Plan: | Reggeweg-Dorpsstraat te Hellendoorn |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0163.REGDORP-VG01 |
In het plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Reggeweg-Dorpsstraat te Hellendoorn' met identificatienummer NL.IMRO.0163.REGDORP-VG01 van de gemeente Hellendoorn;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een onderdeel van een hoofdgebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm, alsmede bijgebouwen die aan het hoofdgebouw of de aan- of uitbouw zijn verbonden en een directe toegang hebben tot het hoofdgebouw of de aan- of uitbouw;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak of het bestemmingsvlak indien daarin geen bouwvlak voorkomt, uitgedrukt in een percentage van deze oppervlakte van dat bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak;
een bouwlaag waarvan het vloerniveau (nagenoeg) ter hoogte van het aansluitende peil ligt;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een gebouw dat of een overkapping die in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergoten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van het bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
onder peil;
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omsloten;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel en parenclub al of niet in combinatie met elkaar;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
de denkbeeldige lijn die voorgevels van gebouwen en indien (nog) geen gebouwen aanwezig zijn, de voorgevelbouwgrenzen verbindt;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit;
het gehuisvest zijn in een woning;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten en berekend:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, voor zover in de regels een goothoogte is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op dakkapellen en op ondergeschikte dakvlakken;
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen:
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Behoudens het bepaalde in lid 3.4, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en in de voor 'Bos' bestemde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 3.3 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van de aanleg van parkeervoorzieningen, zoals haaksparkeren, tot een maximum van 5% van het bestemmingsvlak.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, voorzieningen voor technische installaties, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels en uitbouwen met een oppervlakte van 4 m² of kleiner en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de bouwgrens bedraagt.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van het bepaalde in lid 5.1, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of zomerhuis;
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ten behoeve van de appartementen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, voorzieningen voor technische installaties, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels en uitbouwen met een oppervlakte van 4 m² of kleiner en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de bouwgrens bedraagt.
De voor 'Wonen - Karakteristiek' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen en/of overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde, gelden de volgende regels:
Zowel voor lid 7.2.1 als 7.2.2 geldt dat de aangeduide maatvoering niet van toepassing is op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, mansardekappen, dakkapellen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, voorzieningen voor technische installaties, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels en uitbouwen met een oppervlakte van 4 m² of kleiner en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de bouwgrens en/of voorgevel bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1, onder g voor het veranderen van de bestaande uitwendige hoofdvorm van hoofdgebouwen mits de karakteristiek van de bebouwing zoals weergegeven in de "Inventarisatie karakteristieke panden in Hellendoorn" (Bijlage 3), niet onevenredig wordt aangetast, dan wel bij nieuwbouw de karakteristieke stedenbouwkundige uitstraling niet onevenredig wordt aangetast door deze verandering en wordt aangesloten bij de omliggende karakteristiek van bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1, onder g en toestaan dat de goot- en bouwhoogte worden vergroot ten behoeve van een gedeeltelijke kapverhoging over de volledige breedte van de kap van het hoofdgebouw voorzover deze wordt gebouwd op het dakvlak dat afloopt naar de achtergevel van het hoofdgebouw en 1 m uit de achtergevel van de woning wordt gebouwd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van het bepaalde in lid 7.1 waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of zomerhuis.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 voor kleinschalige bedrijfsactiviteiten ten behoeve van een aan een woning gebonden kleinschalig bedrijf met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.5.1 voor het in gebruik nemen van een aanbouw of bijgebouw als (tijdelijke) zelfstandige wooneenheid met dien verstande dat de afwijking alleen wordt verleend, wanneer de aanbouw of het bijgebouw wordt gebruikt ten behoeve van mantelzorg.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders gebouwen te slopen, die zijn vermeld in de in Bijlage 3 bij deze regels opgenomen "Inventarisatie karakteristieke panden in Hellendoorn".
Een omgevingsvergunning voor het slopen wordt slechts verleend indien ofwel aannemelijk is gemaakt dat herbouw in dezelfde of een ter plaatse passende nieuwe stedenbouwkundig straatbeeld zal plaatsvinden, dan wel indien er, naar het oordeel van Burgemeester en wethouders, geen mogelijkheid is om verval van het karakteristieke bouwwerk tegen te gaan.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot het met het bestemmingsplan strijdig bouwen van gebouwen wordt in elk geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende regels van het plan en toe te staan dat:
De afwijkingen worden niet toegepast indien:
Het bestemmingsplan verzet zich tegen het gebruik van de gronden als seksinrichting.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor het wijzigen van het gebruik dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor motorvoertuigen op het eigen terrein dat bij het bouwwerk of terrein waarvoor vergunning wordt verleend, behoort. Daarbij moet worden voorzien in parkeergelegenheid overeenkomst de normering als vermeld in Bijlage 1 "Nota parkeernormen - herziene uitgave 2021" vastgesteld door de raad op 11 december 2012. Indien deze "Nota parkeernormen - herziene uitgave 2021" wordt gewijzigd, moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
Indien de bestemming van een bouwwerk of een terrein aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte voor het laden of lossen van goederen moet, bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor het wijzigen van het gebruik, op het eigen terrein worden voorzien in voldoende ruimte voor het laden en lossen.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2 ten behoeven van normen voor het parkeren overeenkomstig de flexibiliteit en uitzonderingen uit de "Nota parkeernormen - herziene uitgave 2021" vastgesteld op 11 december 2012 door de raad van de gemeente Hellendoorn.
Indien deze "Nota parkeernormen - herziene uitgave 2021" wordt gewijzigd, moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.3 en toestaan dat in minder dan voldoende laad- en losgelegenheid wordt voorzien, indien aangetoond wordt dat de parkeerdruk niet onevenredig toeneemt en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, dient te worden voorzien in voldoende infiltratie van hemelwater conform de eisen gesteld in het beleidsplan "Samenleven met water 2021-2025, gemeente Hellendoorn" zoals opgenomen als Bijlage 4 bij de regels van het voorliggende bestemmingsplan. De regels hiertoe zijn vermeld in bijlage 1 van het beleidsplan "Handleiding watertoets 2020". Indien de betreffende regels gedurende de planperiode wijzigen, gelden de gewijzigde regels.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Reggeweg-Dorpsstraat te Hellendoorn' van de gemeente Hellendoorn.