direct naar inhoud van 4.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Backenhagenlaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0004-0301

4.4 Gemeentelijk beleid

4.4.1 Gemeentelijk waterplan (2006)

Het Waterplan Hengelo "Kleurrijk waterbeheer" is in 2006 door de gemeenteraad vastgesteld. Het waterplan beschrijft hoe de gemeente in de komende 25 jaar haar verantwoordelijkheid neemt in het regionale watersysteem en geeft richting aan de ontwikkeling van stedelijk water in Hengelo. Het waterplan onderscheidt 3 sporen waarlangs de gemeente en het waterschap Regge en Dinkel invulling gaan geven aan deze verantwoordelijkheid;

  • 1. Het herstel van de Hengelose beken;
  • 2. Het gescheiden houden van schone en vuile waterstromen ( afkoppelen van hemelwater);
  • 3. Het oplossen van grondwateroverlast.

Ad. 1 Grote delen van de Hengelose beken zijn niet meer zichtbaar omdat ze verduikerd zijn. Met name herstructureringsprojecten bieden kansen deze beken weer zichtbaar te maken en weer integraal onderdeel te laten uitmaken van de openbare ruimte.

Ad. 2 Schoon hemelwater wordt niet meer op de gemengde riolering geloosd maar wordt zichtbaar afgevoerd naar oppervlaktewater. In het gebied wordt voldoende waterberging aangelegd, het liefst in de vorm van wadi's omdat deze tevens een zuiverende werking hebben.

Ad. 3 In het kader van de Wet Gemeentelijke Watertaken (per 1/1/2008) heeft de gemeente een verbrede zorgplicht t.a.v. het oplossen van structurele grondwateroverlast.

Naast deze drie manieren is een belangrijke rol weggelegd voor communicatie en educatie. De nadruk ligt hierbij op kijken en doen. Te denken valt aan het uitzetten van fiets- en wandelroutes langs de beken en het aanleggen van een waterspeelplaats of waterkunstwerk. Ook is een lespakket over water aan de basisscholen aangeboden.

Het waterplan is door de besturen van het waterschap Regge en Dinkel en de gemeente Hengelo vastgesteld.

4.4.2 Nota Wonen (2004)

De rol van de gemeente wordt ingevuld op drie niveaus:

  • bovenlokale afstemming van woonbeleid (bijvoorbeeld in de Netwerkstad en de Regio);
  • stedelijk beleid, stedelijke vernieuwing, stedelijke programmering, herstructurering en andere interventies;
  • wijkgerichte programmering van projecten en maatregelen binnen beleidskaders en visies op de wijk.

Het woonbeleid van de gemeente verschuift van sturen naar stimuleren, faciliteren en committeren. De woningbouwwoningcorporaties en hulp-/zorginstellingen zijn onze partners waarmee we samenwerken om de gestelde doelstellingen te bereiken.

  • 1. Bereiken van een betere balans tussen vraag en aanbod op het gebied van wonen.
  • 2. Ontwikkelen van de stad en de woongebieden met een zorgvuldig ruimtegebruik.
  • 3. Ontwikkelen van woongebieden met een eigen identiteit en kwaliteit, een complementair woningbouwprogramma, hoge ruimtelijke en milieu kwaliteit en veiligheid.
  • 4. Toename van het aandeel koopwoningen in de woningvoorraad tot 55% in 2010.
  • 5. Herstructurering van (naoorlogse) wijken met een grote fysieke en sociale achterstand.
  • 6. Het bevorderen van het wonen in de binnenstad.
  • 7. Het waarborgen van het aanbod betaalbare huurwoningen in de woningvoorraad; met name in herstructureringswijken.
  • 8. Voldoende aanbod aan kavels voor particulier opdrachtgeverschap (individueel en collectief).
  • 9. Ontwikkelen van woonservicegebieden
  • 10. Zorgen voor voldoende beschermde woonvormen voor kwetsbare groepen i.v.m. extramuralisering.
  • 11. Vergroten aan fysieke toegankelijkheid van woningen en woonomgeving

Het onderhavige plan betreft een plan aangaande stedelijke vernieuwing. Verder komt de voorstelde ontwikkeling overeen met vijf van de elf doelstellingen die opgesteld staan in de nota wonen. Hiermee kan geconcludeerd worden dat het plan past binnen het gemeentelijke woonbeleid.

