direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijventerrein - Industrie
Plan: Bedrijventerrein Broeklanden
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.BV00007-VG01

Artikel 3 Bedrijventerrein - Industrie

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven genoemd in de categorieën 1 tot en met 3.1 van de bij de regels behorende Staat van bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
  • b. bedrijven genoemd in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de bij de regels behorende Staat van bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
  • c. bedrijven genoemd in de categorieën 1 tot en met 4.1 van de bij de regels behorende Staat van bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
  • d. bedrijven genoemd in de categorieën 1 tot en met 4.2 van de bij de regels behorende Staat van bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';
  • e. bestaande bedrijven, voor zover deze niet vallen onder a tot en met d;

en daaraan ondergeschikte:

  • f. verkeer en verblijfsvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen en water;
  • i. openbare nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • j. het gebied ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watergebonden is bedoeld voor bedrijven die voor wat betreft hun aan- en afvoer van goederen in overwegende mate afhankelijk zijn van het vervoer over het water en ter plaatse maximaal 15% van het aanduidingsvlak kan worden ingericht voor water met aanlegfaciliteiten voor beroepsvaart.

Onder de bedrijfsactiviteiten zijn het vervaardigen en/of de opslag van vuurwerk, anders dan ten behoeve van consumentenverkoop, niet begrepen.

In de bestemming zijn niet toegestaan:

  • risicovolle inrichtingen;
  • geluidzoneringsplichtige inrichtingen op grond van de Wet geluidhinder, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - geluidzoneringsplichtige inrichtingen';
  • m.e.r.-plichtige en m.e.r.-beoordelingsplichtige inrichtingen, anders dan bestaande bedrijven als bedoeld in lid 3.1, sub e;
  • zelfstandige kantoren;
  • detailhandel anders dan groothandel en bestaande detailhandel.
3.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen, met uitzondering van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer- en verblijfsvoorzieningen, gelden de volgende regels:
  • 1. de gebouwen mogen de rooilijn niet overschrijden;
  • 2. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 5 m, dan wel ten minste de afstand van het bestaande gebouw tot de zijdelingse perceelgrens indien deze minder bedraagt;
  • 3. de afstand tot het hart van het kanaal Almelo-De Haandrik bedraagt ten minste 50 m;
  • 4. op ieder bouwperceel dient voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's te zijn aangebracht ten behoeve van de bedrijfsvoering ter plekke;
  • 5. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduidingen 'bedrijf tot en met categorie 3.1' en 'bedrijf tot en met categorie 3.2' bedraagt niet meer dan 12 m;
  • 6. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduidingen 'bedrijf tot en met categorie 4.1' en 'bedrijf tot en met categorie 4.2' bedraagt niet meer dan 20 m.

  • b. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:
  • 1. de inhoud bedraagt per gebouwtje niet meer dan 30 m³, dan wel niet meer dan de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt;
  • 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt.

  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
  • 1. de bouwhoogte van schoorstenen en antennes bedraagt niet meer dan 30 m;
  • 2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt niet meer dan 15 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • parkeervoorzieningen;

bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.2, sub a, onder 1:

met dien verstande dat de afstand tot de perceelgrens ten minste 1 m bedraagt;

  • b. lid 3.2, sub a, onder 2:

met dien verstande dat de afstand tot naast liggende bebouwing ten minste 1 m bedraagt;

  • c. lid 3.2, sub a, onder 3:

met dien verstande dat:

  • 1. het waterstaatsbelang en het veiligheidsbelang in acht wordt genomen;
  • 2. de kanaalbeheerder wordt gehoord;
  • d. lid 3.2, sub a, onder 4:

en toestaan dat de parkeer- of stallingsruimte beperkt wordt, indien in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte;

  • e. lid 3.2, sub a, onder 5 en 6:

voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte over ten hoogste 50% van de bebouwde oppervlakte wordt verhoogd met ten hoogste 5 m indien dat uit oogpunt van bedrijfsvoering dan wel architectuur noodzakelijk is;

  • f. lid 3.2, sub c:

voor het verhogen van de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen met maximaal 15%.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:

  • 1. opslag voor de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • 2. detailhandel anders dan de detailhandel als genoemd in de bestemmingsomschrijving;
  • 3. laad- en losactiviteiten aan de zijde van de Duitslandweg.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
  • 1. lid 3.4 en lid 3.1, sub a:

voor het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in categorie 1 tot en met 3.1 van de Staat van bedrijven, maar die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 3.1 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;

  • 2. lid 3.4 en lid 3.1, sub a:

voor het toestaan van bedrijven genoemd in categorie 3.2 van de Staat van bedrijven, die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met categorie 3.1 kunnen worden gelijkgesteld;

  • 3. lid 3.4 en lid 3.1, sub b:

voor het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in categorie 1 tot en met 3.2 van de Staat van bedrijven, maar die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 3.2 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;

  • 4. lid 3.4 en lid 3.1, sub b:

voor het toestaan van bedrijven genoemd in categorie 4.1 van de Staat van bedrijven, die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met categorie 3.2 kunnen worden gelijkgesteld;

  • 5. lid 3.4 en lid 3.1, sub c:

voor het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in categorie 1 tot en met 4.1 van de Staat van bedrijven, maar die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 4.1 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;

  • 6. lid 3.4 en lid 3.1, sub c:

voor het toestaan van bedrijven genoemd in categorie 4.2 van de Staat van bedrijven, die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met categorie 4.1 kunnen worden gelijkgesteld;

  • 7. lid 3.4 en lid 3.1, sub d:

voor het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in categorie 1 tot en met 4.2 van de Staat van bedrijven, maar die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 4.2 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;

  • 8. lid 3.4 en lid 3.1, sub d:

voor het toestaan van bedrijven genoemd in categorie 5.1 van de Staat van bedrijven, die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met categorie 4.2 kunnen worden gelijkgesteld;

  • 9. lid 3.4 en 3.1, sub e:

voor het toestaan van een bedrijf ter plaatse van een bestaand bedrijf als bedoeld in lid 3.1, sub e dat naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar minder effecten sorteert dan, dan wel gelijkwaardig is aan het bestaande bedrijf;

en met dien verstande dat voor zover een bedrijf in een hogere categorie van de Staat van bedrijven voorkomt dan volgens het gestelde in lid 3.1 is toegestaan, de aanvrager van de omgevingsvergunning dient aan te tonen dat het betreffende bedrijf, naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, kan worden gelijkgesteld met de bedrijven die volgens lid 3.1 zijn toegestaan.

  • b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 en 3.1 voor het toestaan van risicovolle inrichtingen en vuurwerkopslag, indien is aangetoond dat er geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten binnen de plaatsgebonden risicocontour (op grond van het Bevi of Vuurwerkbesluit) ligt of deze ook daarbinnen niet zijn te verwachten alsmede het groepsrisico niet in belangrijke mate worden verhoogd.

  • c. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 en 3.1 voor het toestaan van perifere detailhandel uitsluitend indien het een aanvulling betreft op het reeds aanwezige assortiment waarin niet binnen het winkelcentrum van Hardenberg of andere daarvoor bestemde gebieden in Hardenberg en directe omgeving (zoals bedrijventerrein Haardijk), kan worden voorzien.