direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: `t Weusthag
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0008-0301

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Omgevingsvisie

De opvolger van het Streekplan Overijssel 2000+, de Omgevingsvisie Overijssel (2009), schetst de visie, de beleidskeuzes en de uitvoeringsstrategie op de fysieke leefomgeving van Overijssel. De Omgevingsvisie richt zich uitsluitend op het provinciaal belang. Het vizier is daarbij gericht op 2030. De ambitie van Overijssel is om een vitale samenleving tot ontplooiing te laten komen in een mooi landschap. Een samenleving, waarin alle Overijsselaars zich thuis voelen en participeren. Met bloeiende steden als motoren voor cultuur en werkgelegenheid, ingebed in een landschap waarin wonen, natuur, landbouw en water elkaar versterken.

Om de ambitie te kunnen bereiken moet worden ingezet op de volgende thema's:

  • 1. Woonomgeving: Aantrekkelijke en gevarieerde woonmilieus, die voorzien in de woonvraag. Niet van toepassing op dit bestemmingsplan.
  • 2. Economie en vestigingsklimaat: Een vitale en zichzelf vernieuwende regionale economie, met voldoende en diverse vestigingsmogelijkheden voor kennisintensieve maakindustrie en MKB. Niet van toepassing op dit bestemmingsplan.
  • 3. Natuur: Behoud en versterking van de rijkdom aan plant- en diersoorten (biodiversiteit). Het plangebied ligt op een afstand van 2,5 kilometer van de EHS bij Delden en het Natura 2000 gebied bij het Lonnekermeer. Daarnaast is het bestemmingsplan 't Weusthag conserverend van aard en maakt geen ontwikkelingen mogelijk die effect hebben op een beschermd gebied.
  • 4. (Binnen-)steden en landschap: Behoud en versterken van de verscheidenheid en identiteit van (binnen-)stedelijke kwaliteit en mooie landschappen in het buitengebied. Binnen 't Weusthag worden geen grootschalige ontwikkelingen toegestaan; het bestaande landschap wordt hierdoor niet aangetast.
  • 5. Bereikbaarheid: Een vlotte veilige reis over weg, water, spoor en per fiets van en naar stedelijke netwerken en streekcentra binnen en buiten Overijssel. Het bestemmingsplan is conserverend van aard, waardoor het plan geen consequenties heeft voor de bereikbaarheid.
  • 6. Watersysteem en klimaat: Watersystemen met goede ecologische en chemische kwaliteit, die goed voorbereid zijn op de lange termijn gevolgen van klimaatbeheersing en veilig zijn. In het plangebied ligt waterwinlocatie Hasselo. Ter bescherming van het grondwater worden gebiedsaanduidingen opgenomen om de kwaliteit van het grondwater te waarborgen.
  • 7. Veiligheid en gezondheid: Veilig, gezond en schoon kunnen wonen, werken, recreĆ«ren en reizen. Het bestemmingsplan is conserverend van aard, waardoor het plan geen consequenties heeft voor de veiligheid en gezondheid.
  • 8. Energie: Een betrouwbare en veilige energievoorziening met beperking van uitstoot broeikasgassen. Het bestemmingsplan is conserverend van aard, waardoor het plan geen consequenties heeft voor de energievoorzieningen.
  • 9. Ondergrond: Balans behouden tussen gebruik en bescherming van de ondergrond. Binnen 't Weusthag zijn middel en hoge verwachtingswaarden aanwezig. Het gebruik van deze is gronden is mogelijk mits aangetoond wordt dat de archeologisch waarden niet onevenredig worden geschaad.

Tegelijk met de omgevingsvisie is op 1 juli 2009 de Omgevingverordening Overijssel vastgesteld. De omgevingsverordening is het instrument om het beleid uit de omgevingsvisie te laten doorwerken.

3.2.2 Omgevingsverordening Overijssel 2009

De Omgevingsverordening Overijssel 2009 (hierna: 'Omgevingsverordening') wordt ingezet voor die onderwerpen waarvoor de provincie eraan hecht dat de doorwerking van het beleid van de Omgevingsvisie juridisch geborgd is. De verordening voorziet ten opzichte van de Omgevingsvisie niet in nieuw beleid en is daarmee dus beleidsneutraal. De inzet van de verordening als juridisch instrument om de doorwerking van provinciaal beleid af te dwingen is beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen.

De Omgevingsverordening heeft de status van:

  • Ruimtelijke verordening in de zin van artikel 4.1. Wet ruimtelijke ordening
  • Milieuverordening in de zin van artikel 1.2. Wet milieubeheer
  • Waterverordening in de zin van de Waterwet
  • Verkeersverordening in de zin van artikel 57. Van de Wegenwet en artikel 2A. van de Wegenverkeerswet.

Binnen de stedelijke laag valt het plangebied onder "woonwijken 1955 - nu". Als ontwikkelingsperspectief geldt hier "woonwijk". Onderhavig plan wijkt niet af van het genoemde ontwikkelingsperspectief. Aan de andere principes wordt ook voldaan.

Uit de "Functiekaart water" wordt duidelijk dat het plangebied in een grondwaterbeschermingsgebied (Hasselo) ligt. De bescherming van het grondwatergebied is vastgelegd in de Omgevingsverordening. De Omgevingsverordening bepaalt in artikel 2.13.3 dat voor locaties in grondwaterbeschermingsgebieden en intrekgebieden bestemmingsplannen dienen te voorzien in een aanduiding voor grondwaterbeschermingsgebieden en intrekgebieden waarbij alleen functies worden toegestaan die harmoniƫren met de functie voor de drinkwatervoorziening.

In paragraaf 4.1 wordt nader ingegaan op de watersituatie en de wijze waarop daarmee in dit plan wordt omgegaan.