direct naar inhoud van Artikel 21 Waarde - Beschermd stadsgezicht
Plan: Gramsbergen
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.BV00005-VG01

Artikel 21 Waarde - Beschermd stadsgezicht

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'waarde – beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en zo mogelijk herstel van de ruimtelijke structuur en de cultuurhistorische waarden van Gramsbergen, zoals deze zijn verwoord in de aanwijzing stadsgezicht d.d. 6 maart 1992 (bijlage 2).

Kenmerkend voor de ruimtelijke structuur zijn twee samenstellende structuurelementen. Het eerste, meest stedelijke element wordt gevormd door de Voorstraat en de Kruisstraat. Het beeld van deze straten wordt bepaald door de in een zeer strakke rooilijn, direct aan de verharding gelegen bebouwing, waardoor een tamelijk steenachtig beeld is ontstaan. Aard en schaal van de bebouwing zijn grotendeels van historische waarde. Met name het bebouwingsbeeld aan de Kruisstraat levert een belangrijke bijdrage aan het historische karakter van de kern.

De in eclecticistische stijl gebouwde (Nederlands-hervormde) kerk en de daaromheen gelegen bebouwing vormen het tweede structuurelement. Opmerkelijk is dat de kerk als het ware achter de bebouwing aan de hoofdstraten is gelegen. Het beeld wordt hier, behalve door het bouwvolume van de kern, bepaald door het opener 'groene' karakter en de lossere groepering van de bebouwing.

21.2 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden voorkomende bestemmingen, gelden voor het bouwen van gebouwen en overkappingen de volgende regels:
  • 1. hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd binnen het bouwvlak, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 16.2 sub a onder 2 en 6 niet van toepassing is op gronden die mede bestemd zijn voor Waarde – Beschermd stadsgezicht;
  • 2. bijgebouwen en overkappingen mogen tevens ter plaatse van de aanduiding 'erf' te worden gebouwd;

  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is uitsluitend de bestaande verschijningsvorm wat betreft oppervlakte, goot- en bouwhoogte, dakhelling, dakvorm en plaatsing op het bouwperceel toegestaan.
  • c. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden voorkomende bestemmingen, geldt voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen dat de bouwhoogte voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m bedraagt en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbaar toegankelijk gebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt, dan wel niet meer dan de bestaande hoogte.

21.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van de versterking van het stadskarakteristiek van het beschermd stadsgezicht Gramsbergen nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van gebouwen in die zin dat de gebouwen in de rooilijn c.q. in de naar de weg gekeerde bouwgrens moeten worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte en de dakvorm bij verbouw van de panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' in die zin dat dient te worden aangesloten bij de goot- en bouwhoogte en dakvorm van het bestaande gebouw;
  • c. de plaats van gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • d. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m2 en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m;
  • e. de indeling van van buitenaf zichtbare gevels of gevelonderdelen, de plaats en afmetingen van bouwwerken, de wijze van afdekking van gebouwen (kapvorm, dakhelling en nokrichting) en de materiaalkeuze

21.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, ten behoeve van versterking van het stadskarakteristiek van het beschermd stadsgezicht Gramsbergen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de parkeervoorzieningen;

bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in

  • a. lid 21.2, sub a onder 1:

voor het bouwen van hoofgebouwen buiten het bouwvlak

  • b. lid 21.2, sub b:

voor het afwijken van de bestaande verschijningsvorm;

  • c. lid 21.2, sub c:

tot een bouwhoogte van 3 m.

21.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, voor zover niet betrekking hebbend op normaal onderhoud, uit te voeren:
  • 1. het ontgronden, afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • 2. het aanbrengen of verwijderen van boom- en struikbeplanting buiten bebouwingsvlakken;
  • 3. het buiten bebouwingsvlakken aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen met een oppervlak van meer dan 100 m²;
  • 4. het veranderen van het profiel en/of de verharding voor zover de gronden zijn aangegeven met 'pad'.

  • b. De onder a bedoelde aanlegvergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de stadskarakteristiek van Gramsbergen, waarvan de kenmerkende elementen zijn beschreven in lid 21.1, niet onevenredig wordt aangetast in verhouding tot de mate waarin andere belangen door de werken of werkzaamheden worden gediend.