen:

  • Nieuwbouw (nieuwe locaties in of uitbreiding)
  • Herstructurering (bestaand bezit)
  • Wonen voor kwetsbare groepen
  • Maatschappelijk vastgoed (klaverblad)
  • Overige projecten (klaverblad)
4.4.3.4 Kernvoorraad

De gemeente hecht groot belang aan het creëren van een ongedeelde stad en het bereiken van sociaal gedifferentieerde wijken. In Hengelo als geheel moeten voldoende woningen beschikbaar zijn voor de aandachtsgroep. Een ongedeelde stad betekent echter ook dat het aandeel woningen in de kernvoorraad gelijkmatig over de stad is verdeeld. Hengelo streeft ernaar dat er geen concentraties van goedkope of dure woningen zijn in individuele wijken.

Uitgaande van een verwachte ontwikkeling van krimp van de aandachtsgroep geldt voor
de woningvoorraad van de Hengelose corporatie in 2015 het volgende:

  • Het in standhouden van minimaal 8.500 woningen in de kernvoorraad
  • Het in standhouden van minimaal 10.000 woningen in de bereikbare huurklasse

De gemeente volgt eens per twee jaar de inkomensontwikkeling en waarschuwt zodra de
verhouding tussen omvang aandachtsgroep en afgesproken omvang kernvoorraad uit
balans dreigt te raken. Menging van sociale groepen is belangrijk voor de leefbaarheid, integratie en tolerantie. Wensbeeld op wijkniveau is het in stand houden van een kernvoorraad van voldoende omvang met als resultaat een gevarieerde woningvoorraad naar prijsniveau in alle wijken.

Corporaties houden bij verkoop en sloop van huurwoningen rekening met een voldoende omvang van de kernvoorraad per wijk. Dit betekent het volgende:

Wijkpercentage kernvoorraad   Verkoop en sloop kernvoorraad  
> 50%   Extra inzet  
30% - 50%   Regulier, zonder voorwaarden  
20% - 30%   Beperkt, nader motiveren  
< 20%   In principe geen (nader motiveren)  

Ten slotte geldt dat verkoop van corporatiewoningen (middels Te Woon of regulier) alleen gebeurt wanneer de omstandigheden hiervoor geschikt zijn (technische staat woning, financiële draagkracht koper etc.): het gezonde verstand prevaleert.

4.4.3.5 Te woon

Welbions biedt haar klanten zoveel mogelijk keuzemogelijkheden op het gebied van wonen. Ook als het gaat om de keuze tussen het huren of kopen van een woning. Welbions biedt daarom verschillende woningen 'Te Woon' aan. Dat betekent dat u zelf mag kiezen of u een woning wilt kopen of huren. Op die manier kunt u de wijze waarop u wilt wonen zoveel mogelijk afstemmen op uw eigen wensen en mogelijkheden. Deze vorm is aantrekkelijk omdat het voor veel doelgroepen bereikbaar is.

4.4.3.6 Woonruimteverdeling

Na ruim tien jaar volgens de afspraken uit 1994 te hebben gewerkt zijn betrokkenen van
mening dat het gekozen aanbodmodel op zich nog voldoet, maar dat het niet op alle vraagstukken een antwoord biedt. Ook het publiekrechtelijk kader en de daaraan verbonden administratieve verplichtingen, met name het vergunningenstelsel, maakt dat aan de uitvoering van de woonruimteverdeling veel administratieve eisen worden gesteld. Deze eisen verhouden zich niet met een moderne decentrale uitvoering met een lage administratieve druk en een moderne verantwoordingsstructuur.

