direct naar inhoud van Artikel 22 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0007-0301

Artikel 22 Leiding - Hoogspanningsverbinding

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van ondergrondse hoogspanningsverbindingen.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

22.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 meter bedragen.
22.3 Nadere eisen
22.3.1 Stellen van nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de ligging van leidingen en de daarmee verbonden veiligheidsaspecten nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van bouwwerken;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
22.3.2 Procedure nadere eisen

Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 22.3.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in artikel 39.2 van het plan.

22.4 Ontheffing van de bouwregels
22.4.1 Verlenen van ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 22.2.2 en toestaan dat bouwwerken ten behoeve van mede op deze gronden liggende bestemming(en) mogen worden opgericht, mits:

  • hiertegen uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de bouwvergunning door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Voorts zijn de regels van toepassing van de mede op deze gronden liggende bestemming(en).
22.4.2 Procedure ontheffing

Op de voorbereiding van een besluit tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 22.4.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in artikel 39.3 van het plan.

22.5 Aanlegvergunning
22.5.1 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden op de tot Leiding - Hoogspanningsverbinding bestemde grond, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen:
    • 1. het diepwoelen, diepploegen, verlagen, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem;
    • 2. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen, waaronder rietbeplanting, en het bebossen van gronden;
    • 3. het aanbrengen van verhardingen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.
  • b. Het in 22.5 onder a. vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
    • 1. welke betreffen het normale onderhoud en beheer van de leiding;
    • 2. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
    • 3. die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.
  • c. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 22.5 onder a. zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de leiding ontstaat of kan ontstaan;
  • d. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder 22.5 onder a. wordt het advies ingewonnen van de leidingbeheerder.
22.5.2 Procedureregels

Op de voorbereiding van een besluit tot het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 22.5.1 is het bepaalde in artikel 39.4 van toepassing.