direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Wijzigingsplan Broekweg 36 te Daarle
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0163.WPBUBROEKWEG36-VG01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen,
  • b. beroep aan huis,
  • c. niet-agrarische nevenactiviteiten als bedoeld in artikel 1, onder 1.26, binnen eenzelfde bestemmingsvlak tot een gezamenlijke brutovloeroppervlakte van 300 m2 binnen bestaande voormalige bedrijfsgebouwen,
  • d. tuinen en erven.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen,
  • b. bijgebouwen en overkappingen, waaronder begrepen hobbykassen, dierenverblijven en soortgelijke gebouwen,
  • c. andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.

3.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. binnen elk bestemmingsvlak mag het aantal woningen niet meer bedragen dan één;
  • b. woningen mogen als zodanig uitsluitend worden gebouwd op de bestaande plaats;
  • c. de inhoud van een woning, althans het hoofdgebouw, mag niet meer bedragen dan 750 m³ of niet meer dan bestaande inhoud indien die meer dan 750 m³ bedraagt;
  • d. de goothoogte en bouwhoogte van een woning mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 10 m of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte indien deze meer bedragen dan 3,5 m en 10 m;
  • e. bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op ten minste 1 m achter het verlengde van de voorgevel van de betreffende woning;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van bij eenzelfde woning behorende bouwvergunningplichtige bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 100 m2 bedragen of niet meer dan de bestaande oppervlakte indien die meer dan 100 m2 bedraagt, met dien verstande dat vervangende nieuwbouw van bijgebouwen en overkappingen maximaal 250 m2 van de bestaande oppervlakte mag betreffen;
  • g. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen, niet zijnde woningen, en overkappingen mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte indien deze meer bedragen dan 3 m en 6 m;
  • h. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
    bouwwerken   max. bouwhoogte  
    erf- of perceelafscheidingen op ten minste 1 m achter de
    voorgevelrooilijn  
    2 m  
    pergola's   3 m  
    overige erf- of perceelafscheidingen   1 m  
    overige andere bouwwerken   10 m  
  • i. in voorkomend geval Artikel 6, lid 6.3 (Afstanden tot wegen).

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijkingsbevoegdheid bouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1, onder c, voor zover betreft het gebruik van bestaande voormalige bedrijfsgebouwen, ten behoeve van het bouwen van gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten mag binnen eenzelfde bestemmingsvlak niet meer dan 300 m2 bedragen;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m;
  • c. vooraf dient vast te staan dat een brutovloeroppervlakte aan bestaande voormalige bedrijfsgebouwen die gelijk is aan de brutovloeroppervlakte van de gebouwen waarvoor ontheffing wordt verleend, wordt gesloopt.

3.3.2 Afwijkingsbevoegdheid bouwen woning op andere plaats

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.2.2, onder b, ten behoeve van het bouwen van een woning op een andere plaats binnen het betreffende bestemmingsvlak dan de bestaande plaats, mits:

  • a. niet dichter bij de weg dan op de bestaande plaats, en
  • b. de bedrijfsvoering van nabijgelegen bedrijven niet onevenredig wordt aangetast.

3.3.3 Afwijkingsbevoegdheid ten behoeve van de situering van bijgebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.2.2, onder e, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen op minder dan 1 m achter het verlengde van de voorgevel van de betreffende woning en vóór de voorgevel van de betreffende woning, mits:

  • a. daardoor geen onaanvaardbare gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen, en
  • b. per geval wordt voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

3.3.4 Afwijkingsbevoegdheid oppervlakte bijgebouwen met saneringsvoorwaarde

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.2.2, onder f, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen en overkappingen tot een oppervlakte van meer dan 250 m2, in geval de oppervlakte van de bestaande, niet voor bewoning bestemde gebouwen op de bij de betreffende woning behorende gronden meer bedraagt dan 250 m2, met dien verstande dat van dat meerdere:

  • a. 25% als maximum oppervlakte geldt voor de in de afwijking begrepen bijgebouwen en overkappingen, en
  • b. 3 m2 dient te worden gesloopt, voor elke vierkante meter oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen waarvoor bij een omgevingsvergunning wordt afgeweken.

3.3.5 Afwijkingsbevoegdheid ten behoeve van het vergroten van de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.2.2, onder h, ten behoeve van het bouwen van erf- of perceelafscheidingen tot een bouwhoogte van 2 m, tot aan en vóór de voorgevelrooilijn, mits:

  • a. daardoor geen onaanvaardbare gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen, en
  • b. de erf- of perceelafscheidingen overwegend doorzichtig worden gebouwd.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Afwijkingsbevoegdheid ten behoeve van het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten aan huis en vergroting bijgebouwen en overkappingen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, ten behoeve van het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten aan huis, en in sublid 3.2.2, onder f, ten behoeve van het daartoe vergroten van de oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen,

met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. uitsluitend zijn toegestaan bedrijfsmatige activiteiten die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1, danwel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving;
  • b. in de omgeving van de betreffende woning mag geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreden;
  • c. de bedrijfsactiviteiten mogen door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het landelijk karakter van de omgeving niet onevenredig aantasten;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van de bij de desbetreffende woning behorende bijgebouwen en overkappingen mag maximaal 150 m² bedragen, mits de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak bedraagt.