Uitgangspunten woonruimteverdeling zijn:

  • continuering samenwerking verhuurders
  • handhaven inzichtelijk, transparant en eenvoud binnen het systeem centraal
  • inspelen op de voorkeuren van woningzoekenden en waar mogelijk verruimen
    keuzevrijheid
  • rechtvaardige en doelmatige verdeling van schaarse woningen
  • zorgen voor passende huisvesting voor urgent woningzoekenden
  • optimaal gebruik bestaande woningvoorraad
  • efficiëntie en effectiviteit: eenvoud van regels en regels alleen indien nodig.
4.4.4 Notitie "Een wijk voor iedereen" (2007)

De gemeente Hengelo streeft ernaar een aantrekkelijke stad te zijn voor iedereen, ook voor mensen met een handicap en de steeds groter wordende groep ouderen. Bovendien moet iedereen kunnen meedoen aan de Hengelose samenleving. 'Een zo gewoon mogelijk leven leiden ondanks beperkingen door ouderdom of handicap', vormt de kern van de vermaatschappelijking van de zorg. Dit betekent dat het burgers mogelijk moet worden gemaakt om zelfstandig thuis te (blijven) wonen, ook als zij zorg nodig hebben.

In de notitie "Een wijk voor iedereen" is de visie van de gemeente verwoord over deze ontwikkelingen. De notitie gaat nader in op het begrippenkader, de gemeentelijke ambities en formuleert de uitgangspunten voor de ontwikkeling van zogenaamde woonzorgzones in onze stad. Geformuleerde ambities zijn in steekwoorden: gewoon leven, zorg thuis, scheiden wonen en zorg, voor iedereen en samenwerken.

4.4.5 Nota Autoparkeren (2008-2012)

In december 2008 heeft de gemeenteraad de nieuwe Nota Autoparkeren 2008-2012 vastgesteld. Dit is de visie op het nieuwe parkeerbeleid zoals deze nu is vastgesteld geldt voor heel Hengelo, dus voor het centrum én in de schil- en overige (buiten)gebieden rondom het centrum.

De gemeente Hengelo probeert evenwicht te bereiken tussen enerzijds de parkeervraag en anderzijds de optimale combinatie van bereikbaarheid en leefbaarheid. Uitgangspunt hierbij is een leefbare en bereikbare (binnen)stad door middel van sturend (minder blik op straat), vraagvolgend parkeerbeleid (bewoners), locatie beleid en bevorderen van andere (duurzame) vervoerswijzen zoals openbaar vervoer en fiets (verschuiving in de modal split).

De nieuwe Nota Autoparkeren 2008-2012 heeft de volgende doelen:

  • Bewoners, bezoekers van bewoners en ondernemers en werknemers laten parkeren op de gewenste plaatsen;
  • Een betaalbare en eerlijke verdeling van de schaarse beschikbare openbare ruimte voor elke categorie parkeerder (in de volgorde: bewoner, bezoeker/klant en werknemer);
  • Streven naar geconcentreerde grote parkeerlocaties en dubbel ruimtegebruik waar mogelijk (de juiste plaats voor de juiste prijs voor alle groepen);
  • Oplossingen bieden voor huidige en toekomstige parkeer- en bereikbaarheidsproblemen;
  • Betere geleiding automobiliteit en parkeerdruk beter spreiden;
  • Verminderde groei van de automobiliteit en autogebruik.

Om deze doelen te realiseren is aan deze Nota voor de komende vijf jaar een groot pakket van maatregelen gekoppeld.

Nieuwe parkeernormen behoren ook tot het door de raad vastgestelde parkeerbeleid. De nieuwe parkeernormering is gebaseerd op de parkeerkencijfers zoals deze landelijk zijn uitgegeven door het kennis instituut CROW. De parkeerkencijfers zijn gedifferentieerd naar stedelijkheidsgraad en stadsomvang. Binnen de beschikbare bandbreedte van deze kencijfers is voor de Hengelose situatie een keuze gemaakt tot parkeernormen per stedelijke zone, functie en aandeel bezoekers.

4.4.6 Nota Duurzaam Veilig (2001)

Op het gebied van verkeersveiligheid conformeert de gemeente Hengelo zich aan de afspraken die de gezamenlijke wegbeheerders in 1997 hebben gemaakt, welke zijn vastgelegd in het "Startprogramma Duurzaam Veilig". In de gemeentelijke nota Duurzaam Veilig (2001) zijn de maatregelen vertaald naar de Hengelose situatie.