4.4.3 Nota Autoparkeren (2008-2012)

In december 2008 heeft de gemeenteraad de nieuwe Nota Autoparkeren 2008-2012 vastgesteld. Dit is de visie op het nieuwe parkeerbeleid zoals deze nu is vastgesteld geldt voor heel Hengelo, dus voor het centrum én in de schil- en overige (buiten)gebieden rondom het centrum.

De gemeente Hengelo probeert evenwicht te bereiken tussen enerzijds de parkeervraag en anderzijds de optimale combinatie van bereikbaarheid en leefbaarheid. Uitgangspunt hierbij is een leefbare en bereikbare (binnen)stad door middel van sturend (minder blik op straat), vraagvolgend parkeerbeleid (bewoners), locatie beleid en bevorderen van andere (duurzame) vervoerswijzen zoals openbaar vervoer en fiets (verschuiving in de modal split).

De nieuwe Nota Autoparkeren 2008-2012 heeft de volgende doelen:

  • Bewoners, bezoekers van bewoners en ondernemers en werknemers laten parkeren op de gewenste plaatsen;
  • Een betaalbare en eerlijke verdeling van de schaarse beschikbare openbare ruimte voor elke categorie parkeerder (in de volgorde: bewoner, bezoeker/klant en werknemer);
  • Streven naar geconcentreerde grote parkeerlocaties en dubbel ruimtegebruik waar mogelijk (de juiste plaats voor de juiste prijs voor alle groepen);
  • Oplossingen bieden voor huidige en toekomstige parkeer- en bereikbaarheidsproblemen;
  • Betere geleiding automobiliteit en parkeerdruk beter spreiden;
  • Verminderde groei van de automobiliteit en autogebruik.

Om deze doelen te realiseren is aan deze Nota voor de komende vijf jaar een groot pakket van maatregelen gekoppeld.

Nieuwe parkeernormen behoren ook tot het door de raad vastgestelde parkeerbeleid. De nieuwe parkeernormering is gebaseerd op de parkeerkencijfers zoals deze landelijk zijn uitgegeven door het kennis instituut CROW. De parkeerkencijfers zijn gedifferentieerd naar stedelijkheidsgraad en stadsomvang. Binnen de beschikbare bandbreedte van deze kencijfers is voor de Hengelose situatie een keuze gemaakt tot parkeernormen per stedelijke zone, functie en aandeel bezoekers.

Op basis van de uitgangspunten en randvoorwaarden van de gemeente Hengelo voor het project Backenhagenlaan te Hengelo is de parkeernorm bepaald. De gemeente heeft gerekenend met 20 senioren appartementen en 13 grondgebonden woningen. Hierbij zijn ze uitgegaan van 1 parkeerplaats per seniorenappartement en 1,6 parkeerplaats per grondgebonden woning. De parkeernorm leidt er toe dat er 41 parkeerplaatsen moeten worden aangelegd. De parkeernorm is hier dan (20 x 1)+(13x1,6)=41 parkeerplaatsen.

In totaal worden 52 parkeerplaatsen gerealiseerd, dus kan geconcludeerd worden dat het plan voldoet aan de parkeernorm die gesteld is in de uitgangspunten en randvoorwaarden van de gemeente Hengelo.

4.4.4 Structuurvisie Hengelo 2030 (2007)

Op 3 juli 2007 heeft de gemeenteraad de structuurvisie Hengelo 2030 vastgesteld. Het bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo voor de lange termijn. In de structuurvisie Hengelo 2030 wordt op basis van een beschrijving van de kernkwaliteiten, de historie, de maatschappelijke tendensen en de ambities een samenhangende en integrale uitwerking van een nieuwe koers voor Hengelo naar 2030 neergezet. De keuzes die daarbij zijn gemaakt zijn het inzetten op de sterke punten van de stad en te gaan van groei naar kwaliteit. Dat betekent nauwelijks meer uitbreiding, maar inbreiding en functiemenging in bestaand stedelijk gebied en het investeren in het omringende landschap. Deze koers brengt een vijftal kernopgaven met zich mee:

  • 1. Versterking van de economische structuur;
  • 2. Een binnenstad voor ontmoetingen;
  • 3. De sociale opgave;
  • 4. Het landschap de stad in;
  • 5. Ruimtelijke kwaliteit;

Om deze opgaven uit te voeren is een viertal kernprojecten geformuleerd. Eén ervan is stadsranden, waarin het Gezondheidspark valt. Het Gezondheidspark moet een ruimtelijke, ecologische en recreatieve overgang vormen tussen stad en landschap, waarbij een goede verhouding tussen groen,
water en verstedelijking het uitgangspunt is.

