direct naar inhoud van Artikel 24 Waarde - Aardkundig waardevol
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0007-0301

Artikel 24 Waarde - Aardkundig waardevol

24.1 Bestemmingomschrijving

De voor 'Waarde - Aardkundig waardevol' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van aardkundige waarden.

24.2 Bouwregels
  • a. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de instandhouding en bescherming van aardkundige waarden;
  • b. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in 24.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid.
24.3 Ontheffing van de bouwregels
24.3.1 Ontheffing bouwwerken

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing te verlenen van het bepaalde in 24.2 onder a. indien op basis van onafhankelijk deskundig onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de aardkundige waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de ontheffing regels te verbinden.

24.3.2 Procedure ontheffing

Op de voorbereiding van een besluit tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 24.3.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in artikel 39.3 van het plan.

24.4 Aanlegvergunning
24.4.1 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming Waarde - Aardkundig waardevolzonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het ophogen, afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
    • 2. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
    • 3. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
    • 4. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
  • b. De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod als bedoeld in 24.4.1 onder a. geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien mede op basis van onderzoek is aangetoond dat de aardkundige waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
  • c. Het verbod, als bedoeld in 24.4.1 onder a., is niet van toepassing indien:
    • 1. op basis van onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen aardkundige waarden aanwezig zijn;
    • 2. de werken of werkzaamheden:
      • mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning of een ontgrondingvergunning;
      • reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
      • behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
      • ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
24.4.2 Procedure aanlegvergunning

Op de voorbereiding van een besluit tot het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 24.4.1 is het bepaalde in artikel 39.4 van toepassing.

24.5 Wijzigingsbevoegdheid
24.5.1 Wijziging dubbelbestemming

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:

  • de dubbelbestemming Waarde - Aardkundig waardevol geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat:
      • a. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
      • b. de wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.
24.5.2 Procedure wijziging

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging als bedoeld in artikel 24.5.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in artikel 39.1 van het plan.