direct naar inhoud van 4.3 Gemeentelijk beleid
Plan: "Wijziging Leemkampweg 3 Marle"
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0163.WPBULEEMKAMPWEG3-VG01

4.3 Gemeentelijk beleid

4.3.1 Beleidskader Rood voor Rood

De gemeenten hebben de taak gekregen om binnen de provinciale kaders gemeentelijk beleid rondom Rood voor Rood te formuleren. De gemeente Hellendoorn kiest ervoor maximaal gebruik te maken van de mogelijkheden die het instrument Rood voor Rood biedt. Het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in de breedste zin van het woord staat hierbij voorop. Hiertoe is er een inhoudelijk, procedureel en kwaliteitskader ontwikkelt op basis van het provinciaal uitvoeringskader. Dit kader betreft de beleidsnotitie 'Vrijkomende gebouwen in het buitengebied'. Deze notitie is door de gemeenteraad vastgesteld op 6 juli 2006.

Het hoofddoel van de kaders voor rood voor rood in de gemeente Hellendoorn is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied. De realisatie van dit doel vindt plaats door de sloop van landschapontsierende agrarische bedrijfsgebouwen en door verbeteringen van de ruimtelijke kwaliteit. Wanneer minimaal 850 m2 aan voormalige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, mag hiervoor een nieuwe burgerwoning worden opgericht. De meerwaarde uit verkoop van een bouwkavel na aftrek van de kosten moet geïnvesteerd worden in een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.

Een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit kan op verschillende manieren plaatsvinden. Veelal betreft het een verbetering van de landschapsstructuur maar deze kan ook op andere wijze vorm worden gegeven. Voor het geval de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit niet in zijn geheel op de locatie kan plaatsvinden, heeft de gemeente Hellendoorn een zogenaamd reserve rood voor rood ingesteld. De reserve rood voor rood bestaat uit een gemeentelijke reserve die wordt gevuld door initiatiefnemers die zelf niet de (gehele) bijdrage aan ruimtelijke kwaliteit kunnen realiseren op het eigen erf of de plaats van de compensatiekavel. Bij deze gevallen zal het gedeelte van de meerwaarde, die niet in ruimtelijke kwaliteit is geïnvesteerd, worden gestort in de reserve rood voor rood.

Het 'rood voor rood-beleid' is overgenomen in het in 2009 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied 2009. Hiertoe is een wijzigingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders in de regels opgenomen.

Zoals uit deze toelichting blijkt, kan aan gestelde eisen en randvoorwaarden worden voldaan.

4.3.2 Bestemmingsplan Buitengebied 2009 gemeente Hellendoorn

De visie voor het Reggedal zoals verwoord in het bestemmingsplan Buitengebied 2009 behelst het volgende: Bij het oude landschap met escomplexen en kampengebieden gaat het om behoud van de open akkercomplexen, veelal omgeven door houtwallen, en zonodig de aanpak van de onderhoudstoestand van beplantingen in de kampengebieden. De gemeente is voorstander van accentuering van de oude wegen langs de essen en ley- en dodenwegen door middel van beplanting. Dit geldt ook voor de zandwegen (uiteraard met oog voor de ontsluitingsmoeilijkheden van aanwonenden) en perceelgrenzen. Het behoud van de zandwegen is essentieel voor de (cultuurhistorische) kwaliteit van het landschap en daarmee voor de recreatieve aantrekkelijkheid. Voor het Reggedal wordt aangepast graslandbeheer met beekbegeleidende graslanden, aanleg van poelen en herstel van de verlande Regge-armen gestimuleerd. Behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden (steilranden, oude Regge-armen) in de overgang naar de oude landschappen is van belang.

De in dit wijzigingsplan besloten ontwikkeling sluit naadloos aan bij deze gewenste ontwikkelingsrichting. Door voor het gebied kenmerkende landschapselementen te behouden en te versterken gaat het nieuwe erf goed op in het omliggende waardevolle oude cultuurlandschap. De bestaande indeling van het erf is zeer waardevol en kenmerkend voor de streek. Middels het opgestelde ruimtelijke kwaliteitsplan blijft de kenmerkende compacte streekeigen erfstructuur (erfensemble) behouden.

4.3.3 Landschapsbeleidsplan gemeente Hellendoorn

Kernpunten beleid:

Het landschapsbeleidsplan Hellendoorn 2000 gaat specifiek in op de ontwikkeling van het landschap van de gemeente. In het landschapsbeleidsplan komen enkele specifieke landschappelijke aspecten aan bod. Het betreft:

  • Behoud van open akkerbouwcomplexen, omgeven door houtwallen;
  • Geen beplanting langs wegen over es en langs perceelsgrenzen op de es;
  • Aandacht voor erfbeplantingen (overigens wordt geen streefbeeld of beplantingsprincipe aangegeven); Behoud en versterking van landgoederen;
  • Geen boomkwekerijen in het Reggedal en de enken en essen.

Middels het opgesteld ruimtelijke kwaliteitsplan (welke onder andere een beplantingsplan bevat) blijven de voor het gebied kenmerkende landschapselementen behouden en worden deze alsmede versterkt. Hierdoor gaat het nieuwe erf goed op in het omliggende waardevolle oude cultuurlandschap. Kortheidshalve wordt verwezen naar Hoofdstuk 3 waarin onder andere het beplantingsplan wordt beschreven.

4.3.4 Welstandsnota gemeente Hellendoorn

Op grond van de Welstandsnota gemeente Hellendoorn valt het plangebied onder het deelgebied 'Stroomdal van de Regge' (gebied 16).

afbeelding "i_NL.IMRO.0163.WPBULEEMKAMPWEG3-VG01_0014.png"

Figuur 4.5: Deelgebied 'Stroomdal Regge' en welstandscriteria (Bron: Welstandsnota gemeente Hellendoorn)

Voor dit gebied geldt een beleid van respecteren. Bij toekomstige veranderingen in het huidige bebouwingsbeeld zal erop worden toegezien dat dekenmerkende eigenschappen behouden blijven. De bebouwing zal zich in het landschap moeten inpassen, waarbij recht wordt gedaan aan de huidige karakteristiek van de bebouwingsclusters, terwijl de architectuur refereert aan die van de bestaande boerderijen en schuren. Tevens gelden voor dit gebied een aantal welstandscriteria zoals op figuur 4.5 te zien is.

De bestaande indeling van het erf is zeer waardevol en kenmerkend voor de streek. De nieuwe woning en het nieuwe bijgebouw zijn geplaatst op de locatie van één van de te slopen schuren en op de plaats van de oude boerderij. De oude boerderij is altijd het middelpunt van het erf geweest. Deze taak wordt in de toekomst overgenomen door het nieuwe (gezamenlijke) bijgebouw. De ligging en de nokrichting zijn hetzelfde als de oude boerderij. De nokrichting van de nieuwe woning volgt ook de nokrichting van de te slopen schuur. Hierdoor blijft de kenmerkende compacte streekeigen erfstructuur (erfensemble) behouden. Als bijkomend voordeel zorgt het nieuwe bijgebouw voor optimale privacy tussen de bestaande woning en nieuwe woning.