Onderhavig plan betreft een inbreidingslocatie en daarmee past het plan binnen het beleid van de gemeente.

4.4.5 Wijkplan Noord 2005-2008

In stedenbouwkundig wordt gesproken over het opwaarderen van de huurwoningvoorraad. Aandachtspunten daarbij zijn:

  • bij het bouwen van koopwoningen extra aandacht schenken aan betaalbare prijzen voor de middeninkomens (goedkope koop);
  • bij nieuwbouw voorrang geven aan woningen in het middensegment, zodat er door doorstroming meer woningen beschikbaar komen;
  • zorgen dat meer nieuwbouwwoningen voldoen aan de eisen van toegankelijkheid en levensloopbestendigheid.

In het onderhavige plan worden (huur)woningen gerealiseerd in het middensegment en past daarmee in de uitgangspunten van het wijkplan.

4.4.6 Bomenverordening 2007

In de Bomenverordening worden het kappen, verplanten en vormsnoeien (van vrij opgegroeide kronen) geregeld. Bij kap van vergunningplichtige bomen moet gecompenseerd worden. Er is een toetsingssysteem voor grote bomen ontwikkeld, waardoor bomen in de ruimtelijke ordening volwaardig meetellen. Bij stedebouwkundige plannen worden alle bestaande bomen geïnventariseerd en gewaardeerd. Zo kan de waarde van een boom goed afgewogen worden tegen andere ruimtelijke wensen. Kortom: bomen worden nooit zomaar gekapt; over iedere boom wordt altijd goed nagedacht. Voor bijzondere bomen en bomen op bouwplaatsen gelden strenge beschermingsmaatregelen.

4.4.7 Bereikbaarheid hulpdiensten en veiligheid

Fysieke veiligheid en brandweer

Fysieke veiligheid betreft de bescherming van mens, dier en milieu tegen (de gevolgen van) daadwerkelijke incidenten, ongelukken en rampen. Wanneer de fysieke veiligheid in gevaar komt, is directe hulpverlening vaak noodzakelijk. Door het vooraf treffen van de juiste infrastructurele, bouwkundige en technische maatregelen kunnen ongelukken zoveel mogelijk worden voorkomen of kan in geval van een incident zo goed mogelijk hulp worden geboden. Een goede bereikbaarheid van gebieden evenals de aanwezigheid van voldoende bluswater is een voorwaarde voor een snelle hulpverlening. Een goede bereikbaarheid van inwoners van een wijk is ook nog op een andere manier van belang. In geval van een zwaar ongeval of ramp is het noodzakelijk om de bevolking in de omgeving zo snel mogelijk te kunnen informeren en adviseren ('ramen en deuren sluiten'). Via het sirenenet kan de bevolking worden bereikt en erop worden geattendeerd om de radio of televisie in te schakelen (de zogenaamde 'rampenzender').

Bluswatervoorziening

Om branden te kunnen blussen maakt de brandweer doorgaans gebruik van de blusstof 'water'. Water is een eerste levensbehoefte van de brandweer. Om in geval van een brand voldoende bluswater beschikbaar te hebben of te krijgen moeten van tevoren maatregelen getroffen worden. Deze maatregelen worden aangeduid als 'de bluswatervoorziening'.

Sinds 1999 is voortdurend overleg met de waterleidingbedrijven om de balans te vinden tussen het leveren van kwalitatief goed drinkwater en bluswater. De kwaliteitseisen zijn echter zodanig dat de brandkraan op het drinkwaterleidingnet als bluswatervoorziening niet meer mogelijk is. In de periode 2005 tot 2007 is onderzoek gedaan naar de bluswatervoorziening door de regio's Twente, Ijssel-Vecht en Friesland. Dit onderzoek is uitgewerkt in het Sahara rapport .

Concreet is er behoefte aan met name een bluswatervoorziening bij branden welke met het lage-druk-systeem worden bestreden. Als norm wordt 120 m3/uur voor één tankautospuit gehanteerd. Voor de eerste bluswatervoorziening (bestrijden met hoge-druk) kan worden volstaan met een 15m3 tankwagen. Deze doet tevens dienst als buffer bij opschaling. Anno 2007 staan we aan het begin van een herziening van de benodigde bluswatervoorziening.

