direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijk-/landschappelijke structuur Boeldershoek en omgeving
Plan: Bestemmingsplan Boeldershoek 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0012-0302

3.2 Ruimtelijk-/landschappelijke structuur Boeldershoek en omgeving

Landschappelijke structuur omgeving

Het gebied direct rond de Boeldershoek maakt deel uit van het Oost-Nederlandse dekzandlandschap met als kenmerk het onderscheid tussen jonge en oude ontginningen. Het gebied heeft een beperkte recreatieve functie als uitloopgebied van Hengelo en Enschede. De lokale natuurwaarden zijn beperkt vanwege de ligging aan het industrieterrein en de begrenzing door de A35. De directe omgeving van de Boeldershoek wordt, met aan de oostzijde het buurtschap Twekkelo, gekenmerkt door smalle bochtige wegen en kavelgrenzen (oude ontginningen), een grote dichtheid aan verspreid liggende lijnvormige beplantingselementen, verschillende beekjes en een veelal geconcentreerde bebouwing. Dit gebied maakt een kleinschalige indruk, met ruimtematen die kleiner zijn dan 10 hectare.

Het gebied ten westen van de Boeldershoek (jonge ontginningen) wordt gekenmerkt door een meer geometrisch patroon van wegen en verkaveling en een verspreid voorkomende bebouwing. In deze gebiedsdelen komen minder beplantingselementen voor dan in het oostelijk deel, wel staan er een aantal kleine bosjes. Dit gedeelte van de omgeving is minder kleinschalig dan het gebied Twekkelo. De ruimtematen variƫren van circa 10 tot 25 hectare. De landschappelijke betekenis van het gebied aan de westzijde van de Boeldershoek is daardoor beperkt vergeleken met Twekkelo en het gebied ten zuiden van de A35. Deze laatste twee gebieden maken deel uit van de provinciale ecologische hoofdstructuur (PEHS), een Europees netwerk van natuurgebieden. De EHS is de basis van het Nederlandse natuurbeleid en heeft tot doel de Nederlandse natuurwaarden te stabiliseren. Dergelijke gebieden mogen dan ook zo min mogelijk aangetast worden. EHS-gebieden zijn extra gevoelig voor invloeden van buitenaf.

Om het groene karakter van de Boeldershoek richting haar omgeving te waarborgen is in 1990 een beplantingsplan opgesteld. Dit beplantingsplan geeft de groene structuur van de Boeldershoek tijdens het storten weer en het geeft het gewenste eindbeeld van de Boeldershoek wanneer het storten beƫindigd is.

Bestaande landschappelijke en stedenbouwkundige structuur en inpassing Boeldershoek

De ligging van de Boeldershoek in haar omgeving laat zich momenteel als volgt karakteriseren en beschrijven:

  • aan de oostzijde is het Twence-terrein nauwelijks zichtbaar vanuit de omgeving. De beplanting ontneemt het zicht op de AVI en in mindere mate ook op de stortlobben;
  • vanuit het noorden is de AVI goed zichtbaar. De AVI is door de vormgeving en kleurstelling beeldbepalend voor Twence. Dit gebouw heeft kwaliteit en moet zichtbaar blijven. Het moet niet 'weggestopt' worden achter een groen scherm van beplanting;
  • zuidelijk van de afvalverwerking Boeldershoek, parallel aan het terrein, loopt de A35. De stortlob vormt een zelfstandig element in het landschap en bepaalt het beeld vanaf de snelweg. De AVI is vanaf de snelweg net zichtbaar boven de stort, evenals de schoorsteen, dit geldt tevens voor de BEC;
  • aan de westzijde van de Boeldershoek liggen agrarische gronden. Noordwestelijk van die gronden is industrieterrein Twentekanaal ontwikkeld. Langs de Oude Hengelosedijk staat een laanbeplanting. Op een enkel bosje en erfbeplanting na heeft het gebied een vrij open karakter. De AVI is goed zichtbaar vanuit dit gebied, evenals de overige bebouwing op het terrein.

Vanaf de snelweg wordt het kleinschalige karakter van het landschap ervaren; open 'kamers' en bosjes wisselen elkaar af. Ter hoogte van het terrein Boeldershoek grenst een open 'kamer' aan de snelweg. Vanaf deze open 'kamer' zijn stortlob 3 en de AVI zichtbaar. Daar waar opgaand groen langs de snelweg staat, zijn de AVI en de BEC niet of nauwelijks zichtbaar. Aan de zuidzijde van het terrein is sprake van visuele afscherming door beplanting en stortlobben. De stortlob verstoort niet het groene karakter van het gebied, maar maakt juist deel uit van het landschappelijke beeld. De AVI is een beeldbepalend gebouw (het 'visitekaartje' van Twence) die gezien mag worden.

Het oostelijk deel van het terrein Boeldershoek is op een landschappelijke/natuurlijke wijze ingericht. De stortlobben zijn omzoomd door natuurlijk ingericht groen met inheemse soorten, dat aansluit op het kleinschalige landschap. Door de beplanting wordt het terrein Boeldershoek vrijwel geheel onttrokken aan het oog.

De westzijde van het terrein daarentegen is open en de AVI is goed zichtbaar. Vanwege de uitstraling mag het gebouw gezien worden. De stortlob is strak afgewerkt en heeft steile hellingen. Aan de westzijde van het terrein is het niet gewenst om de elementen op het terrein 'weg te stoppen' achter een groen scherm. Het open karakter moet hier juist gehandhaafd blijven. Wordt er echter voor gekozen om wel beplanting aan te brengen op het westelijk deel van het terrein, dan dient dit een cultuurlijk karakter te krijgen, aansluitend op de verschijningsvorm van de bebouwing en de stortlob. Dit kan bereikt worden door bijvoorbeeld soortkeuze of door de bomen in een raster te plaatsen. Op deze wijze kent het terrein Boeldershoek een overgang van natuurlijk (oost) naar cultuurlijk (west).