Fase I van deze nota wordt gekenmerkt door het realiseren van een duurzaam veilig wegennet en is zo goed als afgerond. Verder is de aanpak van VerkeersOngevallen Concentraties (VOC) een belangrijk middel in de strijd tegen de verkeersonveiligheid. Verkeersongevalpunten in de stad worden bij deze aanpak onderzocht en aangepakt. Jaarlijks worden de VOC's geactualiseerd.

In Fase II zijn verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding terugkerende onderwerpen. De verkeerseducatieprogramma's die in de regio en in Hengelo worden uitgevoerd, staan beschreven in het rapport "RUP gedragsbeïnvloeding: op weg naar een permanente verkeerseducatie in Zuid-Twente (periode 2004-2006)". De programma's zijn onderverdeeld naar de verschillende doelgroepen en leeftijdscategorieën en worden jaarlijks opnieuw vastgesteld.

4.4.7 Prostitutiebeleid (2004)

Als algemeen uitgangspunt wordt aangegeven dat het regionaal afgestemde lokale prostitutiebeleid in Twente vanuit een integrale benadering wordt opgezet. De trekkersrol voor wat betreft de regulering en de handhaving ligt bij het lokale bestuur. Aspecten van volksgezondheid, veiligheid, leefbaarheid en handhaving spelen daarbij zeker een rol. Met betrekking tot de handhaving spitst het beleid zich vooral toe op de (te verwachten) mate van overlast bij de verschillende vormen van prostitutie en de kans op het plegen van strafbare feiten.

De thans aanwezige seksinrichtingen in Hengelo worden positief bestemd waarbij verdere uitbreiding van het aantal seksinrichtingen wordt uitgesloten. In het plangebied Deurningerstraat - Dr. Schaepmanstraat is geen seksinrichting aanwezig.

4.4.8 Toegankelijkheid

Het te hanteren beleid aangaande toegankelijkheid is weergegeven in de nota Verleiden, verplichten en voorthelpen. Bevordering toegankelijkheid gebouwen en omgeving (2007). Dat is een verdieping van het Bouwbesluit. Dit beleid is gebaseerd op toepassing van de NEN 1814 en de meest recente uitgave CROW (richtlijn integrale toegankelijkheid openbare ruimte).

Voor het waarborgen van dit beleid dient dit in alle fasen van bouw en ontwikkeling van gebouwen, waaronder woningen, en buitenruimte te worden meegenomen.

4.4.9 Welstandsnota

Per 18 mei 2004 is de welstandsnota in de gemeente Hengelo van kracht geworden. Gezien de grote inpact van deze herontwikkelingslocatie en de specifieke eisen, die hieraan gesteld moeten worden is het van groot belang naast het bestemmingsplan ook een beeldkwaliteitsplan op te stellen en tegelijkertijd goed te keuren. De welstandscommissie toetst op basis van dit beeldkwaliteitplan de ingediende bouwplannen.

In het door de gemeenteraad vastgestelde 'plan Oldenzaalsestraat-Groothuis' wordt het stedenbouwkundige plan en het beeldkwaliteit toegelicht. Ook dit gebouw moet voldoen aan de omschreven criteria. Er wordt gesproken van baksteenarchitectuur; een platte kap; en architectuur die op de derde laag afwijkend is. Het gebouw dient een bebouwingsaccent te zijn waarvan de gevels de wandvorming van beide straten versterken. De kopgevel van het gebouw grenst niet direct aan de opnbare ruimte maar is omgeven door een groenstrook. De kavelgrens met de belendende percelen wordt gevormd door een groene erfafscheiding. De meeste van de bestaande kunnen worden ingepast in de nieuwe situatie.

4.4.10 Beleid Duurzame Ontwikkeling 2006-2010

De beleidsnota Duurzame Ontwikkeling 2006-2010 heeft als doel om Duurzame Ontwikkeling expliciet op de agenda van de ontwikkeling van Hengelo te plaatsen, en daarmee een bijdrage te leveren aan de kwaliteitsambitie van de gemeente. Het beleidsplan geeft het algemene kader weer voor duurzame ontwikkeling binnen de gemeente Hengelo. Jaarlijks wordt hier een uitvoeringsplan aangekoppeld.