direct naar inhoud van Artikel 11 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Bedrijventerrein Twentekanaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0009-0301

Artikel 11 Verkeer - Verblijfsgebied

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'brug' tevens voor bruggen tevens ten behoeve van een vaarweg, met de daarbij behorende voorzieningen;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. voet- en fietspaden;

met tevens ondergeschikt:

  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. fietsenstallingen;
  • h. water en voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  • i. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen (keurzone), uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. standplaatsen op grond van de Standplaatsenverordening en de Marktverordening van de gemeente Hengelo;
  • l. kademuren, voorzieningen ten behoeve van het laden en lossen van goederen ten behoeve van de aangrenzende bestemming Water - Vaarweg;
  • m. kunstwerken;

met de daarbij behorende:

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Op of in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen als bedoeld in 11.2.2 en 11.2.3 en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan, die ten dienste staan van deze bestemming.

11.2.2 Standplaatsen

Op deze gronden mogen standplaatsen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. voor de standplaats dient een vergunning te zijn afgegeven op grond van de Standplaatsenverordening en de Marktverordening van de gemeente Hengelo;
  • b. de bebouwde oppervlakte per standplaats mag niet meer dan 15 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen.
11.2.3 Nutsvoorzieningen

Binnen deze bestemming mogen nutsvoorzieningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepaling:

  • a. voor gebouwen van openbaar nut, zoals voorzieningen voor telecommunicatie, water- en energiedistributie geldt, dat de bebouwde oppervlakte niet meer dan 10 m² en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter mag bedragen.
11.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. kunstobjecten en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mogen maximaal 7,5 meter hoog zijn;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer ter plaatse van de aanduiding 'brug' niet meer dan 16 meter bedragen;
  • c. de hoogte van geluidwerende voorzieningen mag niet meer dan 10 meter bedragen.
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen.
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Afwijken bouwen binnen de keurzone

Burgemeester en wethouders zijn bij het verlenen van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde onder 11.1 onder h. en toestaan dat binnen 5 meter aan weerszijden van de watergang wordt gebouwd, mits toestemming is verkregen van de beheerder van de watergang.

11.4 Nadere eisen
11.4.1 Stellen van nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4.2 Procedure nadere eisen

Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 11.4.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in artikel 29.2 van het plan.

11.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo wordt in ieder geval begrepen het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bij het verlenen van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 11.5 voor het toestaan van de opslag van goederen.