direct naar inhoud van 5.3 Bodemkwaliteit
Plan: "Wijziging Leemkampweg 3 Marle"
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0163.WPBULEEMKAMPWEG3-VG01

5.3 Bodemkwaliteit

Bij de vaststelling van een wijzgingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze aspecten optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd.

5.3.1 Algemeen

In opdracht van inititatiefnemer van het Rood voor rood project aan de Leemkampweg 3 te Marle is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een terreindeel ter grootte van circa 600 m2. De aanleiding voor het bodemonderzoek is de voorgenomen nieuwbouw van een woning ter vervanging van de bestaande, te slopen bebouwing.

Het terrein is beschouwd als niet verdacht. In totaal zijn er 6 boringen verricht, waarvan één tot 2.30 meter diepte. Er is één boring afgewerkt tot peilbuis. Gebleken is dat de bodem voornamelijk bestaat uit matig fijn, zwak tot matig siltig, niet tot zwak humeus zand. Er zijn plaatselijk bodemvreemde materialen waargenomen. Het freatische grondwater is in peilbuis 1 aangetroffen op 1.72 meter min maaiveld. Het verkennend bodemonderzoek is bijgevoegd in Bijlage 1.

5.3.2 Resultaten chemische analyses

Op basis van de resultaten van de chemische analyses kan het volgende worden geconcludeerd:

  • de bovengrond is zeer licht verontreinigd met zink;
  • de ondergrond is niet verontreinigd;
  • het grondwater is zeer licht verontreinigd met barium.

5.3.3 Hypothese

De hypothese "onverdachte locatie" dient te worden verworpen, aangezien enkele overschrijdingen van de achtergrond- en streefwaarden zijn aangetoond.

5.3.4 Conclusies & aanbevelingen

In de bovengrond en in het grondwater zijn enkele zeer lichte verontreinigingen aangetoond. Aangezien de tussenwaarden niet worden overschreden, is er geen reden om een nader onderzoek uit te voeren. De ondergrond is niet verontreinigd.

Op basis van het historisch vooronderzoek kan gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Door de veldwerker zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen.

Uit milieukundig oogpunt is er geen bezwaar tegen de voorgenomen bestemmingsplanwijziging en nieuwbouwplannen, aangezien de vastgestelde zeer lichte verontreinigingen geen risico's voor de volksgezondheid opleveren. De bodem wordt geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik (wonen met tuin).