Voor een goede bluswatervoorziening wordt op basis van het Sahara rapport de regel 1000m/1000m3 aangehouden. Dit houdt in een vijver, beek e.d. op een maximale onderlinge afstand van 1000m. Uit dit oppervlaktewater dient minimaal 1000m3 water door de brandweer te kunnen worden onttrokken.

Voor het plan Backenhagen (en ook het plan 't Rot) is een bluswatervoorziening nodig volgens het principe van 1000m/1000m3. De vijver aan de havenzatelaan kan hieraan voldoen. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat een goede opstelplaats voor brandweervoertuigen wordt gerealiseerd. Dit zodat de brandweer met haar materieel water uit de vijver kan halen. Beoordeeld moet worden of de vijver voldoende waterdiepte heeft en een zodanig peil dat altijd minstens 1000m3 water beschikbaar is.

Bereikbaarheid


Aan de hand van een analyse van enige honderden branden in woningen in Nederland zijn gegevens verkregen over de relatie tussen de opkomsttijd van de brandweer en het verloop (en de gevolgen) van branden. In de Handleiding brandweerzorg (Ministerie van Binnenlandse Zaken, Directie Brandweer, 1992) zijn de resultaten opgenomen van onderzoek naar de relatie tussen opkomsttijd en de volgende onderwerpen:

  • De ontwikkeling van schade;
  • De kans op dodelijke slachtoffers; en
  • De kans op het slagen van reddingen.

Kort samengevat blijkt de opkomsttijd van de brandweer sterk van invloed te zijn op de schade die ontstaat bij brand, de kans op dodelijke slachtoffers door brand en op het slagen van reddingen bij brand. Een vergelijkbaar verhaal is van toepassing op hulpverleningen (verkeers- en bedrijfsongevallen met veelal beknellingen) en voor ongevalbestrijding. Ook hiervoor geldt: de kortste opkomsttijd geeft de grootste kans op het beperken van het aantal, het overleven en het herstel van slachtoffers.

Een goede bereikbaarheid van branden en ongevallen heeft een belangrijke invloed heeft op de effectiviteit van het brandweerwerk en daarmee op de veiligheid van de burgers. Onder een goede bereikbaarheid wordt verstaan dat gebouwen, binnen de hiervoor gestelde brandweerzorgnormen , te bereiken zijn via minstens twee onafhankelijke wegen.

De bereikbaarheid van het verzorgingsgebied wordt samengevat gekenmerkt en gewaarborgd door:

1. Het hanteren van uitrukroutes (vrije routes voor hulpverleningsdiensten)

2. Positionering van kazernes ten opzichte van de objecten en het gebruik van deze objecten

Voor het verzorgingsgebied van Hengelo worden uitrukroutes gehanteerd waarin minimale verkeersremmende maatregelen zijn opgenomen zodat de vrije doorgang van de brandweer is gewaarborgd. Deze routes worden vastgesteld en bijgesteld in het brandweerbeleidsplan.

De omvang van het verzorgingsgebied bepaalt de locatie van de kazernes. In Hengelo en Borne wordt overdag vanuit de centrumkazerne Hengelo en vanuit post Borne uitgerukt. In de avond- nacht- en weekendsituatie wordt ook vanuit post Hengelo Noord uitgerukt. Het verzorgingsgebied en de daarbij gehanteerde opkomsttijden wordt vastgelegd in het operationeel dekkingsplan van de regio Twente en is onderdeel van het brandweerbeleidsplan.

Voor het plan Backenhagen, maar ook de andere ruimtelijke plannen in de Sterrenbuurt geldt dat de Havezatenlaan, de Herinckhavenlaan, de Neptunusstraat,de Castorweg, de Landmansweg en Saturnusstraat als (hoofd)uitrukroutes gelden. Dat houdt in dat deze wegen voldoende breed moeten zijn. Verkeersremmende maatregelen mogen niet leiden tot een langere rijtijd van de hulpverleningsdiensten. Belangrijk is dat voor deze wegen een tweezijdige onsltuiting mogelijk is bij calamiteiten.

Zelfredzaamheid

Na melding van een incident duurt het enige tijd voordat de hulpverlening daadwerkelijk hulp kan bieden. Gedurende die minuten zijn de mensen in het plangebied op zichzelf aangewezen. Essentieel is dat mensen zichzelf tijdig in veiligheid kunnen brengen. De zelfredzaamheid van mensen hangt af van de aard van risico's in het gebied, eventuele schuilmogelijkheden maar vooral ook de gesteldheid van de mensen zelf. De bewoners (gebruikers) van het plangebied kunnen de zelfredzaamheid vergroten door vooraf ontruimingsplannen en dergelijke op te stellen. Ook trainingen om kleine incidenten zelf aan te pakken kan een wezenlijke bijdrage leveren. Zo wordt wellicht voorkomen dat kleine incidenten kunnen uitgroeien tot grote calamiteiten.

Voor alarmering van de bevolking bij grote calamiteiten wordt gebruik gemaakt van het Wijk-Alarmering-Systeem (WAS) Dit systeem is beperkt aangezien niet bij iedere calamiteit het wenselijk is deuren en ramen te sluiten. Het WAS wordt tot 2017 door het Rijk ondersteund. Aanvullend werkt men aan nieuwe vormen voor het alarmeren van de bevolking.

Het was systeem heeft een beperkte werking. Behalve het waarschuwingsignaal is een snelle informatievoorziening gewenst als vervolg op een alarmering. Vooral de informatievoorziening in de kantoren, scholen en woongebouwen in de nabijheid van het spoor bij mogelijke incidenten op spoor behoeft extra aandacht.

In de brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer van 7 februari 2006 (kenmerk 2005-0000213163) wordt het waarschuwingsbeleid bij incidenten, rampen en crisis toegelicht. In deze brief worden ook nieuwe ontwikkelingen aangehaald, zoals het sturen van een SMS-bericht naar alle mobiele telefoons binnen het bereik van één of meer zendmasten ("Cell Broadcasting"). Deze en andere voorzieningen kunnen bijdragen bij aan de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied.

Het plan Backenhagen valt binnen de dekking van het wijkalarmeringsysteem (WAS). Andere methoden om de bevolking te alarmeren zijn anno 2008 nog in ontwikkeling.

4.4.8 Nota duurzaam veilig (2001)

Op het gebied van verkeersveiligheid conformeert de gemeente Hengelo zich aan de afspraken die de gezamenlijke wegbeheerders in 1997 hebben gemaakt, welke zijn vastgelegd in het "Startprogramma Duurzaam Veilig". In de gemeentelijke nota Duurzaam Veilig (2001) zijn de maatregelen vertaald naar de Hengelose situatie.

Fase I van deze nota wordt gekenmerkt door het realiseren van een duurzaam veilig wegennet en is zo goed als afgerond. Verder is de aanpak van VerkeersOngevallen Concentraties (VOC) een belangrijk middel in de strijd tegen de verkeersonveiligheid. Verkeersongevalpunten in de stad worden bij deze aanpak onderzocht en aangepakt. Jaarlijks worden de VOC's geactualiseerd.

In Fase II zijn verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding terugkerende onderwerpen. De verkeerseducatieprogramma's die in de regio en in Hengelo worden uitgevoerd, staan beschreven in het rapport "RUP gedragsbeïnvloeding: op weg naar een permanente verkeerseducatie in Zuid-Twente (periode 2004-2006)". De programma's zijn onderverdeeld naar de verschillende doelgroepen en leeftijdscategorieën en worden jaarlijks opnieuw vastgesteld.

Een belangrijke bijdrage in de uitvoering van verkeersveiligheidscampagnes wordt in Hengelo al jaren achtereen geleverd door de vrijwilligers van VVN. In hun werkplan worden jaarlijks activiteiten en projecten beschreven die de afdeling Hengelo wil initiëren en uitvoeren. De nadruk van de projecten is gericht op educatie en gedragsbeïnvloeding. Omdat verkeersveiligheid duurzaam dient te zijn, vereist het een integrale benadering. Andere beleidsterreinen zoals ruimtelijke ordening, mobiliteit, infrastructuur, voorlichting, onderwijs en welzijn beïnvloeden de verkeersveiligheid.

Op basis van de uitgangspunten en randvoorwaarden uit de Nota Duurzaam Veilig is besloten dat de Backenhagenlaan wordt ingericht als zijnde een erftoegangsweg binnen de bebouwde kom. Erftoegangswegen hebben als functie het veilig toegankelijk maken van percelen binnen een verblijfsgebied. Feitelijk betekent dit dat de Backenhagenlaan deel uitmaakt van een 30 km/uur zone, dat o.a. wordt gekenmerkt door bebording en verkeersmaatregelen.