direct naar inhoud van 5.2 Flora en fauna
Plan: Backenhagenlaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0004-0301

5.2 Flora en fauna

De Flora- en faunawet voorziet in de bescherming van een aantal planten- en diersoorten. Centraal hierbij staat de zorgplicht. Dit houdt in dat iedereen 'voldoende zorg' in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. In de praktijk betekent dit dat bepaalde handelingen ten aanzien van dieren en planten slechts onder strikte voorwaarden mogelijk zijn. Ten behoeve van de planrealisatie kan het dan ook nodig zijn om ontheffing aan te vragen in verband met de (voorgenomen) overtreding van de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet. Tijdens het plannen van de werkzaamheden dienen de volgende zaken in kaart gebracht te worden:

  • Welke beschermde planten- en diersoorten komen in en nabij het plangebied voor;
  • Leidt het realiseren van het plan of uitvoering van de geplande werkzaamheden tot handelingen die in strijd zijn met de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet;
  • Kunnen het plan of de voorgenomen werkzaamheden zodanig worden aangepast dat dergelijke handelingen niet of in mindere mate gepleegd worden;
  • Is om de plannen te kunnen uitvoeren of de werkzaamheden te kunnen verrichten een ontheffing (ex. artikel 75 van de Flora- en faunawet) vereist?

Ecologisch advies bureau Meulenbroek heeft een quickscan flora- en fauna uitgevoerd ten behoeve van het onderhavige bouwplan te Hengelo. De bevindingen zijn vastgelegd in het rapport quickscan flora- en faunawet Backenhagenlaan Hengelo van januari 2009. Uit dit rapport kunnen de volgende conclusies worden getrokken.


Op het terrein zijn nu geen beschermde dier- en plantensoorten aangetroffen. Zoals nadrukkelijk gesteld in het rapport is gesteld, is vanwege het seizoen waarin het onderzoek is uitgevoerd, geen absolute garantie te geven dat dit voor alle seizoenen geldt. Gezien het ruige, voedselrijke karakter van de vegetatie zijn zeldzame, beschermde plantensoorten niet te verwachten. In de bomen en in het struweel van het plantsoen zullen in het seizoen zonder meer diverse algemeen voorkomende vogels broeden. Het voorkomen van specifieke soorten wordt zeker niet hoog ingeschat.


Ten aanzien van vleermuizen geldt het volgende. Kleinere, algemeen voorkomende soorten vleermuizen als Dwergvleermuis zullen ongetwijfeld in de buurt zomerverblijfplaatsen vinden en het terrein, met name rond de bomen als foerageerplaats gebruiken. De twee zwaardere platanen hebben zover waarneembaar geen geschikte holte of spleet voor een vleermuisverblijfplaats.

In het plangebied staan enkele esdoorns en sierkersen. Deze bomen worden nader geïnventariseerd en op hun kwaliteit beoordeeld. Waardevolle bestaande bomen worden zo mogelijk ingepast, waarbij bescherming van de groeiplaats tijdens de bouw wel vereist is. Er wordt hiervoor een aanvullend groeiplan opgesteld.


Het aspect flora- en fauna vormt daarmee geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkelingen.